gepubliceerd op 12 september 2018
Uittreksel uit arrest nr. 110/2018 van 19 juli 2018 Rolnummer 6887 In zake : de vordering tot schorsing van de wet van 7 februari 2018 houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen, ingesteld door Antoine Buedts. Het Grondwettel samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman,(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 110/2018 van 19 juli 2018 Rolnummer 6887 In zake : de vordering tot schorsing van de
wet van 7 februari 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
07/02/2018
pub.
09/03/2018
numac
2018011027
bron
federale overheidsdienst financien
Wet houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen
sluiten houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen, ingesteld door Antoine Buedts.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 maart 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 maart 2018, heeft Antoine Buedts een vordering tot schorsing ingesteld van de wet van 7 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2018 pub. 09/03/2018 numac 2018011027 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen sluiten houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 maart 2018).
Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van dezelfde wet.
Bij beschikking van 25 april 2018 heeft het Hof de terechtzitting voor de debatten over de vordering tot schorsing bepaald op 6 juni 2018, na de in artikel 76, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof bedoelde overheden te hebben uitgenodigd hun eventuele schriftelijke opmerkingen, in de vorm van een memorie, uiterlijk op 24 mei 2018 in te dienen en een afschrift ervan binnen dezelfde termijn aan de verzoekende partij over te zenden. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partij vordert de schorsing van de wet van 7 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2018 pub. 09/03/2018 numac 2018011027 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen sluiten houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen.
B.2. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen.
Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de vordering tot schorsing.
B.3. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk maken te vermijden dat, voor de verzoekende partij, een ernstig nadeel voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van die bepaling, nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van een vernietiging van die norm.
Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof blijkt dat, om te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1°, van die wet, de persoon die een vordering tot schorsing instelt, in zijn verzoekschrift concrete en precieze feiten moet uiteenzetten waaruit voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen waarvan hij de vernietiging vordert, hem een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen.
Die persoon moet met name het bestaan van het risico van een nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de toepassing van de bestreden bepalingen aantonen.
B.4.1. Te dezen bevat het verzoekschrift geen uitdrukkelijke uiteenzetting van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel dat de verzoekende partij zou kunnen lijden door de onmiddellijke toepassing van de bestreden wet. Het verzoekschrift vermeldt enkel dat die wet « een significante daling van [de] koopkracht » van de « burgers van dit land » met zich meebrengt.
B.4.2. In zoverre de verzoekende partij uitsluitend aanvoert dat de onmiddellijke toepassing van de bestreden wet leidt tot een daling van de koopkracht van de « burgers van dit land », toont zij niet met concrete en precieze feiten aan dat de onmiddellijke toepassing van de bestreden wet haar een persoonlijk nadeel zou kunnen berokkenen. Zij toont evenmin aan dat het aangevoerde nadeel moeilijk te herstellen zou zijn.
B.5. Aangezien niet voldaan is aan één van de voorwaarden om tot schorsing te kunnen besluiten, dient de vordering te worden afgewezen.
Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 juli 2018.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen