Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 13 september 2019

Uittreksel uit arrest nr. 76/2019 van 23 mei 2019 Rolnummer 6886 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 581 tot 589 van het Vlaamse decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, ingesteld door Kristof De Bel. Het Gr samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goe(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019202653
pub.
13/09/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 76/2019 van 23 mei 2019 Rolnummer 6886 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 581 tot 589 van het Vlaamse decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur, ingesteld door Kristof De Bel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 maart 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 maart 2018, heeft Kristof De Bel beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 581 tot 589 van het Vlaamse decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 2018). (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 581 tot 589 van het Vlaamse decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur (hierna : het Decreet Lokaal Bestuur). De bestreden bepalingen maken deel uit van titel 2, hoofdstuk 2 (« Overgangsbepalingen inzake de ambtelijke organisatie van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn »).

B.2. Het Decreet Lokaal Bestuur vervangt de bestaande decreten die de organisatie en de werking van de Vlaamse lokale besturen regelen en beoogt een zo eenduidig mogelijke politieke, ambtelijke en beleidsmatige aansturing van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 3). Op het ambtelijke vlak krijgt die integratie mede vorm door een eenduidige aansturing van het personeel in het nieuwe ambt van de algemeen directeur, die in de plaats treedt van zowel de gemeentesecretaris als de OCMW-secretaris. De financieel directeur treedt in de plaats van zowel de financieel beheerder van de gemeente als van de financieel beheerder van het OCMW. Daarnaast hebben de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn één gezamenlijk organogram en één gezamenlijk managementteam (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 5).

In elke gemeente zijn er voortaan derhalve een algemeen directeur en een financieel directeur die zowel bevoegd zijn voor de gemeente als voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient (artikel 162, § 1, eerste lid, van het Decreet Lokaal Bestuur).

B.3. Met betrekking tot de samensmelting van de vroegere ambten van gemeentesecretaris en van OCMW-secretaris vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Deze vorm van integratie is bovendien niet geheel nieuw. Zo bepaalden het OCMW- en Gemeentedecreet initieel reeds dat gemeenten met niet meer dan 20.000 inwoners de mogelijkheid hadden om een indienstzijnde secretaris of financieel beheerder van de gemeente, op basis van een beheersovereenkomst, ook de taken van dezelfde functie bij het OCMW te laten uitoefenen. Bij de decreten van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeente- en OCMW-decreet werd die mogelijkheid zelfs nog verder uitgebreid, zodat zij niet langer enkel gold voor de gemeenten met niet meer dan 20.000 inwoners. Alle gemeenten van het Vlaamse Gewest en hun OCMW kunnen er met andere woorden nu reeds samen voor kiezen of ze gebruik zullen maken van de mogelijkheid om de secretaris en de financieel beheerder van de gemeente die door het OCMW wordt bediend, respectievelijk de taken van OCMW-secretaris en financieel beheerder te laten uitoefenen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 41).

B.4.1. Het enige middel is afgeleid uit een schending, door de bestreden bepalingen, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het Decreet Lokaal Bestuur de mogelijkheid biedt aan de gemeenteraad om het ambt van algemeen directeur in te vullen via aanwerving of bevordering wanneer de gemeentesecretaris en de OCMW-secretaris twee verschillende personen zijn, terwijl overeenkomstig artikel 581 van het voormelde decreet het ambt van algemeen directeur van rechtswege wordt ingevuld wanneer het ambt van gemeentesecretaris en dat van OCMW-secretaris voordien reeds werden uitgeoefend door één en dezelfde persoon, en terwijl artikel 582 in een procedure via aanwerving of bevordering voorziet wanneer zowel het ambt van gemeentesecretaris als dat van OCMW-secretaris vacant zijn.

Aldus zou een niet-verantwoord verschil in behandeling ontstaan ten nadele van de personen die vóór de totstandkoming van het Decreet Lokaal Bestuur ofwel het ambt van gemeentesecretaris of dat van OCMW-secretaris uitoefenden.

B.4.2. Uit het verzoekschrift blijkt dat enkel de gehele of gedeeltelijke vernietiging wordt beoogd van artikel 583 van het bestreden decreet. Als gewezen gemeentesecretaris van de gemeente Merelbeke kan de verzoekende partij bovendien enkel rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door het bestreden artikel 583, § 1, dat de rechtspositie regelt van de titularissen van het ambt van gemeentesecretaris. Het Hof beperkt zijn onderzoek bijgevolg tot die bepaling.

B.5.1. De Vlaamse Regering werpt op dat het beroep tot vernietiging niet ontvankelijk is omdat de grieven van de verzoekende partij niet gericht zijn tegen het bestreden decreet, doch tegen de beslissing die werd genomen door de gemeenteraad van Merelbeke om het ambt van algemeen directeur door aanwerving in te vullen.

B.5.2. In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering aanvoert, is de kritiek van de verzoekende partij gericht tegen het bestreden decreet.

