← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 157/2019 van 24 oktober 2019 Rolnummers 7180 en 7181 In
zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 9 van de Financiewet van 21 december 2018 voor het begrotingsjaar
2019, ingesteld door Alphonsius Mariën en door Het Grondwettelijk Hof, beperkte
kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 157/2019 van 24 oktober 2019 Rolnummers 7180 en 7181 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 9 van de Financiewet van 21 december 2018 voor het begrotingsjaar 2019, ingesteld door Alphonsius Mariën en door Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...) | Extrait de l'arrêt n° 157/2019 du 24 octobre 2019 Numéros du rôle : 7180 et 7181 En cause : les recours en annulation de l'article 9 de la loi de Finances du 21 décembre 2018 pour l'année budgétaire 2019, introduits par Alphonsius Mariën et p La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président A. Alen et des juges-rappor(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 157/2019 van 24 oktober 2019 | Extrait de l'arrêt n° 157/2019 du 24 octobre 2019 |
| Rolnummers 7180 en 7181 | Numéros du rôle : 7180 et 7181 |
| In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 9 van de | En cause : les recours en annulation de l'article 9 de la loi de |
| Financiewet van 21 december 2018 voor het begrotingsjaar 2019, | Finances du 21 décembre 2018 pour l'année budgétaire 2019, introduits |
| ingesteld door Alphonsius Mariën en door Luc Lamine. | par Alphonsius Mariën et par Luc Lamine. |
| Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, | La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, |
| samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. | composée du président A. Alen et des juges-rapporteurs E. Derycke et |
| Derycke en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, | M. Pâques, assistée du greffier F. Meersschaut, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging | I. Objet des recours et procédure |
| a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 mei | a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
| 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 mei | |
| 2019, heeft Alphonsius Mariën beroep tot vernietiging ingesteld van | 20 mai 2019 et parvenue au greffe le 21 mai 2019, Alphonsius Mariën a |
| artikel 9 van de Financiewet van 21 december 2018 voor het | introduit un recours en annulation de l'article 9 de la loi de |
| begrotingsjaar 2019 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 | Finances du 21 décembre 2018 pour l'année budgétaire 2019 (publiée au |
| december 2018). | Moniteur belge du 31 décembre 2018). |
| b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 mei | b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le |
| 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 22 mei | 21 mai 2019 et parvenue au greffe le 22 mai 2019, Luc Lamine a |
| 2019, heeft Luc Lamine beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wetsbepaling. | introduit un recours en annulation de la même disposition légale. |
| Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7180 en 7181 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 7180 et 7181 du rôle de la |
| het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
| Op 28 mei 2019 hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en M. | Le 28 mai 2019, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi |
| Pâques, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere | |
| wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan | spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les |
| in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het | juges-rapporteurs E. Derycke et M. Pâques ont informé le président |
| Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te | qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en |
| wijzen waarin wordt vastgesteld dat de beroepen tot vernietiging | chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que les recours en |
| klaarblijkelijk onontvankelijk zijn. | annulation sont manifestement irrecevables. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 9 | B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 9 de |
| van de Financiewet van 21 december 2018 voor het begrotingsjaar 2019, | la loi de Finances du 21 décembre 2018 pour l'année budgétaire 2019, |
| op grond van artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 | sur la base de l'article 4, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 janvier |
| januari 1989 op het Grondwettelijk Hof. | 1989 sur la Cour constitutionnelle. |
| Zij voeren hun hoedanigheid van belastingplichtige aan om te doen | Elles invoquent leur qualité de contribuable pour justifier leur |
| blijken van hun belang. | intérêt. |
| B.2.1. De bestreden bepaling maakt deel uit van de Financiewet van 21 | B.2.1. La disposition attaquée fait partie de la loi de Finances du 21 |
