Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 21 augustus 2019

Uittreksel uit arrest nr. 98/2019 van 19 juni 2019 Rolnummer 6783 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3, § 1, 4, § 4, en 19, §§ 1, 2 en 4, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019203076
pub.
21/08/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 98/2019 van 19 juni 2019 Rolnummer 6783 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3, § 1, 4, § 4, en 19, §§ 1, 2 en 4, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 mei 2017 « houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven », ingesteld door de vzw « Groupe d'Etude et de Réforme de la Fonction administrative, GERFA » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 november 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 november 2017, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, § 1, 4, § 4, en 19, §§ 1, 2 en 4, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 mei 2017 « houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2017) door de vzw « Groupe d'Etude et de Réforme de la Fonction administrative, GERFA », Marc Daugherty, Stéphane Decoster, Laurent Thiebaut en Véronique Franceus. (...) II. In rechte (...) B.1. De vzw « Groupe d'Etude et de Réforme de la Fonction administrative, GERFA » (hierna : de GERFA) en vier statutaire personeelsleden van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vorderen de vernietiging van de artikelen 3, § 1, 4, § 4, en 19, §§ 1, 2 en 4, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 mei 2017 « houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven », die bepalen : «

Art. 3.§ 1. Om de doelstellingen bepaald in deze ordonnantie te verwezenlijken, is de Regering gemachtigd om een naamloze vennootschap van publiek recht met een sociaal oogmerk met rechtspersoonlijkheid op te richten, met de naam Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, verkort ' BAOB ', waarvan het maatschappelijk doel omschreven wordt in artikel 7. [...]

Art. 4.[...] [...] § 4. Het Agentschap is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten betreffende de continuïteit van de ondernemingen. [...]

Art. 19.§ 1. De raad van bestuur van het Agentschap stelt het personeelsplan en het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het personeel vast. Mits inachtneming van de dwingende bepalingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, is de raad van bestuur van het Agentschap gemachtigd om het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden te regelen. § 2. De statutaire en contractuele personeelsleden van de administratie die toegewezen zijn aan de dienst Brussel Invest & Export (BI&E) worden aan het Agentschap overgedragen. [...] § 4. De modaliteiten van de overdracht van het personeel waarvan sprake in §§ 2 en 3 worden bepaald met inachtneming van het beginsel van het behoud van verworven rechten en van het behoud van de arbeidsvoorwaarden, voortvloeiend uit de individuele en collectieve arbeidsverhoudingen ».

B.2.1. De bestreden ordonnantie past in het kader van een brede hervorming van de Brusselse economische structuren en instrumenten met het oog op de efficiënte invoering van een ambitieus economisch beleid dat berust op de Small Business Act die op 30 juni 2016 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd goedgekeurd. In dat perspectief heeft die laatste beslist om grote beginselen in te voeren, zoals « de structurering van de steun aan de economische ontwikkeling en de ondernemingen door de oprichting van drie polen rond de volgende 3 [functies] waarbinnen alle actoren (openbare, private en academische) handelen : a) advies en begeleiding, b) financiering, c) lokalisatie en ontwikkeling van infrastructuur » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/1, p. 2).

B.2.2. De ordonnantiegever was van oordeel dat het essentieel is de instellingen die aan de kandidaat-ondernemers en de ondernemingen diensten van openbaar nut aanbieden, te hergroeperen teneinde de pool « advies en begeleiding » op te richten. De memorie van toelichting vermeldt : « In de loop der jaren hebben zich verschillende instellingen ontwikkeld die hun bedrijfsondersteunende opdrachten geleidelijk aangepast hebben aan de nieuwe uitdagingen voor de Brusselse economie.

Hierdoor ontstonden overlappingen en overtolligheden en werd het economische beleid van het Gewest gekenmerkt door een versnippering van inspanningen en overheidsmiddelen.