Het gegeven dat zij voor de Raad van State ook de beslissing van de gemeenteraad van Merelbeke aanvecht, doet daaraan geen afbreuk. Uit de memories van de Vlaamse Regering blijkt overigens dat ze op adequate wijze heeft geantwoord op de grieven die door de verzoekende partij zijn geformuleerd tegen het bestreden decreet.

De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt verworpen.

B.6.1. De nieuwe ambten van algemeen directeur en van financieel directeur van de gemeente worden de eerste maal ingevuld op basis van een overgangsregeling die voorziet in verscheidene scenario's (Parl.

St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/7, p. 8).

B.6.2. Indien het ambt van gemeentesecretaris en dat van OCMW-secretaris voordien reeds werden uitgeoefend door één en dezelfde persoon, wordt die persoon van rechtswege aangesteld als algemeen directeur bij de gemeente (artikel 581 van het Decreet Lokaal Bestuur).

B.6.3. Indien het ambt van gemeentesecretaris en dat van OCMW-secretaris vacant zijn, vult de gemeenteraad het ambt van algemeen directeur in door aanwerving of bevordering (artikel 582 van het Decreet Lokaal Bestuur).

B.6.4. Artikel 583 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt : « § 1. Als de titularis van het ambt van gemeentesecretaris en de titularis van het ambt van secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, of als maar een van beide ambten ingevuld is, kan de gemeenteraad de titularissen of, in voorkomend geval, de titularis, oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van algemeen directeur. Na het verstrijken van de termijn stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.

Als maar een van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat heeft gesteld, wordt die persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen, met behoud van zijn dienstverband, van rechtswege aangesteld als algemeen directeur bij de gemeente.

Als twee van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stellen, stelt de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van de titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband aan als algemeen directeur.

Als geen van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stelt of als de gemeenteraad geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid vermeld in het eerste lid, vult de gemeenteraad het ambt in door aanwerving of bevordering. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor het ambt van algemeen directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De algemeen directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden. § 2. Als de titularis van het ambt van financieel beheerder van de gemeente en de titularis van het ambt van financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, of als maar een van beide ambten ingevuld is, kan de gemeenteraad de titularissen, of, in voorkomend geval, de titularis oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur. Na het verstrijken van de termijn stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.

Als maar een van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat heeft gesteld, wordt die persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen, met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als financieel directeur bij de gemeente.

Als twee van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stellen, stelt de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van de titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband aan als financieel directeur.

Als geen van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stelt of als de gemeenteraad geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, vult de gemeenteraad het ambt in door aanwerving of bevordering. De gemeenteraad stelt voorwaarden vast voor het ambt van financieel directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De financieel directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden ».

B.7. In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering aanvoert, volstaat de omstandigheid dat de in functie zijnde secretarissen van de gemeente en van het OCMW zich in verschillende situaties bevinden, niet om te besluiten dat die categorieën van personen niet vergelijkbaar zijn. Ten aanzien van de exceptie van niet-vergelijkbaarheid dient in herinnering te worden gebracht dat verschil en vergelijkbaarheid niet met elkaar mogen worden verward. De onderscheiden situaties waarin die secretarissen zich bevinden voor de aanstelling in het nieuwe ambt van algemeen directeur kunnen weliswaar een element zijn in de beoordeling van een verschil in behandeling, maar zij kunnen niet volstaan om tot de niet-vergelijkbaarheid te besluiten, anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan.

B.8.1. Lokale besturen die vóór de totstandkoming van het bestreden decreet nog niet hadden gekozen voor een eengemaakte ambtelijke en financiële aansturing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, beschikken bij de benoeming van de algemeen directeur over de keuze om de titularissen van het ambt van gemeentesecretaris of van OCMW-secretaris op te roepen zich kandidaat te stellen of om het ambt in te vullen door aanwerving of bevordering.

B.8.2. Enkel indien het ambt van gemeentesecretaris en dat van OCMW-secretaris reeds werden uitgeoefend door één en dezelfde persoon, wordt die persoon van rechtswege aangesteld als algemeen directeur bij de gemeente. Het gaat in dat geval om secretarissen die vóór de totstandkoming van het Decreet Lokaal Bestuur reeds ten dienste stonden van zowel de gemeente als het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient (artikel 581 van het Decreet Lokaal Bestuur).

B.8.3. Zoals de parlementaire voorbereiding vermeldt, heeft de algemeen directeur een meer uitgebreid takenpakket en een grotere verantwoordelijkheid dan de vroegere gemeentesecretaris of de OCMW-secretaris : « De algemeen directeur en de financieel directeur worden de nieuwe leidinggevende ambtenaren. De motor van de verdere integratie moet op lokale maat en tempo gestalte worden gegeven. Men moet zorgen voor een eenduidige aansturing van het personeel van de beide rechtspersonen en instaan voor de advisering van de organen van de beide rechtspersonen.

De betrekking van secretaris/financieel beheerder in gemeente en OCMW moet worden vervangen. Organiek gaat men van vier personeelsleden naar twee. De betrokkenen moeten steeds personeelslid zijn van de gemeente en moeten worden aangesteld door de gemeenteraad.

De directeursfunctie omvat het takenpakket van de vroegere twee betrekkingen, maar dan samengevoegd. Dit wordt gekoppeld aan 130 % van het salaris van de vroegere gemeentesecretaris of gemeentelijke financieel beheerder. Die verhoging heeft te maken met de grotere verantwoordelijkheid » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/7, p. 8).

B.9. Het bekritiseerde verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk het feit of de ambten van gemeentesecretaris en van OCMW-secretaris vóór de totstandkoming van het bestreden decreet al dan niet werden uitgeoefend door één en dezelfde persoon.

De keuze van de decreetgever om een onderscheiden overgangsregeling uit te werken, steunt eveneens op een pertinent criterium van onderscheid in het licht van de beoogde doelstelling om te komen tot een eengemaakte ambtelijke en financiële aansturing van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient. De gemeentesecretarissen die reeds voorheen ook de taken uitoefenden van OCMW-secretaris hebben immers een ervaring opgebouwd waarover de personen die één van beide functies afzonderlijk uitoefenden niet beschikken.

B.10.1. Indien het ambt van gemeentesecretaris en dat van OCMW-secretaris voorheen niet door dezelfde persoon werden uitgeoefend, heeft de gemeenteraad de keuze om ofwel de titularissen van de ambten van gemeentesecretaris of van OCMW-secretaris op te roepen om zich kandidaat te stellen of om het ambt in te vullen door aanwerving of bevordering. De aanwerving of bevordering dient te gebeuren volgens een objectief gevoerde selectieprocedure. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor het ambt van algemeen directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De algemeen directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden.

Die keuzemogelijkheid past in het kader van het streven van de decreetgever om de lokale autonomie te vergroten en ruimte te laten voor maatwerk (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 6).

B.10.2. De overgangsregeling ten voordele van de vroegere titularissen van de ambten van gemeentesecretaris of van OCMW-secretaris is ingegeven door overwegingen van continuïteit en kwaliteit van de openbare dienstverlening, van het zuinigheids- en redelijkheidsbeginsel en van een transitiemanagement naar eengemaakte aansturing (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 13).

In de parlementaire voorbereiding wordt evenwel benadrukt dat die voorrangsregeling een uitzondering vormt op de normale invulling van betrekkingen bij de overheid via aanwerving of bevordering (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1353/1, p. 13).

B.10.3. Rekening houdend met de bevoegdheden van de algemeen directeur vermocht de decreetgever aldus de gemeenteraad de mogelijkheid te bieden om het ambt eveneens open te stellen voor andere kandidaten dan de gemeentesecretarissen en de OCMW-secretarissen, wanneer zij niet reeds ten dienste stonden van zowel de gemeente als het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient.

B.11. Wanneer een gemeenteraad beslist om het ambt van algemeen directeur in te vullen via een aanwerving of bevordering, verhinderen de bestreden bepalingen de gemeentesecretarissen en de OCMW-secretarissen bedoeld in artikel 583, § 1, van het Decreet Lokaal Bestuur niet zich kandidaat te stellen.

Daarenboven voorziet de overgangsregeling in waarborgen voor de gemeentesecretarissen en de OCMW-secretarissen die geen algemeen directeur worden. Zij worden op persoonlijke titel en met behoud van de aard van hun dienstverband en hun geldelijke anciënniteit aangesteld hetzij als adjunct-algemeen directeur bij de gemeente, hetzij in een passende functie van niveau A bij de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient of bij een verzelfstandigde entiteit van de gemeente of een vereniging van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient. Zij worden aangesteld met behoud van de salarisschaal die ze kregen als secretaris, zolang het salaris op basis daarvan gunstiger is dan het salaris dat zij zouden krijgen na de inschaling in een passende functie (artikel 589, § 1, van het Decreet Lokaal Bestuur).

Tot en met 31 december 2023 worden zij geacht te voldoen aan de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden die door de gemeenteraad worden vastgesteld voor het ambt van algemeen directeur. De gemeenteraad kan ook bepalen dat zij worden opgenomen in een wervingsreserve (artikel 589, § 3, van het Decreet Lokaal Bestuur).

B.12. Uit het voorgaande vloeit voort dat het bekritiseerde verschil in behandeling tussen de titularissen van het ambt van gemeentesecretaris of van OCMW-secretaris, al naargelang zij dat ambt vóór de totstandkoming van het Decreet Lokaal Bestuur enkel voor de gemeente of voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uitoefenden dan wel dat ambt reeds voorheen voor de beide rechtspersonen uitoefenden, niet zonder redelijke verantwoording is.

B.13. Het enige middel is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 23 mei 2019.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen

^