gepubliceerd op 28 december 2018
Uittreksel uit arrest nr. 167/2018 van 29 november 2018 Rolnummer 6751 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 82 van de wet van 18 april 2017 houdende diverse bepalingen inzake economie, ingesteld door de vzw « Greenpeace Belgium » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...)
Uittreksel uit arrest nr. 167/2018 van 29 november 2018 Rolnummer 6751 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie, ingesteld door de vzw « Greenpeace Belgium » en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 oktober 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 oktober 2017, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 april 2017) door de vzw « Greenpeace Belgium », de vzw « Fédération Inter-environnement Wallonie », de vzw « Forum voor Vredesactie », de Vlaamse Vereniging van Journalisten, de vzw « Bond Beter Leefmilieu » en de vzw « World Wide Fund for Nature Belgium », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Verstraeten, advocaat bij de balie te Leuven. (...) II. In rechte (...) B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie (hierna : de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten).
De bestreden bepaling maakt deel uit van hoofdstuk 14 van de voormelde wet, met als titel : « Wijzigingen van de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst ».
Artikel 69 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten bepaalt : « Het opschrift van de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst wordt vervangen als volgt : ' Wet betreffende Delcredere ' ».
B.1.2. Het bestreden artikel 82 bepaalt : « Artikel 10 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 17 juni 1991, wordt vernummerd tot artikel 11 en hersteld als volgt : '
Art. 11.De stukken die Delcredere ontvangt of produceert in het kader van zijn activiteiten ter uitvoering van de bij deze wet opgelegde opdracht van commerciële en financiële aard, worden niet beschouwd als een bestuursdocument in de zin van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Op Delcredere rust een discretieplicht voor wat betreft de vertrouwelijke bedrijfsinformatie waarover hij beschikt. ' ».
B.1.3. Artikel 1, tweede lid, 2°, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (hierna : de wet van 11 april 1994) definieert een bestuursdocument als « alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt ». B.2. Het enige middel is afgeleid uit de schending, door artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten, van de artikelen 10, 11 en 32 van de Grondwet, doordat de bestreden bepaling de stukken die Delcredere ontvangt of produceert op een algemene en absolute wijze zou uitsluiten van het grondwettelijk gewaarborgde recht op passieve openbaarheid van bestuur. Voorts zou aldus ook een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling ontstaan tussen, enerzijds, rechtsonderhorigen die bij het opvragen van informatie bij Delcredere geen beroep kunnen doen op het recht op passieve openbaarheid van bestuur en, anderzijds, rechtsonderhorigen die bij het opvragen van informatie bij andere administratieve overheden dat recht wel genieten.
B.3.1. Artikel 32 van de Grondwet bepaalt : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
B.3.2. Volgens de Grondwetgever legt die bepaling « de basisprincipes vast met betrekking tot de openbaarheid van bestuur. Er is geopteerd voor een korte omschrijving van deze principes. Een nadere specifiëring kan alleen maar verwarring scheppen en ertoe leiden dat wat verduidelijking moet zijn een verenging wordt. Het gevaar is te groot dat wat dan niet is opgenomen als een al dan niet gewilde beperking zou worden geïnterpreteerd » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 839/1, p. 4; nr. 839/4, p. 2; Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 100-49/2°, p. 3).
B.3.3. Alhoewel het recht op toegang tot bestuursdocumenten is erkend als een grondrecht, kan het slechts worden uitgeoefend in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de onderscheiden wetgevers.
B.4. De Ministerraad betwist dat artikel 32 van de Grondwet van toepassing zou zijn op Delcredere, aangezien de instelling in de uitoefening van haar opdracht, die van commerciële en financiële aard is, niet zou optreden als een administratieve overheid en niet beschikt over bestuursdocumenten.
B.5.1. Volgens de Grondwetgever gelden de beginselen vastgesteld in artikel 32 van de Grondwet ten aanzien van alle administratieve overheden en dient bij de concrete invulling van dat begrip een zo breed mogelijke interpretatie te worden gehanteerd, aangezien het recht op de openbaarheid van de bestuursdocumenten een fundamenteel recht vormt.
B.5.2. Delcredere is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die is opgericht en wordt geregeld bij de wet van 31 augustus 1939 betreffende Delcredere (hierna : de wet van 31 augustus 1939) en die is onderworpen aan het toezicht van de overheid. Delcredere is belast met taken van openbare dienst die ertoe strekken de internationale economische betrekkingen te bevorderen en de tekortkomingen van de privésector op het vlak van de kredietverzekering te verhelpen. De dienst is ingedeeld in categorie C bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
B.5.3. De taken van Delcredere worden omschreven in artikel 1, § 2, van de wet van 31 augustus 1939, zoals gewijzigd bij artikel 70 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten, dat bepaalt : « Delcredere vervult een opdracht van commerciële en financiële aard die erin bestaat de internationale economische betrekkingen te bevorderen, hoofdzakelijk door de acceptatie van risico's op het gebied van uitvoer, invoer en investeringen in het buitenland.
Om zijn doel te verwezenlijken kan Delcredere : 1° alle waarborgen verlenen die strekken tot beperking van de risico's, inzonderheid de politieke risico's, de kredietrisico's en de financiële risico's, die de ondernemingen lopen bij de uitoefening van hun activiteit;2° alle waarborgen verlenen die strekken tot beperking van de risico's verbonden aan internationale investeringen;3° alle waarborgen verlenen die strekken tot beperking van de koersrisico's;4° zijn medewerking verlenen aan de financiering van uitvoerverrichtingen wanneer de financieringsbronnen geheel of gedeeltelijk van openbare oorsprong zijn, of door zijn tussenkomst de eventuele ontoereikendheid van de aangeboden financiële hulp aanvullen;5° zowel in België als in het buitenland, alle nevenactiviteiten of aanvullende activiteiten uitoefenen die het verwezenlijken van zijn doel kunnen vergemakkelijken;6° voor rekening van de Regering elke opdracht vervullen, zowel technisch of financieel als op het vlak van de vertegenwoordiging, in verband met internationale handels- of investeringsverrichtingen, welke zij besluit hem toe te vertrouwen ». B.5.4. Artikel 3 van de wet van 31 augustus 1939 bepaalt : « Delcredere oefent zijn activiteit uit : 1° voor rekening van de Staat wanneer verrichtingen als bedoeld in § 2, tweede lid, 1° tot 3°, van artikel 1 risico's inhouden waarvan de belangrijkheid en de duur zijn technische mogelijkheden te boven gaan, doch hun verwezenlijking door de Regering niettemin gepast wordt geacht of wanneer hij de opdrachten vervult als bedoeld in § 2, tweede lid, 6°, van artikel 1;2° voor eigen rekening, zonder Staatsgarantie, voor verrichtingen die op grond van hun aard, hun duur en de intensiteit van het risico gewoonlijk eveneens worden gewaarborgd door maatschappijen die niet optreden voor rekening of met de garantie van de Staat;3° voor eigen rekening, met Staatsgarantie, in alle overige gevallen ». B.5.5. Uit het bovenstaande volgt dat Delcredere, hoewel hij een opdracht heeft van commerciële en financiële aard, opgericht is en geregeld wordt bij de wet, onderworpen is aan overheidstoezicht en taken van openbare dienst uitoefent en derhalve als administratieve overheid optreedt (zie in dezelfde zin : Raad van State, afdeling wetgeving, advies nr. 60.806/1/2/4 van 7 februari 2017, Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2331/001, p. 109; Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid van bestuur, advies nr. 2013-33 van 2 september 2013; advies nr. 2013-44 van 2 september 2013 en advies nr. 115-2016 van 24 oktober 2016).
In die hoedanigheid valt Delcredere onder het toepassingsgebied van artikel 32 van de Grondwet.
B.6.1. Artikel 32 van de Grondwet waarborgt de openbaarheid van « bestuursdocumenten ». Volgens de Grondwetgever wordt met de term « bestuursdocument » alle informatie bedoeld, in welke vorm ook, waarover de administratieve overheden beschikken. Dat begrip moet zeer ruim worden geïnterpreteerd (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 839/1, p. 5) : « Het betreft alle beschikbare informatie, welke ook de informatiedrager is : schriftelijke stukken, geluids- en beeldopnamen met inbegrip van de gegevens vervat in de geautomatiseerde informatieverwerking.Verslagen, studies, zelfs van niet-ambtelijke adviescommissies, sommige notulen en processen-verbaal, statistieken, administratieve richtlijnen, omzendbrieven, contracten en vergunningen, registers van openbaar onderzoek, examencohiers, films, foto's enz. waarover een overheid beschikt, zijn in regel openbaar, behoudens wanneer een uitzonderingsgrond moet worden toegepast » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 839/1, p. 5).
B.6.2. Rekening houdend met die ruime omschrijving moet, in tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, worden aangenomen dat de stukken die een administratieve overheid, zoals Delcredere, ontvangt of produceert in het kader van haar opdracht, dienen te worden beschouwd als bestuursdocumenten in de zin van artikel 32 van de Grondwet.
B.6.3. In tegenstelling tot wat in de parlementaire voorbereiding is vermeld en ook door de Ministerraad wordt aangevoerd ter verantwoording van de bestreden bepaling hoeft de openbaarheid van bestuur, zoals gewaarborgd door de voormelde grondwetsbepaling, niet noodzakelijk verband te houden met het bestaan van een eenzijdige bestuurshandeling. Het is immers voldoende dat de administratieve overheid in het bezit is van de bestuursdocumenten waarvan de inzage of de mededeling wordt gevraagd.
B.7.1. Door te bepalen, in artikel 32 van de Grondwet, dat elk bestuursdocument - begrip dat volgens de Grondwetgever zeer ruim moet worden geïnterpreteerd - in de regel openbaar is, heeft de Grondwetgever het recht op de openbaarheid van de bestuursdocumenten ingeschreven als een grondrecht.
B.7.2. Uitzonderingen op het beginsel van de openbaarheid van de bestuursdocumenten zijn slechts mogelijk onder de voorwaarden vastgesteld door de wet, het decreet of de ordonnantie. Zij moeten worden verantwoord en moeten beperkend worden geïnterpreteerd (Parl.
St., Senaat, 1991-1992, nr. 100-49/2°, p. 9).
B.7.3. Door het mogelijk te maken dat een wetgever kan bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden kan worden afgeweken van het beginsel van de administratieve transparantie heeft de Grondwetgever niet uitgesloten dat de toegang tot bepaalde documenten aan voorwaarden wordt gekoppeld of wordt beperkt, voor zover die beperkingen redelijk verantwoord zijn en geen onevenredige gevolgen met zich meebrengen.
In dat opzicht dient te worden onderstreept dat de administratieve transparantie bijdraagt tot het daadwerkelijke karakter van de uitoefening van het recht van beroep van de bestuurden voor de Raad van State of voor de justitiële gerechten.
B.7.4. Wanneer de Grondwetgever artikel 32 van de Grondwet heeft aangenomen, is onderstreept dat de uitzonderingen op dat recht in beginsel een onderzoek geval per geval van de verschillende aanwezige belangen vereisen : « telkens [moet] in concreto het belang van de openbaarmaking [...] worden afgewogen tegen het belang beschermd door een uitzonderingsgrond » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 839/1, p. 5).
B.8. Het Hof dient na te gaan of de maatregel die erin bestaat op algemene en absolute wijze alle stukken die Delcredere ontvangt of produceert in het kader van zijn activiteiten ter uitvoering van de bij de wet van 31 augustus 1939 opgelegde opdracht van commerciële en financiële aard, uit te sluiten van het toepassingsgebied van de wet van 11 april 1994, en Delcredere een discretieplicht oplegt voor wat de vertrouwelijke bedrijfsinformatie betreft waarover die instelling beschikt, in overeenstemming is met de artikelen 10, 11 en 32 van de Grondwet.
B.9.1. De wet van 11 april 1994 is in beginsel op algemene wijze van toepassing op de federale administratieve overheden en op de niet-federale administratieve overheden doch slechts in de mate waarin die wet op gronden die tot de federale bevoegdheid behoren, de openbaarheid van bestuursdocumenten verbiedt of beperkt (artikel 1, eerste lid).
Artikel 1, tweede lid, 1° definieert een administratieve overheid als « een administratieve overheid als bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State ». Luidens artikel 1, tweede lid, 2°, dient onder bestuursdocument te worden begrepen « alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt ». De artikelen 4 en 5 van de wet van 11 april 1994 regelen het principiële recht om een bestuursdocument te raadplegen, een afschrift ervan te ontvangen en uitleg daarover te verkrijgen.
