Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 27 juni 2019

Uittreksel uit arrest nr. 13/2019 van 31 januari 2019} Rolnummer 6734 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 27 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 juli 2015 « houdende de eerste maatregelen ter uit Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019202823
pub.
27/06/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 13/2019 van 31 januari 2019} Rolnummer 6734 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 27 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 juli 2015 « houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het vlak van werkgelegenheid » en artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek, zoals het van toepassing was in het Vlaamse Gewest, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 27 september 2017 in zake de arbeidsauditeur te Brussel tegen Filipa De Baptista Marques en de bvba « Euro Cell », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 oktober 2017, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 27 van de Ordonnantie van 9 juli 2015 houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het vlak van werkgelegenheid, artikel 92bis van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot Hervorming der Instellingen en artikel 42 van de Bijzondere Wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, doordat het in artikel 12 van de Wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers strafrechtelijke sancties invoert voor inbreuken op de regelgeving inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten zonder dat een samenwerkingsakkoord werd gesloten met de andere gewesten en de federale staat ? 2. Is op een natuurlijk persoon met woonplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een rechtspersoon met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - maar met exploitatiezetels in zowel het Vlaams als het Waals Gewest - aan wie een inbreuk wordt verweten op de regelgeving inzake de tewerkstelling van buitenlandse werknemers op grond van het feit dat werd vastgesteld dat die personen werknemers tewerk stelden op het grondgebied van het Vlaams Gewest, de toepasselijke strafsanctie degene die geldt voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (artikel 27 van de Ordonnantie van 9 juli 2015 houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het vlak van werkgelegenheid), dan wel degene die geldt voor het Vlaams Gewest (artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek) ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 27 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 juli 2015 « houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het vlak van werkgelegenheid » (hierna : de ordonnantie van 9 juli 2015).

B.2. Artikel 27 van de ordonnantie van 9 juli 2015 herstelt het voorheen opgeheven artikel 12 van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten « betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers » (hierna : de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten) en voert strafsancties in voor inbreuken op de regelgeving inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.

Artikel 12 van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten, zoals het van toepassing is in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bepaalt : « § 1. Wordt bestraft hetzij met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6.000 euro of één van die straffen alleen, hetzij met een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro, de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber die, in strijd met deze wet en haar uitvoeringsmaatregelen, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen, arbeid doen of laten verrichten door een buitenlandse onderdaan die niet is toegelaten of gemachtigd tot een verblijf van meer dan drie maanden of tot vestiging in België.

De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. § 2. Wordt bestraft hetzij met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6.000 euro of één van die straffen alleen, hetzij met een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro, de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber die, in strijd met deze wet en haar uitvoeringsmaatregelen, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen, op het ogenblik van de tewerkstelling van een onderdaan van een derde land : 1° niet vooraf nagegaan heeft of deze over een geldige verblijfsvergunning of een andere machtiging tot verblijf beschikt;2° niet ten minste voor de duur van de tewerkstelling, een afschrift of de gegevens van zijn verblijfsvergunning of van zijn andere machtiging tot verblijf beschikbaar gehouden heeft voor de bevoegde inspectiediensten;3° geen aangifte heeft gedaan van de aanvang en de beëindiging van zijn tewerkstelling overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen. In het geval dat de verblijfsvergunning of de andere machtiging tot verblijf die door de buitenlandse onderdaan wordt voorgelegd een vervalsing is, is de in het eerste lid bedoelde sanctie van toepassing wanneer het bewezen is dat de werkgever op de hoogte was dat dit document een vervalsing was.