| december 2018 voor het begrotingsjaar 2019. | décembre 2018 pour l'année budgétaire 2019. |
| Het bestreden artikel bepaalt : | L'article attaqué dispose : |
| « De op 31 december 2018 bestaande directe en indirecte belastingen, | « Les impôts directs et indirects, en principal et décimes |
| in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat, worden tijdens het | additionnels au profit de l'Etat, existant au 31 décembre 2018, seront |
| jaar 2019 ingevorderd volgens de wetten, besluiten en tarieven waarbij | recouvrés pendant l'année 2019 d'après les lois, arrêtés et tarifs qui |
| de zetting en invordering ervan worden geregeld, met inbegrip van de | |
| wetten, besluiten en tarieven die slechts een tijdelijk of voorlopig | en règlent l'assiette et la perception, y compris les lois, arrêtés et |
| karakter hebben ». | tarifs qui n'ont qu'un caractère temporaire ou provisoire. ». |
| B.2.2. Krachtens het bestreden artikel wordt de invordering van | B.2.2. En vertu de l'article attaqué, le recouvrement d'impôts directs |
| directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen, tijdens | et indirects, en principal et décimes additionnels, est autorisé au |
| het jaar 2019 mogelijk. De bestreden bepaling machtigt de uitvoerende | cours de l'année 2019. La disposition attaquée habilite le pouvoir |
| macht tot invordering van de op 31 december 2018 bestaande | exécutif à recouvrer les impôts, en principal et décimes additionnels |
| belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat. Het | au profit de l'Etat, existant au 31 décembre 2018. Il s'agit d'une |
| gaat om een jaarlijks weerkerende bepaling in de financiewet om de | disposition annuelle récurrente de la loi de Finances, permettant |
| toepassing van de geldende fiscale wetgeving in het begrotingsjaar | l'application de la législation fiscale en vigueur au cours de l'année |
| mogelijk te maken. Zij verleent aldus uitvoering aan artikel 171 van | budgétaire. Elle donne ainsi exécution à l'article 171 de la |
| de Grondwet, op grond waarvan de uitvoerende macht tot het innen van | Constitution, sur la base duquel le pouvoir exécutif ne peut percevoir |
| de door of krachtens een wet geregelde belastingen niet kan overgaan | les impositions réglées par ou en vertu d'une loi qu'après y avoir été |
| dan nadat zij daartoe van de wetgevende macht, in de begrotingswet of | habilité par le pouvoir législatif, dans une loi budgétaire ou une loi |
| de financiewet, machtiging heeft verkregen. | de financement. |
| B.3.1. Artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. De actio popularis is niet toelaatbaar. B.3.2. Wat betreft het persoonlijk belang van de verzoekende partijen om in rechte te treden, blijkt niet dat de verzoekende partijen aantonen dat hun situatie rechtstreeks en ongunstig wordt geraakt door de bestreden bepaling. Wanneer geen voldoende geïndividualiseerd verband bestaat tussen de bestreden bepaling en de situatie van de verzoekende partijen, dienen de beroepen als een actio popularis te worden beschouwd, hetgeen de Grondwetgever niet heeft gewild. B.4. Bijgevolg, aangezien niet aan een van de in artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 gestelde voorwaarden is voldaan, zijn de verzoekschriften tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk door het gebrek aan belang van de verzoekende partijen. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt de beroepen. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 24 oktober 2019. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, | B.3.1. L'article 142 de la Constitution et l'article 2, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle requièrent que toute personne physique qui introduit un recours en annulation justifie d'un intérêt. Ne justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme attaquée. L'action populaire n'est pas admissible. B.3.2. En ce qui concerne l'intérêt personnel à agir des parties requérantes, il n'apparaît pas que les parties requérantes démontrent que leur situation est affectée directement et défavorablement par la disposition attaquée. Lorsqu'il n'existe pas de lien suffisamment individualisé entre la disposition attaquée et la situation des parties requérantes, les recours doivent être considérés comme une action populaire, ce que le Constituant n'a pas voulu admettre. B.4. En conséquence, dès lors qu'il n'est pas satisfait à l'une des conditions émises par l'article 142 de la Constitution et par l'article 2, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, les requêtes en annulation sont manifestement irrecevables, à défaut d'intérêt des parties requérantes. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette les recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 24 octobre 2019. Le greffier, F. Meersschaut Le président, |
| A. Alen | A. Alen |