B.9.2. Artikel 6, §§ 1 tot 3, van de wet van 11 april 1994 voorziet in een aantal uitzonderingen op die principiële openbaarheid : « § 1. Een federale of niet-federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende bepalingen : 1° de veiligheid van de bevolking;2° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden;3° de federale internationale betrekkingen van België;4° de openbare orde, de veiligheid of de verdediging van het land;5° de opsporing of vervolging van strafbare feiten;6° een federaal economisch of financieel belang, de munt of het openbaar krediet;7° het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld;8° de geheimhouding van de identiteit van de persoon die het document of de inlichting vertrouwelijk aan de administratieve overheid heeft meegedeeld ter aangifte van een strafbaar of strafbaar geacht feit. § 2. Een federale of niet-federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument, die met toepassing van deze wet is gedaan, af, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet : 1° aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd;2° aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting;3° aan het geheim van de beraadslagingen van de federale Regering en van de verantwoordelijke overheden die afhangen van de federale uitvoerende macht, of waarbij een federale overheid betrokken is;4° aan de belangen bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. § 3. Een federale administratieve overheid mag een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in de mate dat de vraag : 1° een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven;2° een advies of een mening betreft die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld;3° kennelijk onredelijk is;4° kennelijk te vaag geformuleerd is ». B.9.3. Artikel 6, § 4, van de wet van 11 april 1994 bepaalt dat wanneer met toepassing van die uitzonderingsgronden een bestuursdocument slechts voor een deel aan de openbaarheid moet of mag worden onttrokken, de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift tot het overige deel wordt beperkt.
B.9.4. Artikel 8 van de wet van 11 april 1994 richt een Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten op, die advies kan uitbrengen over een aanvraag tot raadpleging of verbetering van een bestuursdocument, met de mogelijkheid om tegen het advies van die Commissie beroep in te stellen bij de Raad van State. De Commissie kan ook op eigen initiatief advies verstrekken betreffende de algemene toepassing van de wet op de openbaarheid van bestuur.
B.10.1. Door te bepalen dat de stukken die Delcredere ontvangt of produceert in het kader van zijn activiteiten ter uitvoering van de bij de wet van 31 augustus 1939 opgelegde opdracht van commerciële en financiële aard niet worden beschouwd als bestuursdocumenten in de zin van de wet van 11 april 1994, voert de bestreden bepaling een algemene uitzondering in op het fundamentele recht dat is gewaarborgd bij artikel 32 van de Grondwet.
B.10.2. Het daaruit voortvloeiende verschil in behandeling tussen de personen die willen kennisnemen van de in de bestreden bepaling bedoelde documenten, die automatisch van dat recht zijn uitgesloten, en de personen die willen kennisnemen van andere bestuursdocumenten, die de bij de wet van 11 april 1994 ingevoerde procedure genieten, kan alleen een toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 32 van de Grondwet, doorstaan wanneer het berust op een objectief criterium en redelijk verantwoord is. Het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel.
B.11. De parlementaire voorbereiding van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten wijst op de concurrentiële omgeving waarin Delcredere opereert en verantwoordt de bestreden maatregel door de zorg om de bescherming te waarborgen van de vertrouwelijke bedrijfsinformatie van de cliënten van Delcredere, aangezien de regeling waarin is voorzien in de wet van 11 april 1994 hiervoor geen sluitende oplossing zou bieden. De uitzonderingsgronden in die wet vereisen immers dat geval per geval geoordeeld wordt welke van de gegevens die de bedrijven aan Delcredere meedelen al dan niet vertrouwelijk zijn en verplichten Delcredere tot openbaarmaking wanneer de bescherming van het vertrouwelijk karakter van de bedrijfsinformatie van zijn cliënten niet opweegt tegen het belang van de openbaarheid. Aldus zou Delcredere zijn cliënten niet op sluitende wijze de vereiste bescherming van hun vertrouwelijke bedrijfsinformatie kunnen bieden.
Er wordt ook benadrukt dat niet louter bepaalde segmenten maar integendeel het geheel van de handelingen die Delcredere bij het uitoefenen van zijn kerntaken stelt, handelingen betreft die passen in het kader van een uitsluitend commerciële en financiële context. De bestreden bepaling moet toelaten dat Delcredere een bescherming kan bieden van de vertrouwelijke gegevens van zijn cliënten die gelijkwaardig is aan hetgeen bij de concurrentie geldt. Ten slotte wordt ter verantwoording van de bestreden bepaling ook erop gewezen dat het optreden van Delcredere gericht is op het sluiten van private overeenkomsten en dat Delcredere bij de uitoefening van zijn commerciële en financiële activiteiten geen eenzijdige bestuurshandelingen stelt (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2331/001, pp. 46-50).
