Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 23 oktober 2019

Uittreksel uit arrest nr. 121/2019 van 26 september 2019 Rolnummer 6682 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 3, 4 en 5 van de wet van 12 december 2016 « tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019204487
pub.
23/10/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 121/2019 van 26 september 2019 Rolnummer 6682 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 3, 4 en 5 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten « tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft », ingesteld door Michel De Wolf.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 juni 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 juni 2017, heeft Michel De Wolf beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de artikelen 3, 4 en 5 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten « tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 december 2016, tweede editie). (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1. Ingesteld door de Koning, heeft de Commissie voor boekhoudkundige normen hoofzakelijk als opdracht het federale Parlement en de federale Regering adviezen te verlenen, « door middel van adviezen en aanbevelingen bij de dragen tot de ontwikkeling van de leer van het boekhouden » en « de beginselen te bepalen van een regelmatige boekhouding » (artikel III.93, § 1, van het Wetboek van economisch recht, vervangen bij artikel 2 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten « tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft », hierna : de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten).

Binnen die Commissie stelt de Koning een « afzonderlijk College in dat tot taak heeft door middel van een Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht vragen te beantwoorden betreffende de toepassing van de wettelijke bepalingen van het Belgisch Boekhoudrecht die onder de bevoegdheid van de Commissie vallen en waarvoor het op formele wijze wordt gevat » (artikel III.93, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 2 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten).

B.2.1. Artikel 3 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten voegt, in het Wetboek van economisch recht, een artikel III.93/1 in, dat bepaalt : « § 1. Onder Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht wordt verstaan het antwoord waarbij het College overeenkomstig de van kracht zijnde bepalingen vaststelt hoe de wet in hoofde van de aanvrager wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting die op jaarrekeningrechtelijk vlak nog geen uitwerking heeft gehad. [...] § 5. De Koning bepaalt wie de leden van het College dient voor te dragen, gekozen uit de leden van de Commissie waarbij minstens één lid tevens deel uitmaakt van het College dat overeenkomstig artikel 26 van de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten belast is met de leiding van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken bij de Federale Overheidsdienst Financiën, benoemt de leden van het College, bepaalt de werkingsmodaliteiten van het College, bepaalt de in paragraaf 4, eerste lid, 2°, bedoelde materies en bepalingen, stelt nadere regels op met betrekking tot de termijn waarvoor een individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht kan worden gegeven en duidt aan wanneer een Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht ophoudt te bestaan. § 6. De Individuele Beslissingen inzake Boekhoudrecht worden op anonieme wijze gepubliceerd op de website van de Commissie. § 7. De minister van Economie zendt elk jaar een verslag over de toepassing van artikel III.93, § 2, van het Wetboek van economisch recht naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De identiteit van de aanvragers, de leden van het College en de leden van het wetenschappelijk secretariaat wordt niet in het verslag vermeld.

Het verslag wordt door de Kamer van volksvertegenwoordigers openbaar gemaakt ».

B.2.2. Artikel 4 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten voegt, in het Wetboek van economisch recht, een artikel III.93/2 in, dat bepaalt : « [...] § 2. Op de voorzitter na moeten de leden van de Commissie en van het College telkens voor de helft bestaan uit natuurlijke personen behorend tot de Nederlandse taalrol en voor de helft uit natuurlijke personen van de Franstalige taalrol. § 3. Elk lid van de Commissie, elk lid van het College en de medewerkers van de Commissie zijn, buiten het uitoefenen van hun opdracht, verplicht tot de meest volstrekte geheimhouding aangaande alle zaken waarvan zij wegens de uitvoering van hun opdracht kennis hebben. Voor wat betreft de dossiers Individuele Beslissingen inzake Boekhoudrecht oefenen de leden van het College en de medewerkers van de Commissie hun opdracht uit wanneer zij aan andere administratieve diensten van de Staat, daaronder begrepen de parketten en de griffies van de hoven en van alle rechtsmachten, en van de Gemeenschappen en de Gewesten en de openbare instellingen of inrichtingen, inlichtingen verstrekken welke voor die diensten, instellingen of inrichtingen nodig zijn voor de hun opgedragen uitvoering van wettelijke of reglementaire bepalingen ».

B.2.3. Artikel 5 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten bepaalt : « Aan de mandaten van de leden van de Commissie, die bij de inwerkingtreding van deze wet in functie zijn, wordt van rechtswege een einde gesteld.