De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. § 3. Wordt bestraft hetzij met een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1.000 euro, hetzij met een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro, de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber die, in strijd met deze wet en haar uitvoeringsmaatregelen, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen : 1° een buitenlandse onderdaan arbeid heeft doen of laten verrichten zonder een arbeidsvergunning te hebben verkregen van de bevoegde overheid en/of die niet over een arbeidskaart beschikt;2° een buitenlandse onderdaan arbeid heeft doen of laten verrichten zonder de grenzen van deze arbeidsvergunning en/of arbeidskaart te respecteren;3° een buitenlandse onderdaan arbeid heeft doen of laten verrichten voor een duur welke de duur van de arbeidsvergunning en van de arbeidskaart overschrijdt;4° een buitenlandse onderdaan arbeid heeft doen of laten verrichten na de intrekking van de arbeidsvergunning of de arbeidskaart;5° de arbeidsvergunning niet heeft teruggegeven aan de buitenlandse werknemer of hem die heeft bezorgd tegen betaling van een bedrag of vergoeding in welke vorm ook. De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. § 4. Wordt bestraft hetzij met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6.000 euro of één van die straffen alleen, hetzij met een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro, eenieder die, in strijd met deze wet en haar uitvoeringsmaatregelen, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen : 1° een buitenlandse onderdaan België heeft laten binnenkomen om er te worden tewerkgesteld of daartoe heeft bijgedragen, tenzij de buitenlandse onderdaan in het bezit is van een geldige arbeidskaart en met uitzondering van de buitenlandse onderdaan voor wie de werkgever na diens aankomst in België een arbeidsvergunning kan verkrijgen om er te worden tewerkgesteld;2° een buitenlandse onderdaan heeft beloofd, tegen betaling van welke vergoeding ook, hetzij een betrekking voor hem te zoeken, hetzij hem een betrekking te bezorgen, hetzij formaliteiten te vervullen met het oog op diens tewerkstelling in België;3° van een buitenlandse onderdaan een vergoeding in welke vorm ook heeft geëist of aangenomen, hetzij om voor hem een betrekking te zoeken, hetzij om hem een betrekking te bezorgen, hetzij om formaliteiten te vervullen met het oog op diens tewerkstelling in België;4° als tussenpersoon is opgetreden tussen een buitenlandse onderdaan en een werkgever of de autoriteiten die zijn belast met de toepassing van de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsmaatregelen, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen, of nog tussen een werkgever en diezelfde autoriteiten, waarbij daden zijn gesteld die hetzij die buitenlandse onderdaan, hetzij de werkgever, hetzij de genoemde autoriteiten op een dwaalspoor kunnen brengen. De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. § 5. Voor de inbreuken als bedoeld in §§ 1, 2 en 4, kan de rechter bovendien de veroordeelde het verbod opleggen om gedurende een periode van één maand tot drie jaar, zelf of via een tussenpersoon, de onderneming of inrichting waar de inbreuk werd begaan geheel of gedeeltelijk uit te baten of er onder gelijk welke hoedanigheid dan ook in dienst te worden genomen. § 6. Voor de inbreuken als bedoeld in §§ 1, 2 en 4, kan de rechter bovendien, mits hij zijn beslissing ter zake met redenen omkleedt, de gehele of gedeeltelijke sluiting van de onderneming of inrichting waar de inbreuken werden begaan, bevelen voor de duur van één maand tot drie jaar. § 7. De duur van de straf die wordt uitgesproken met toepassing van § 5 of § 6 gaat in vanaf de dag waarop de veroordeelde zijn straf heeft ondergaan of waarop zijn straf verjaard is en, bij voorwaardelijke vrijlating, vanaf de dag van de invrijheidstelling, voor zover deze laatste niet ingetrokken wordt.

De gevolgen zullen evenwel een aanvang nemen zodra de veroordeling op tegenspraak of bij verstek definitief is. § 8. De rechter kan de in § 5 of § 6 bedoelde straffen slechts opleggen wanneer dit noodzakelijk is om de inbreuken te doen stoppen of om te voorkomen dat zij zich herhalen, op voorwaarde dat de veroordeling tot deze straffen in verhouding staat tot het geheel van de betrokken sociaal-economische belangen. Voor de inbreuken van § 3 kunnen de in § 5 of § 6 bedoelde straffen bovendien slechts worden opgelegd voor zover de gezondheid of de veiligheid van personen door deze inbreuken in gevaar wordt gebracht.

Deze straffen doen geen afbreuk aan de rechten van derden. § 9. Elke inbreuk op de beschikking van het vonnis of van het arrest waarbij een verbod of sluiting wordt opgelegd met toepassing van § 5 of § 6 wordt bestraft met een sanctie van § 3 ».

B.3. Met zijn eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of artikel 27 van de ordonnantie van 9 juli 2015 kon worden aangenomen zonder dat voorafgaandelijk het in artikel 92bis, § 3, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen vermelde verplichte samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de andere gewesten werd gesloten. In het bijzonder wordt het Hof gevraagd of de ontstentenis van een samenwerkingsakkoord tussen voormelde entiteiten voor het bepalen van de toepasselijkheid van hun respectieve strafbepalingen bij inbreuken op hun respectieve regelgeving inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten in overeenstemming is met de voormelde bijzondere wetsbepaling.

B.4. Artikel 42, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bepaalt : « Titel IVbis ' Samenwerking tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ' van de bijzondere wet [van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten] is van overeenkomstige toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ».

Artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is derhalve van overeenkomstige toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

B.5. De bijzondere wet van 16 juli 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/1993 pub. 25/03/2016 numac 2016000195 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gewone wet tot vervollediging van de federale staatsstructuur. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten tot vervollediging van de federale staatsstructuur heeft in het voormelde artikel 92bis een paragraaf 3, c), ingevoegd, volgens welke de federale overheid en de gewesten in ieder geval een samenwerkingsakkoord sluiten « voor de coördinatie tussen het beleid inzake de arbeidsvergunningen en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten ».

B.6. De door het voormelde artikel 92bis, § 3, c), beoogde verplichte samenwerking werd in de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 16 juli 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/1993 pub. 25/03/2016 numac 2016000195 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gewone wet tot vervollediging van de federale staatsstructuur. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten verantwoord als volgt : « De coördinatie tussen enerzijds de federale overheid, die bevoegd is om verblijfsvergunningen uit te reiken en om de normen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten te bepalen, en anderzijds de Gewesten, die bevoegd zijn om arbeidsvergunningen uit te reiken, kan het best worden verbeterd door de verplichting te voorzien tot het afsluiten van een samenwerkingsakkoord, waarbij onder meer volgende elementen zouden worden opgenomen : a) het sociaal-economische kader waarbinnen arbeidsvergunningen kunnen worden afgeleverd, met eventuele vaststelling van een bepaalde contingentering;b) bepalingen waarbij een eenvormige toepassing van de reglementering arbeidsvergunningen over het hele grondgebied wordt verzekerd; c) maatregelen tot coherente toepassing van de reglementering arbeidskaart t.o.v. reglementering verblijfsvergunningen; d) het oppuntstellen van een stelsel van informatieuitwisseling; e) het uitwerken van een sluitend controlesysteem, o.m. met het oog op het beperken van de toepassing van de zg. rotatietechniek » (Parl.

St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/5, pp. 453-454).

B.7.1. Vóór de zesde staatshervorming was de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten een aangelegenheid waarin de federale overheid en de gewesten elk onderscheiden, maar vervlochten bevoegdheden hadden. De federale overheid oefende de normatieve bevoegdheid uit en de gewesten waren enkel bevoegd voor de toepassing van de federale normen.

Sinds de zesde staatshervorming bepaalt artikel 6, § 1, IX, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals vervangen bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 en zoals van overeenkomstige toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest krachtens artikel 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, in algemene bewoordingen dat de gewesten bevoegd zijn voor « de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten, met uitzondering van de normen betreffende de arbeidskaart afgeleverd in het kader van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen en de vrijstellingen van beroepskaarten verbonden aan de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen. De vaststelling van de inbreuken kan eveneens worden verricht door de daartoe door de federale overheid gemachtigde ambtenaren ». Met uitzondering van de arbeidskaarten die een rechtstreekse afgeleide zijn van een specifieke verblijfssituatie, zijn de gewesten, inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten, bevoegd voor de regelgeving, de toepassing ervan, de controle ervan en de handhaving ervan (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2232/1, pp. 109-112).

B.7.2. Krachtens artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kunnen de gewesten binnen de grenzen van hun bevoegdheden ook de niet-naleving van de bepalingen van hun decreten strafbaar stellen en de straffen wegens die niet-naleving bepalen. Die bepaling is krachtens artikel 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen van overeenkomstige toepassing op de ordonnanties van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

B.7.3. Artikel 92bis, § 3, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is thans « deels zonder voorwerp [...] aangezien de normeringsbevoegdheid overgaat van de federale overheid naar de gewesten ingevolge het voorgestelde artikel 6, § 1, IX, 3°, BWHI. De bepaling blijft evenwel [haar] relevantie behouden voor de arbeidskaart afgeleverd in functie van de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen en de vrijstellingen van beroepskaarten verbonden aan de specifieke verblijfssituatie van de betrokken personen, waar de federale overheid bevoegd blijft voor de normering en de gewesten bevoegd blijven voor de toepassing ervan (artikel 6, § 1, IX, 4°, BWHI) » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2232/3, pp. 38-39).

B.7.4. In dat kader hebben de federale Staat, het Waalse Gewest, het Vlaamse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, met het oog op de omzetting van onder meer de Richtlijn 2011/98/EU, op 2 februari 2018 een samenwerkingsakkoord gesloten in de zin van de voormelde bijzondere wetsbepaling « met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2933/001, en Senaat, 2017-2018, nr. 6-411/1). Dat samenwerkingsakkoord heeft vooral betrekking op de vaststelling van de gecombineerde procedure en de wijziging van de verblijfsdocumenten om een gecombineerde titel « verblijf-werk » te creëren. Daarnaast hebben de bepalingen van het akkoord (in het bijzonder hoofdstuk II, afdeling 3 Toezicht, controle en sanctionering) betrekking op de vaststelling van de inbreuken door de inspectiediensten van de respectieve entiteiten en niet op de invoering van strafsancties door de betrokken partijen.

B.8. Uit het voorgaande volgt dat de door de bijzondere wetgever beoogde verplichting om een samenwerkingsakkoord te sluiten geen betrekking heeft op de strafrechtelijke normeringsbevoegdheid van de gewesten inzake de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.

Bijgevolg is de in het geding zijnde bepaling in overeenstemming met artikel 92bis, § 3, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, in samenhang gelezen met artikel 42, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.

B.9. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.10. De tweede prejudiciële vraag, gelezen in het licht van de feiten en de motivering vervat in het verwijzingsvonnis, peilt naar de inachtneming van de territoriale bevoegdheidsverdeling door artikel 27 van de ordonnantie van 9 juli 2015 en door artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek, zoals het van toepassing was in het Vlaamse Gewest.

Zij valt onder de bevoegdheid van het Hof op grond van artikel 26, § 1, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof.

B.11. De artikelen 5, 39 en 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 19, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en met de artikelen 2, § 1, en 7 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, hebben een exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling tot stand gebracht. Een zodanig stelsel veronderstelt dat het onderwerp van iedere regeling die een gewestwetgever uitvaardigt, moet kunnen worden gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is, zodat iedere concrete verhouding of situatie slechts door één enkele wetgever wordt geregeld.

B.12. Noch de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, zoals van toepassing in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, inzonderheid artikel 12 daarvan, hersteld door artikel 27 van de ordonnantie van 9 juli 2015, noch de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, in samenhang gelezen met het ten tijde van de feiten in dat Gewest van toepassing zijnde artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek, bevatten zelf lokalisatiecriteria, zodat de toepassingssfeer daarvan zelf wordt geregeld door de voormelde grondwetsbepalingen en de bepalingen van de voormelde bijzondere wetten.

Om een oordeel te kunnen vormen over de lokalisatie van een norm binnen het door de Grondwet en door de bijzondere wetten toegewezen territoriale bevoegdheidsgebied, dient rekening te worden gehouden met de aard en het onderwerp van de toegewezen materiële bevoegdheid.

B.13. Te dezen is de aan de orde zijnde gewestelijke bevoegdheid « de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten », zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Bijgevolg dienen de in B.12 bedoelde bepalingen aldus te worden geïnterpreteerd dat zij van toepassing zijn op, enerzijds, de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en, anderzijds, de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten in het Vlaamse Gewest, ongeacht de plaats waar de maatschappelijke zetel of exploitatiezetel van de betrokken werkgever is gevestigd indien die verschilt van de plaats van tewerkstelling van de buitenlandse arbeidskracht.

B.14. Aldus geïnterpreteerd zijn de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar met de voormelde grondwets- en bijzonderewetsbepalingen.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 27 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 juli 2015 « houdende de eerste maatregelen ter uitvoering en toepassing van de zesde Staatshervorming met betrekking tot het toezicht en de controle op het vlak van werkgelegenheid » schendt niet artikel 92bis, § 3, c), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, in samenhang gelezen met artikel 42, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. - In de interpretatie vermeld in B.13 schenden de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, zoals van toepassing in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, inzonderheid artikel 12 daarvan, hersteld door artikel 27 van de voormelde ordonnantie van 9 juli 2015, en de voormelde wet, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, in samenhang gelezen met het ten tijde van de feiten in dat Gewest van toepassing zijnde artikel 175 van het Sociaal Strafwetboek, niet de regels die de respectieve territoriale bevoegdheid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest bepalen.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 31 januari 2019.

De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux A. Alen

^