De talrijke deelnemers in deze sector maken het ingewikkeld om hun opdrachten te coördineren en vormen zodoende een obstakel voor de invoering van een samenhangend en krachtig gewestelijk economisch beleid.

Bovendien, daar de bestuurspraktijken van deze verschillende instrumenten zich in de loop van de legislaturen ontwikkeld hebben, hebben zij het de Brusselse Regering onmogelijk gemaakt om op gepaste wijze toezicht en sturing op de verschillende instellingen uit te oefenen.

Voor de oprichting van de pool ' advies en begeleiding ' heeft de Regering de Minister van Economie en de staatssecretaris van Buitenlandse Handel opgedragen over te gaan tot de integratie van het Gewestelijke Agentschap voor de Handel (' Atrium ') en het Brusselse Agentschap voor de Onderneming (' Impulse '), [beide] verenigingen zonder winstoogmerk van privaat recht[,] en Brussels Invest & Export (' BI&E '), een afdeling van de Gewestelijke Overheidsdienst van Brussel, in één enkele nieuwe structuur met rechtspersoonlijkheid genaamd ' Brussels Agentschap voor de Begeleiding van de Onderneming ', hierna het ' Agentschap ' (artikel 3, § 1, van het ontwerp).

De bedoeling hierbij is om, zowel met het oog op een meer efficiënte administratie als in het belang van de gebruikers, voormelde instellingen te hergroeperen in een nieuwe geïntegreerde structuur waaraan de activiteiten, middelen en het personeel van voormelde instellingen kunnen worden overgedragen » (ibid., p. 3).

Ten aanzien van de afstand B.3.1. Bij op 10 december 2018 ter post aangetekende brief hebben de vier statutaire personeelsleden van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het Hof laten weten dat zij afstand wensten te doen van hun beroepen.

B.3.2. Niets belet te dezen dat het Hof die afstand toewijst.

Ten aanzien van het belang van de GERFA B.4.1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering betwist het belang van de GERFA om in rechte op te treden.

B.4.2. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk die niet haar persoonlijk belang aanvoert, voor het Hof optreedt, is vereist dat haar statutair doel van bijzondere aard is en, derhalve, onderscheiden van het algemeen belang; dat zij een collectief belang verdedigt; dat haar doel door de bestreden norm kan worden geraakt; dat ten slotte niet blijkt dat dit doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd.

B.4.3. Volgens artikel 2 van haar statuten, heeft de vereniging tot doel « de hervorming van de openbare diensten in de ruimst mogelijke zin van het woord te bestuderen en te bevorderen, alsmede de morele en materiële belangen van alle Franstalige ambtenaren en personeelsleden van de openbare diensten te verdedigen en te bevorderen, ongeacht of zij al dan niet onder een vakbondsstatuut vallen en ongeacht de juridische aard van hun band met de publiekrechtelijke persoon (statuut, contract, weddetoelage), en de correcte toepassing van de grondwettelijke, wettelijke en verordenende normen die voor hen gelden ».

De bestreden ordonnantie beoogt de oprichting van een naamloze vennootschap van publiek recht met een sociaal oogmerk, met rechtspersoonlijkheid, die, behoudens de bepaalde afwijkingen, aan het Wetboek van vennootschappen is onderworpen en waaraan de statutaire en contractuele personeelsleden van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (hierna : de GOB) worden overgedragen die aan de dienst Brussel Invest & Export (hierna : de BI&E) zijn toegewezen.

B.4.4. De bestreden ordonnantie kan bijgevolg het statutair doel van de verzoekende partij en het collectief belang dat zij verdedigt, raken. Die partij beschikt dus over het vereiste belang.

Ten gronde B.5. Het onderzoek van de overeenstemming van een wetskrachtige bepaling met de bevoegdheidverdelende regels moet in de regel dat van de bestaanbaarheid ervan met de bepalingen van titel II en van de artikelen 170, 172 en 191 van de Grondwet voorafgaan.

B.6. Het tweede middel is afgeleid uit de schending, door artikel 19, § 1, van de bestreden ordonnantie, van artikel 87, §§ 2 en 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen (hierna : de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), alsook van artikel 40 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen (hierna : de bijzondere wet van 12 januari 1989).

Het voormelde artikel 19, § 1, kent aan de raad van bestuur van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven (hierna : het BAOB) de bevoegdheid toe om het statuut, de personeelsformaties en de benoemingen van zijn personeel vast te stellen, terwijl dat prerogatief, krachtens de in het middel beoogde bevoegdheidverdelende regels, aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zou toekomen.

B.7.1. Artikel 87, §§ 2 en 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt : « § 2. Iedere Regering stelt de personeelsformatie vast van haar administratie en doet de benoemingen. Dit personeel wordt aangeworven door bemiddeling van het Vast Secretariaat voor werving van het Rijkspersoneel.

Het legt de eed af overeenkomstig de wettelijke bepalingen, in handen van de overheid die de Regering daartoe aanwijst. § 3. De Gemeenschappen en de Gewesten stellen de regeling vast die betrekking heeft op het administratief en geldelijk statuut van hun vast, tijdelijk en hulppersoneel, met uitzondering van de pensioenregeling. Inzake de pensioenregeling is hun personeel onderworpen aan de wettelijke en statutaire regelen die van toepassing zijn op het vast, tijdelijk en hulppersoneel van het Rijk ».

Artikel 40 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 bepaalt : « § 1. Artikel 87 van de bijzondere wet is van overeenkomstige toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest vanaf het ogenblik waarop de Regering de diensten en het personeel vermeld in § 2 van dit artikel heeft overgenomen. [...] ».

B.7.2. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is op grond van artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat bij artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 toepasselijk is gemaakt op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bevoegd voor de economie. Op grond van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, in samenhang gelezen met artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, kan het in die aangelegenheid gedecentraliseerde diensten, instellingen en ondernemingen oprichten en hun rechtspersoonlijkheid toekennen.

Artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt immers : « In de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, kunnen de Gemeenschappen en de Gewesten gedecentraliseerde diensten, instellingen en ondernemingen oprichten of kapitaalsparticipaties nemen.

Het decreet kan aan voornoemde organismen rechtspersoonlijkheid toekennen en hun toelaten kapitaalsparticipaties te nemen. Het decreet regelt hun oprichting, samenstelling, bevoegdheid, werking en toezicht ».

B.7.3. De paragrafen 2 en 3 van artikel 87 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten hebben betrekking op het personeel van de administratie van de gemeenschappen en de gewesten, en niet op dat van de instellingen die zij gemachtigd zijn op te richten met toepassing van artikel 9 van dezelfde bijzondere wet.

B.8. Bij het oprichten van het BAOB heeft de ordonnantiegever de bevoegdheden uitgeoefend die hem zijn toegekend bij artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Zoals blijkt uit artikel 3 van de bestreden ordonnantie, is het BAOB een naamloze vennootschap van publiek recht met een sociaal oogmerk die over een eigen rechtspersoonlijkheid beschikt. De personeelsleden die eraan worden overgedragen, zijn niet langer personeelsleden van de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, zodat artikel 87, §§ 2 en 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op hen niet van toepassing is.

B.9. Het tweede middel is niet gegrond.

B.10. Het derde middel is gericht tegen paragraaf 1, tweede zin, en tegen paragraaf 2 van artikel 19 van de bestreden ordonnantie. Het is afgeleid uit de schending van artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 12°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, omdat artikel 19 afbreuk zou doen aan de vereiste instemming van de werknemers en de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten zou omzeilen, terwijl die aangelegenheid tot het arbeidsrecht en dus tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort.

B.11. In de memorie van toelichting wordt het bestreden artikel 19 als volgt toegelicht : « Wat betreft het contractueel personeel van BI&E, impliceert de overdracht een wijziging van werkgever [die] hun uitdrukkelijk akkoord vereist en het afsluiten van een nieuwe overeenkomst of een aanhangsel aan hun oorspronkelijke overeenkomst (advies van de AWRvS, nr. 54.701/2 van 11 december 2013).

De modaliteiten worden bepaald met inachtneming van het principe van sociaal overleg, het beginsel van het behoud van verworven rechten en de arbeidsvoorwaarden, voortvloeiend uit de individuele en collectieve arbeidsverhoudingen » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/1, p. 18).

Tijdens de besprekingen binnen de bevoegde commissie heeft de staatssecretaris eraan toegevoegd « dat een nieuwe arbeidsovereenkomst om personeelsleden van BI&E naar het agentschap over te dragen, niets zal kosten. Een dergelijke overdracht met behoud van de verworven rechten zou enkel met instemming van het betrokken personeelslid gebeuren. Bij weigering zou die laatste blijven werken binnen de GOB » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/2, p. 25).

Uit het voorgaande blijkt dat, in tegenstelling tot hetgeen de verzoekende partij beweert, artikel 19 van de bestreden ordonnantie geen afbreuk doet aan de vereiste van instemming van de contractuele personeelsleden die worden overgedragen aan het BAOB. Aldus bepaalt artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/12/2017 pub. 04/01/2018 numac 2017032244 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de overdracht van het personeel van de gob naar het Brussels Agentschap voor de ondersteuning van het bedrijfsleven sluiten houdende de overdracht van het personeel van de GOB naar het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, genomen met toepassing van de bestreden ordonnantie, dat de overheveling van de personeelsleden die beschikken over een arbeidsovereenkomst is onderworpen aan hun uitdrukkelijke goedkeuring en aan het sluiten van een nieuwe arbeidsovereenkomst die alle op basis van hun oorspronkelijke arbeidsovereenkomst verworven anciënniteiten overneemt. De omstandigheid dat de feiten daarmee in tegenspraak zouden zijn, valt niet onder de bevoegdheid van het Hof, dat enkel de bestaanbaarheid van bepalingen van wetgevende aard met de Grondwet kan onderzoeken, en niet de wijze waarop die worden toegepast.

B.12. Zoals blijkt uit de tekst zelf van artikel 19, § 1, heeft de ordonnantiegever geenszins willen afwijken van de regels die het arbeidsrecht beheersen, aangezien hij heeft bepaald dat de raad van bestuur van het BAOB ertoe gemachtigd is het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden te regelen met inachtneming van de dwingende regels van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

B.13. Het derde middel is niet gegrond.

B.14. Het vierde middel is afgeleid uit de schending, door artikel 19, § 4, van de bestreden ordonnantie, van artikel 87, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Door erin te voorzien dat de modaliteiten van de overdracht van het personeel naar het BAOB « worden bepaald met inachtneming van het beginsel van het behoud van verworven rechten », zou de ordonnantiegever de aangelegenheid van de pensioenen regelen. Volgens de verzoekende partij zou die aangelegenheid echter tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren.

B.15. Zoals in B.7.3 is vermeld, zijn de gemeenschappen en de gewesten, op grond van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, bevoegd om het statuut van het personeel van de gedecentraliseerde diensten, de instellingen en de ondernemingen die van hen afhangen, te regelen, met inbegrip van de pensioenen.

B.16. Het vierde middel is niet gegrond.

B.17. In het vijfde middel wordt aangevoerd dat artikel 3, § 1, van de bestreden ordonnantie de Regering ertoe machtigt het BAOB op te richten, terwijl artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de bevoegdheid zouden voorbehouden om de oprichting, de samenstelling, de werking en het toezicht van de door het Gewest opgerichte instellingen en ondernemingen te regelen.

B.18. Uit zowel het opschrift van de ordonnantie als uit artikel 3 ervan blijkt dat het wel degelijk de ordonnantiegever is die aan de oorsprong ligt van de oprichting van het BAOB en die aan het BAOB rechtspersoonlijkheid heeft toegekend.

B.19. Het vijfde middel is niet gegrond.

B.20. Het zesde middel is afgeleid uit de schending van artikel 6, § 1, VI, derde lid (lees : vijfde lid), 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten door artikel 4, § 4, van de bestreden ordonnantie, in zoverre het voorziet in de niet-toepasbaarheid van de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten betreffende de continuïteit van de ondernemingen.

B.21. De voormelde wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten is opgeheven bij artikel 71 van de wet van 11 augustus 2017 « houdende invoeging van het Boek XX ' Insolventie van ondernemingen ', in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht », met ingang van 1 mei 2018, de datum van inwerkingtreding van de wet (artikel 76).

B.22. De opheffing van de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten betreffende de continuïteit van de ondernemingen dateert van na de aanneming van de bestreden ordonnantie, zodat de ordonnantiegever geen rekening ermee had kunnen houden. De bestreden bepaling dient derhalve te worden getoetst aan de bevoegdheidverdelende regels die van toepassing waren op het ogenblik waarop zij is aangenomen.

B.23. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering betoogt dat in de veronderstelling dat het bestreden artikel 4, § 4, betrekking heeft op rechtsbepalingen met betrekking tot een aangelegenheid waarvoor de gewesten niet bevoegd zijn, de theorie van de impliciete bevoegdheden zou dienen te worden toegepast.

B.24. Artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt dat de federale overheid als enige bevoegd is voor het handelsrecht en het vennootschapsrecht.

B.25.1. De ordonnantiegever heeft de keuze voor de rechtsvorm van een naamloze vennootschap verantwoord door de rechtszekerheid die het inpassen van het BAOB in het beproefde en vertrouwde juridisch kader van het Wetboek van vennootschappen impliceerde, alsook door de autonomie die het nodig had voor de uitoefening van zijn opdrachten.

Wat het sociaal oogmerk van de naamloze vennootschap betreft, vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Om terug te komen op de rechtsvorm, in de mate dat het Agentschap niet gericht is op de verrijking van [zijn] enige aandeelhouder, kan het als naamloze vennootschap de vorm aannemen van een vennootschap met een sociaal oogmerk. Dit is een specifiek statuut, geregeld in artikelen 661 en volgende van het Wetboek van vennootschappen.

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid opgesomd in artikel 2, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van Europese vennootschappen en Europese coöperatieve vennootschappen, kunnen hier tot toetreden.

Een van de bijzondere kenmerken van vennootschappen met een sociaal oogmerk, is de verplichting om, naast een maatschappelijk doel, een sociaal oogmerk te omschrijven, dat in dit geval zal bestaan uit ' de uitvoering van het gewestelijk beleid op het gebied van advies en individuele en collectieve begeleiding aan ondernemingen in het kader van zijn opdracht van openbare dienst zoals bepaald in artikel 7 van de [o]rdonnantie en desgevallend verduidelijkt in de beheersovereenkomst afgesloten met de Regering ' (artikel 5, § 1, van het ontwerp) » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/1, p. 5).

B.25.2. Tijdens de besprekingen binnen de bevoegde commissie heeft de minister belast met de Economie in de volgende bewoordingen uitgelegd waarom is gekozen voor de rechtsvorm van een naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk : « Hij moest rekening houden met het verschil tussen de rechtsvormen van de instellingen die gefuseerd zullen worden : twee vzw's en een departement van het ministerie, de GOB. Men moest het ideale instrument vinden om die drie instellingen met personeelsleden die een arbeidsovereenkomst hebben en met personeelsleden die een ambtenarenstatuut hebben, samen te smelten. De gekozen rechtsvorm is niet nieuw, want de Huisvestingsmaatschappij (BGHM), de Brusselse Maatschappij voor het Waterbeheer (BMWB), Citeo, het Parkeeragentschap, de Belgische Technische Coöperatie of nog Bozar zijn allemaal naamloze vennootschappen met sociaal oogmerk. De vennootschap is publiekrechtelijk opdat ze verantwoording kan afleggen aan de Regering en het Parlement. Die vorm biedt bovendien de flexibiliteit waarop de economische wereld aanstuurt.

De minister voegt eraan toe dat de overdracht van de activa van de bestaande instellingen naar een ION van type B de ontbinding van de oorspronkelijke instellingen zou hebben vereist, alvorens de ION kon worden opgericht. Gelet op de omvang van de activa van Atrium en Impulse, kan de Regering zich een dergelijk juridisch vacuüm niet permitteren. Integendeel, de bij het ontwerp van ordonnantie opgerichte vennootschap zal een overdracht om niet van een algemeenheid genieten, voordat de drie instellingen in kwestie worden ontbonden. Het blootstellen van de personeelsleden van Atrium, Impulse en BI&E, die een deel van de activa in kwestie vormen, aan de onzekerheid van een juridisch vacuüm, al was het maar enkele dagen, zou waarschijnlijk tot een blokkering hebben geleid » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/2, pp. 24-25).

B.25.3. De ordonnantiegever heeft verscheidene afwijkingen van het Wetboek van vennootschappen waarin is voorzien bij de bestreden ordonnantie verantwoord door een beroep te doen op de impliciete bevoegdheden zoals zij zijn verwoord in artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest toepasselijk is gemaakt bij artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 : « Hoewel de keuze voor de naamloze vennootschap met sociaal oogmerk hierbij verantwoord is, zijn enkele beperkte afwijkingen van het Wetboek van vennootschappen noodzakelijk omwille van het publieke karakter van het Agentschap en meer in het bijzonder het feit dat het Agentschap slechts één enkele aandeelhouder, met name het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, mag hebben. Zo worden tegenstrijdigheden of onsamenhangendheden vermeden met de regelgeving die in het algemeen van toepassing is op naamloze vennootschappen en meer bepaald op vennootschappen met een sociaal oogmerk. Deze afwijkingen, voorzien in artikel 4, § 2, van het ontwerp van Ordonnantie, worden nader besproken in de artikelsgewijze commentaar van de ordonnantie.

In dit geval zijn de afwijkingen voorzien in het ontwerp van ordonnantie noodzakelijk omwille van het enkelvoudig aandeelhouderschap van het Agentschap (afwijkingen van artikelen 454, 4°, 646 en 661, § 1, 4°, 7° en 8°, van het Wetboek van vennootschappen) en om te voorkomen dat zijn ontbinding zou worden gevorderd door een belanghebbende derde (afwijkingen van artikelen 634, 666 en 667 van het Wetboek van vennootschappen). Hierdoor zou namelijk de continuïteit van de openbare dienstverlening van het Agentschap en de rechtszekerheid die de ordonnantie hem net wenst te verlenen in het gedrang komen.

De afwijkingen voorzien in het ontwerp lenen zich bovendien tot een gedifferentieerde regeling omwille van de bijzondere situatie van het Agentschap, die slechts een enkele aandeelhouder zal tellen, met name het Gewest. Deze laatste zal tevens de voornaamste bron van financiering van het Agentschap zijn en via twee Regeringscommissarissen het administratief toezicht op hem uitoefenen.

Een gedifferentieerde regel is des te meer verantwoord daar de afwijkingen voorzien in het ontwerp van ordonnantie enkel en alleen van toepassing zullen zijn op het Agentschap en dus slecht een uiterst beperkte draagwijdte zullen hebben.

Tot slot is de weerslag van de afwijkingen slechts marginaal in de mate dat zij enkel betrekking hebben op een zeer beperkt aantal bepalingen die in het algemeen van toepassing zijn op naamloze vennootschappen en in het bijzonder op vennootschappen met een sociaal oogmerk en dat zij beogen rekening te houden met het enkelvoudig aandeelhouderschap van het Agentschap of de continuïteit van de aan hem opgedragen openbare dienstverlening te verzekeren » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/1, pp. 7-8).

B.25.4. In antwoord op een door de afdeling wetgeving van de Raad van State geformuleerde opmerking wordt, in verband met artikel 4 van het voorontwerp van ordonnantie, in de memorie van toelichting voorts gepreciseerd : « De andere bepalingen van dit artikel beogen het publiekrechtelijk karakter van het Agentschap weer te geven. [...] Men mag, voor zover als nodig, niet vergeten dat het Agentschap uit het toepassingsgebied van de faillissementswetgeving uitgesloten zal zijn, aangezien de toepassing daarvan strijdig zou zijn met de continuïteit van de openbare dienstverlening.

Het juridisch statuut van het Agentschap wordt voor het overige aangevuld zodat het over een juridisch [kader] beschikt dat aangepast is [aan] de verwezenlijking van [zijn] openbare opdrachten » (ibid., p. 12). B.26. Zoals blijkt uit de in B.25 aangehaalde parlementaire voorbereiding, heeft de ordonnantiegever geopteerd voor een naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk, gelet op het feit dat het BAOB slechts één enkele aandeelhouder heeft en is belast met een opdracht van openbare dienstverlening in het kader van de uitvoering van het gewestelijk beleid inzake advies aan en begeleiding van de ondernemingen, een sector die ook vereist dat aan het BAOB een zekere autonomie wordt toegekend. Aldus is hij ervan uitgegaan dat hij diende af te wijken van sommige in het vennootschapsrecht van toepassing zijnde bepalingen die hij onverenigbaar achtte met de bijzondere situatie van het BAOB, zoals de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten betreffende de continuïteit van de ondernemingen.

B.27. Zodoende heeft de ordonnantiegever geraakt aan de bevoegdheid inzake handelsrecht en vennootschapsrecht die aan de federale overheid is voorbehouden. Bijgevolg dient de ordonnantiegever, op dat punt, zijn optreden te rechtvaardigen door een beroep te doen op de impliciete bevoegdheden. Artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat krachtens artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van toepassing is, staat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest toe rechtsbepalingen aan te nemen die een federale aangelegenheid regelen, op voorwaarde dat die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn bevoegdheden, die aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling en de weerslag van die bepalingen op de federale aangelegenheid slechts marginaal is.

B.28.1. De ordonnantiegever heeft kunnen oordelen dat de bestreden afwijking van het vennootschapsrecht, wat de toepassing van de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen sluiten betreffende de continuïteit van de ondernemingen betreft, wordt verantwoord door de noodzaak de continuïteit van de openbare dienstverlening die het BAOB vervult, te verzekeren. Die bepaling kan aldus noodzakelijk worden geacht voor de uitoefening van de bevoegdheden die hij heeft op grond van artikel 6, § 1, VI, in economische aangelegenheden, en van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

B.28.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de aangelegenheid zich tot een gedifferentieerde regeling leent. De aldus bepaalde afwijking betreft immers uitsluitend het BAOB. Ten slotte is de weerslag op de bevoegdheid van de federale overheid met betrekking tot het handelsrecht en het vennootschapsrecht marginaal, aangezien het bestreden artikel 4, § 4, niet raakt aan het gemene vennootschapsrecht, noch op algemene wijze de regeling wijzigt die van toepassing is inzake de continuïteit van de ondernemingen, maar alleen één enkele publiekrechtelijke rechtspersoon beoogt.

B.29. Aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is derhalve voldaan, zodat de ordonnantiegever zijn bevoegdheid niet heeft overschreden.

B.30. Het zesde middel is niet gegrond.

B.31. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door artikel 19, § 2, van de bestreden ordonnantie, in zoverre dat artikel uitsluitend het aan de BI&E toegewezen statutaire en contractuele personeel beoogt, met uitsluiting van de andere personeelsleden van de GOB. De overdracht van de betrokken personeelsleden van een ministerie naar een naamloze vennootschap van publiek recht met een sociaal oogmerk zou het niet mogelijk maken hun verworven rechten te waarborgen, zij zou een achteruitgang vormen, rekening houdend met het geringe kapitaal van de vennootschap, en zij zou de betrokken personeelsleden de mogelijkheid ontzeggen om ervoor te kiezen in een centrale overheidsstructuur te worden behouden.

B.32.1. Zoals blijkt uit artikel 19, § 4, van de bestreden ordonnantie, zijn de modaliteiten van de overdracht van zowel het contractuele als het statutaire personeel naar het BAOB door haar bepaald met inachtneming van het beginsel van het behoud van de verworven rechten en van het behoud van de arbeidsvoorwaarden voortvloeiend uit de individuele en collectieve arbeidsverhoudingen.

In de memorie van toelichting wordt gepreciseerd : « Wat betreft het statutair personeel van BI&E, zal de overdracht van rechtswege plaatsvinden en op de klassieke manier worden uitgevoerd (door middel van een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering). Wat betreft het contractueel personeel van BI&E, impliceert de overdracht een wijziging van werkgever [die] hun uitdrukkelijk akkoord vereist en het afsluiten van een nieuwe overeenkomst of een aanhangsel aan hun oorspronkelijke overeenkomst (advies van de AWRvS, nr. 54.701/2 van 11 december 2013).

De modaliteiten worden bepaald met inachtneming van het principe van sociaal overleg, het beginsel van het behoud van verworven rechten en de arbeidsvoorwaarden, voortvloeiend uit de individuele en collectieve arbeidsverhoudingen.

De Regering mag eveneens uitzonderlijke overgangsmaatregelen goedkeuren voor het statutair en contractueel personeel van BI&E dat aan het Agentschap wordt overgedragen. Het statutair personeel van BI&E zal aldus voor onbepaalde duur van het recht op intergewestelijke mobiliteit genieten volgens het besluit van 27 maart 2014 houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, A-493/1, p. 18).

Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/12/2017 pub. 04/01/2018 numac 2017032244 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de overdracht van het personeel van de gob naar het Brussels Agentschap voor de ondersteuning van het bedrijfsleven sluiten houdende de overdracht van het personeel van de GOB naar het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, genomen met toepassing van de bestreden ordonnantie, bepaalt dat de betrokken personeelsleden ambtshalve worden overgeheveld met behoud van hun hoedanigheid en graad of in een gelijkwaardige graad bij de diensten van het BAOB. Zij behouden hun bezoldiging of wedde, hun administratieve anciënniteit, de vergoedingen, premies en andere voordelen die zij genoten vóór hun overheveling (artikel 2). Voor de personeelsleden die beschikken over een arbeidsovereenkomst is de overheveling onderworpen aan hun uitdrukkelijke goedkeuring en aan het sluiten van een nieuwe arbeidsovereenkomst die alle op basis van hun oorspronkelijke arbeidsovereenkomst verworven anciënniteiten overneemt (artikel 3). De overgehevelde stagedoende en statutaire personeelsleden blijven ook het voordeel genieten van de mobiliteitsregeling overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of van elke andere bepaling die deze vervangt (artikel 7).

B.32.2. Zoals blijkt uit de in B.2.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding, heeft de ordonnantiegever de voor de ondersteuning van de ondernemingen geleverde inspanningen en ingezette overheidsmiddelen willen rationaliseren door een pool « advies en begeleiding » op te richten, met name door het opzetten van een geïntegreerde structuur die twee verenigingen en de BI&E, die een departement van de GOB is, verenigt.

Het is niet zonder redelijke verantwoording daartoe te voorzien in een overdracht van de aan dat departement toegewezen personeelsleden naar de nieuw opgerichte structuur.

B.33. Het eerste middel is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof - wijst de afstand bedoeld in B.3 toe; - verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 juni 2019.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, F. Daoût

^