De leden van de Commissie oefenen hun mandaat verder uit tot in hun vervanging voorzien is ».

B.3. De voormelde bepalingen, die werden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 december 2016, zijn in werking getreden op 30 december 2016, met toepassing van artikel 4, tweede lid, van de wet van 31 mei 1961 « betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen ».

Ten aanzien van de gedeeltelijke afstand met betrekking tot artikel 3 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten B.4. Michel De Wolf verklaart afstand te doen van het beroep tot vernietiging in zoverre het betrekking heeft op de woorden « en de leden van het wetenschappelijk secretariaat » in artikel III.93/1, § 7, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten.

B.5. Niets verzet zich te dezen ertegen dat het Hof die afstand toewijst.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de memorie van de Ministerraad B.6. Bij brief van 11 juli 2017 heeft de griffier van het Hof het beroep tot vernietiging ter kennis gebracht van de Ministerraad, met toepassing van artikel 76, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof.

Bij beschikking van dezelfde dag, genomen met toepassing van artikel 89bis van dezelfde wet, heeft de voorzitter van het Hof beslist de termijn waarbinnen het de Ministerraad vrijstond een memorie bij het Hof in te dienen met toepassing van artikel 85 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, te verlengen tot 12 september 2017. Die beschikking werd gevoegd bij de voormelde brief van 11 juli 2017.

Bij een op 8 september 2017 ter post aangetekende brief heeft de Ministerraad zijn memorie bij het Hof ingediend.

B.7. Aangezien die memorie tijdig bij het Hof is ingediend, is zij ontvankelijk en moet zij niet uit de debatten worden geweerd.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de memorie van Jan Verhoeye B.8. Wanneer bij het Hof een beroep tot vernietiging wordt ingesteld, kan « ieder die van een belang doet blijken » zijn opmerkingen in een memorie aan het Hof richten (artikel 87, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten).

Doet blijken van een belang in de zin van die bepaling, de persoon die aantoont dat zijn situatie rechtstreeks kan worden geraakt door het arrest dat het Hof in verband met het beroep tot vernietiging dient te wijzen.

B.9. In de opmerkingen die hij aan het Hof richt, zet Jan Verhoeye uiteen dat de bestreden bepalingen van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten de werking van de Commissie voor boekhoudkundige normen die hij voorzit met toepassing van artikel 5, tweede lid, van die wet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011230 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011231 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 27/05/2013 numac 2013011249 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken sluiten « houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen », verbeteren.

Hij werd opnieuw tot voorzitter van die instelling benoemd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2018 pub. 15/01/2019 numac 2019010015 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot benoeming van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen sluiten « tot benoeming van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen ».

Zijn situatie van voorzitter van die instelling zou bijgevolg rechtstreeks kunnen worden geraakt door een eventuele vernietiging van de bestreden bepalingen. Hij doet dus blijken van het vereiste belang.

B.10.1. Artikel 62 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten bepaalt : « De zaken worden bij het Grondwettelijk Hof ingediend in het Nederlands, in het Frans of in het Duits.

In de akten en verklaringen : [...] 6° gebruiken de personen die doen blijken van een belang, de taal die zij verkiezen behalve indien zij onderworpen zijn aan de wetgeving op het gebruik der talen in bestuurszaken, in welk geval zij de taal gebruiken die hen is opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; [...] ».

B.10.2. Uit die bepaling volgt dat de memorie die bij het Hof wordt ingediend door een persoon « die van een belang doet blijken » in de zin van artikel 87, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, kan worden opgesteld in het Frans, in het Nederlands of in het Duits, behalve indien die persoon « onderworpen » is aan de toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, in welk geval hij van de drie voormelde talen de taal moet gebruiken waarvan het gebruik door die wetten is voorgeschreven.

Het is noch namens de Commissie voor boekhoudkundige normen, noch in zijn hoedanigheid van voorzitter van die instelling dat Jan Verhoeye zijn opmerkingen bij het Hof heeft ingediend, zodat niet ervan kan worden uitgegaan dat hij onderworpen is aan de toepassing van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten.

Het stond hem dus vrij die opmerkingen te formuleren in een in het Nederlands opgestelde memorie.

B.11. De memorie van Jan Verhoeye is ontvankelijk.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging Wat de bevoegdheid van het Hof betreft B.12. In het middel dat gericht is tegen elk van de bestreden bepalingen wordt het Hof verzocht de manier te onderzoeken waarop de « impactanalyse » van het voorontwerp van wet dat ten grondslag ligt aan de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten aan het federale Parlement werd voorgesteld door het bevoegde lid van de federale Regering.

B.13.1. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, is het Hof bevoegd om uitspraak te doen op de beroepen tot vernietiging van een wet wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten en wegens schending van de artikelen van titel II (« De Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de Grondwet.

B.13.2. Het Hof is enkel bevoegd om de wijze van totstandkoming van wetten te toetsen wanneer de regels die die wijze van totstandkoming mee bepalen, worden beschouwd als regels die de onderscheiden bevoegdheid bepalen van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, als regels die bijdragen tot de inachtneming van de federale loyaliteit of als regels die ertoe strekken de rechten en vrijheden te waarborgen die zijn erkend door titel II of door de artikelen 170, 172 en 191 van de Grondwet.

B.14. Een « impactanalyse » van een voorontwerp van wet is een « evaluatie van de potentiële gevolgen » van dat voorontwerp die wordt uitgevoerd door het bevoegde lid van de federale Regering (artikelen 5, § 1, en 6, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten « houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging »).

Zij maakt deel uit van de wijze van totstandkoming van een wet.

B.15. Aangezien het Hof bijgevolg niet bevoegd is om kennis te nemen van het middel, is dat middel onontvankelijk.

Wat betreft het belang om de vernietiging te vorderen van artikel III.93/1, § 7, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht B.16. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar.

B.17. Artikel III.93/1, § 7, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten, verbiedt de minister van Economie de identiteit van de leden van het College dat is ingesteld met toepassing van artikel III.93, § 2, van hetzelfde Wetboek, te vermelden in het jaarverslag dat hij naar de Kamer van volksvertegenwoordigers moet zenden.

De verzoeker legt niet uit en het blijkt niet in welk opzicht het feit dat de identiteit van de leden van dat College niet wordt vermeld, zijn situatie van lid van de Commissie voor boekhoudkundige normen ongunstig kan raken.

Hij doet dus niet blijken van een belang om de vernietiging te vorderen van artikel III.93/1, § 7, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht.

B.18. In zoverre het die bepaling beoogt, is het beroep tot vernietiging niet ontvankelijk.

Wat betreft de ontvankelijkheid van het middel betreffende artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht B.19. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

Die vereiste is niet louter formeel. Zij strekt ertoe aan het Hof alsook aan de instellingen en personen die aan het Hof een memorie kunnen richten een duidelijke en ondubbelzinnige uiteenzetting van de middelen te geven.

B.20. Het middel dat gericht is tegen artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten, is afgeleid, onder meer, uit de schending van de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 1, 25, c), en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

B.21. In het middel wordt enkel uiteengezet dat de bestreden bepaling, zonder pertinente verantwoording en op onevenredige wijze, een onduidelijke regel formuleert in zoverre zij de term « taalrol » niet definieert.

Het zet dus niet uiteen in welk opzicht de bestreden bepaling de voormelde bepalingen zou schenden.

B.22. In zoverre het is afgeleid uit de schending van die bepalingen, is het middel niet ontvankelijk.

Wat betreft de ontvankelijkheid van het middel betreffende artikel III.93/2, § 3, eerste zin, van het Wetboek van economisch recht B.23. Het middel dat gericht is tegen artikel III.93/2, § 3, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten, is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 32 van de Grondwet, al dan niet in onderlinge samenhang gelezen of in samenhang met artikel 15, leden 1, c), 2 en 3, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.

B.24. In het middel wordt enkel uiteengezet dat, zonder pertinente verantwoording en op onevenredige wijze, de bestreden bepaling de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen verplicht tot geheimhouding, wat betreft de adviezen en aanbevelingen die door die instelling worden geformuleerd met toepassing van artikel III.93, § 1, van het Wetboek.

Het zet dus niet uiteen in welk opzicht de bestreden bepaling de voormelde bepalingen zou schenden.

B.25. Het middel is niet ontvankelijk.

Ten gronde Wat artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht betreft B.26. In het middel wordt het Hof verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre de bestreden bepaling, doordat zij niet definieert wat moet worden verstaan onder « taalrol », onvoldoende precies is en afbreuk doet aan het recht op rechtszekerheid van iedere kandidaat voor een mandaat van lid van de Commissie voor boekhoudkundige normen.

B.27. Artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht definieert niet wat moet worden verstaan onder « taalrol ».

Het rechtszekerheidsbeginsel vereist niet van de wetgevende macht dat zij alle door haar gebruikte termen definieert.

Overigens werd gepreciseerd, tijdens de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling, dat deze een « taalpariteit » invoert, wat betekent dat, met uitzondering van de voorzitter van de Commissie voor boekhoudkundige normen en het binnen die Commissie ingestelde College, elk van die twee instellingen voor de helft moet bestaan uit « Nederlandstalige » leden en voor de helft uit « Franstalige » leden (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2090/003, p. 8).

De bestreden bepaling doet dus geen afbreuk aan het belang van een kandidaat voor een mandaat van lid van de Commissie voor boekhoudkundige normen, om in staat te zijn de rechtsgevolgen van zijn kandidaatstelling te voorzien.

B.28. In zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, is het middel niet gegrond.

Wat artikel 5, eerste lid, van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten betreft B.29. Het middel dat gericht is tegen artikel 5, eerste lid, van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten is afgeleid, onder meer, uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en met het vertrouwensbeginsel.

B.30.1. Op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten, was de Commissie voor boekhoudkundige normen samengesteld uit zeventien personen die tot lid van die instelling waren benoemd bij een koninklijk besluit van 25 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011230 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011231 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 27/05/2013 numac 2013011249 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken sluiten, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 16 mei 2013 en in werking getreden op de tiende dag na de bekendmaking ervan, namelijk op 26 mei 2013.

Dat koninklijk besluit werd uitgevaardigd met toepassing van artikel 3, eerste lid, eerste zin, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 « houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen », dat bepaalt dat de leden van de Commissie « voor een [...] periode van zes jaar » worden benoemd.

B.30.2. De bestreden bepaling heeft tot gevolg dat vanaf 30 december 2016 een einde wordt gemaakt aan het mandaat van de voormelde personen.

Vóór de aanneming van die bepaling konden die personen niet voorzien dat hun mandaat vroegtijdig, dat wil zeggen vóór 26 mei 2019, van rechtswege zou worden beëindigd.

B.31.1. De vroegtijdige beëindiging van de mandaten die zijn verleend bij het koninklijk besluit van 25 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011230 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011231 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 27/05/2013 numac 2013011249 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken sluiten wordt verantwoord door de grondige hervorming van de Commissie voor boekhoudkundige normen en door de toewijzing, aan die instelling, van de bevoegdheid bedoeld in artikel III.93, § 2, van het Wetboek van economisch recht (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2090/001, p. 9; ibid., DOC 54-2090/003, p. 9).

Zij laat eveneens de Koning toe de samenstelling van de Commissie in overeenstemming te brengen met de regel vermeld in artikel III.93/2, § 2, van het Wetboek van economisch recht, zonder dat Hij moet wachten totdat de mandaten die zijn verleend bij het koninklijk besluit van 25 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011230 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011231 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 27/05/2013 numac 2013011249 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken sluiten, zijn geëindigd.

B.31.2. Ten slotte bepaalt artikel 5, tweede lid, van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten dat de door de bestreden bepaling beoogde leden van de Commissie « hun mandaat verder [uitoefenen] tot in hun vervanging voorzien is ».

B.31.3. Uit het voorgaande blijkt dat de bestreden bepaling niet zonder objectieve en redelijke verantwoording afbreuk doet aan het belang van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen die zijn benoemd bij koninklijk besluit van 25 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011230 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 16/05/2013 numac 2013011231 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 25/04/2013 pub. 27/05/2013 numac 2013011249 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 betreffende de kennisgeving van elektronische-communicatiediensten en -netwerken sluiten, om hun functies uit te oefenen tot het einde van het mandaat dat hun toen werd verleend.

B.32. In zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en met het vertrouwensbeginsel, is het middel niet gegrond.

Om die redenen, het Hof - wijst de afstand toe in zoverre het beroep betrekking heeft op de woorden « en de leden van het wetenschappelijk secretariaat » in artikel III.93/1, § 7, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 12 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016011499 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft sluiten « tot wijziging van het wetboek van economisch recht, wat de bevoegdheid van de commissie voor boekhoudkundige normen betreft »; - verwerpt het beroep voor het overige.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 26 september 2019.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, F. Daoût

^