B.12.1. Ondernemingen hebben een rechtmatig belang om hun zakengeheimen niet aan de openbaarheid prijs te geven. Wanneer de administratieve transparantie op dergelijke informatie betrekking heeft, dient een goed evenwicht tot stand te worden gebracht tussen de bescherming van het zakengeheim en het grondrecht dat wordt gewaarborgd bij artikel 32 van de Grondwet.
B.12.2. Er kan echter niet a priori van worden uitgegaan dat alle stukken die Delcredere ontvangt of produceert in het kader van zijn activiteiten ter uitvoering van de bij de wet van 31 augustus 1939 betreffende Delcredere opgelegde opdracht van openbare dienst, dermate vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevatten dat zij in hun volledigheid aan de openbaarheid zouden moeten worden onttrokken.
Een dergelijke absolute uitsluiting verdraagt zich niet met artikel 32 van de Grondwet, dat van de openbaarheid van bestuursdocumenten de regel heeft gemaakt en vereist dat uitzonderingen daarop strikt worden geïnterpreteerd en geval per geval worden gerechtvaardigd zodat het beginsel van de administratieve transparantie niet wordt uitgehold.
B.13.1. Er wordt voorts niet aangetoond dat de uitzonderingen en de procedure ingevoerd bij de wet van 11 april 1994 ontoereikend zouden zijn om de vertrouwelijkheid van gevoelige informatie te waarborgen en dat derhalve een afwijking van die wet noodzakelijk zou zijn.
B.13.2. Zoals is vermeld in B.9.2, bevat artikel 6 van de wet van 11 april 1994 immers verschillende uitzonderingsgronden op het recht van toegang tot bestuursdocumenten.
Zo dient een administratieve overheid de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument onder meer af te wijzen, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden, de federale internationale betrekkingen van België, een federaal economisch of financieel belang of het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld.
Voorts moet de administratieve overheid de aanvraag tot inzage of mededeling weigeren wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de inzage of mededeling heeft ingestemd.
B.13.3. Het door de wetgever nagestreefde doel om de vertrouwelijke gegevens van de cliënten van Delcredere te beschermen, kan dus worden bereikt door gebruik te maken van de bij de wet van 11 april 1994 geregelde procedure. Enkel een dergelijke procedure komt overigens tegemoet aan de bekommernis die bij de totstandkoming van artikel 32 van de Grondwet als wezenlijk werd beschouwd, namelijk dat steeds in concreto moet kunnen worden beoordeeld of de aanvraag om inzage in een bestuursdocument al dan niet kan worden ingewilligd.
B.13.4. Ten slotte wordt niet aannemelijk gemaakt waarom de bestuursdocumenten die vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevatten, niet zouden kunnen worden aangepast, overeenkomstig artikel 6, § 4, van de wet van 11 april 1994, opdat minstens een gedeeltelijke openbaarheid kan worden gewaarborgd (zie in dezelfde zin : Raad van State, advies nr. 60.806/1/2/4 van 7 februari 2017, Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2331/001, pp. 112-113).
B.14. De door de bestreden bepaling ingevoerde algemene en absolute uitzondering op het recht op openbaarheid van bestuursdocumenten voor de stukken die Delcredere ontvangt of produceert in het kader van zijn activiteiten ter uitvoering van de bij de wet van 31 augustus 1939 betreffende Delcredere opgelegde opdracht van commerciële en financiële aard, houdt een onevenredige beperking in van het recht op openbaarheid van bestuursdocumenten zoals gewaarborgd bij artikel 32 van de Grondwet en de uitsluiting van de instelling uit het toepassingsgebied van de wet van 11 april 1994 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.15. Het middel is gegrond. Bijgevolg dient artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten te worden vernietigd.
Om die redenen, het Hof vernietigt artikel 82 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 18/04/2017 pub. 25/04/2017 numac 2017020286 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van 158 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie.
Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 29 november 2018.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen