Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 20 maart 2018

Uittreksel uit arrest nr. 28/2018 van 9 maart 2018 Rolnummers 6838 en 6839 In zake : de vorderingen tot uitlegging van het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017, ingesteld door de Ministerraad. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld ui wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vorderingen en rechtspleging Bij ve(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018201317
pub.
20/03/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 28/2018 van 9 maart 2018 Rolnummers 6838 en 6839 In zake : de vorderingen tot uitlegging van het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017, ingesteld door de Ministerraad.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en T. Giet, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vorderingen en rechtspleging Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 26 januari 2018 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 30 januari 2018, zijn vorderingen tot uitlegging van het arrest van het Hof nr. 148/2017 van 21 december 2017 ingesteld door de Ministerraad, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Jacubowitz, Mr. A. Poppe en Mr. P. Schaffner, advocaten bij de balie te Brussel.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6838 en 6839 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) B.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over het verzoekschrift tot uitlegging van het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017. Bij dat arrest heeft het Hof uitspraak gedaan over de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, ook wel de « Potpourri II-wet » genoemd (hierna : de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten).

Bij dat arrest heeft het Hof onder meer de artikelen 6 en 121 tot 123, alsmede de artikelen 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten vernietigd. Die bepalingen betreffen de verhoging van de straffen voor gecorrectionaliseerde misdaden en de veralgemening van de correctionaliseerbaarheid van misdaden. Het Hof heeft de gevolgen van die vernietigde bepalingen gehandhaafd « ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad ».

Die bekendmaking vond plaats op 12 januari 2018.

B.2. Met zijn vorderingen tot uitlegging vraagt de Ministerraad aan het Hof de precieze draagwijdte van dat gedeelte van het dictum van het arrest nr. 148/2017 te willen preciseren. Hij is van mening dat dit dictum in die zin dient te worden uitgelegd dat de handhaving van de gevolgen tot gevolg heeft dat de correctionele rechtbanken, en in geval van hoger beroep, de hoven van beroep, bevoegd blijven voor de zaken die hun op grond van verwijzingsbeslissingen van de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling zijn toebedeeld vóór 12 januari 2018, en dat de straffen die de correctionele rechtbanken en in voorkomend geval de hoven van beroep kunnen uitspreken, deze zijn zoals bepaald in de vernietigde bepalingen.

B.3. Bij het vernietigde artikel 6 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten werden de straffen die door een correctionele rechtbank voor gecorrectionaliseerde misdaden kunnen worden uitgesproken, verhoogd tot veertig jaar. Het voegde aan de in artikel 25 van het Strafwetboek bepaalde termijnen drie nieuwe termijnen toe, namelijk een gevangenisstraf van ten hoogste achtentwintig jaar voor een met opsluiting van twintig tot dertig jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is, een gevangenisstraf van ten hoogste achtendertig jaar voor een met opsluiting van dertig tot veertig jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is, en een gevangenisstraf van ten hoogste veertig jaar voor een met levenslange opsluiting strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is.

Bij het vernietigde artikel 121 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten werd de limitatieve lijst van correctionaliseerbare misdaden, zoals zij was neergelegd in artikel 2, derde lid, van de wet van 4 oktober 1867Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/10/1867 pub. 11/12/2009 numac 2009000816 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de verzachtende omstandigheden sluiten op de verzachtende omstandigheden, opgeheven. Dienvolgens konden de raadkamer, de kamer van inbeschuldigingstelling en het openbaar ministerie elke misdaad correctionaliseren door verzachtende omstandigheden aan te nemen, ongeacht de maximale duur van de opsluiting die de wet op die misdaad stelt en ongeacht de gevolgen ervan voor het slachtoffer.

B.4. Bij zijn arrest nr. 148/2017 heeft het Hof geoordeeld : « B.6.1. De bestreden artikelen 6, 121 en 122 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten hangen onlosmakelijk samen, aangezien zij alle beogen om, in lijn met de eerdere hervormingen met dezelfde doelstelling, de correctionalisering mogelijk te maken van zoveel mogelijk misdaden en aldus de behandeling ervan te onttrekken aan het hof van assisen ten voordele van de correctionele rechtbank, die voortaan veel hogere gevangenisstraffen kan opleggen. [...] De doelstelling van de verhoging van de straffen voor gecorrectionaliseerde misdaden (artikel 6 van de wet van 5 februari 2016) werd voorgesteld als een noodzakelijk gevolg van de veralgemeende correctionaliseerbaarheid van misdaden.In de parlementaire voorbereiding van de bestreden wet staat in dat verband het volgende te lezen : ' Deze wijzigingen vloeien voort uit de veralgemening van de " correctionaliseerbaarheid " van de misdaden (cf. Hoofdstuk 2 van Titel III van dit ontwerp, betreffende artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/10/1867 pub. 11/12/2009 numac 2009000816 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de verzachtende omstandigheden sluiten op de verzachtende omstandigheden).

De mogelijkheid om alle misdaden - met inbegrip van de meest ernstige - te correctionaliseren, die dit ontwerp beoogt in te voeren, maakt het noodzakelijk de bovengrens van de gevangenisstraf vast te leggen in geval van correctionalisering van de misdaden die strafbaar zijn met levenslange opsluiting (b.v. een moord). Er wordt voorgesteld om die bovengrens vast te leggen op veertig jaar.

De bovengrens van de gevangenisstraf in geval van correctionalisering van misdaden strafbaar met opsluiting van twintig tot dertig jaar moet tevens worden herzien, aangezien tot dusver enkel een gedeelte ervan correctionaliseerbaar was. Doodslag werd bijvoorbeeld als te ernstig beschouwd om te kunnen worden gecorrectionaliseerd. Er wordt voorgesteld die bovengrens te verhogen van twintig tot achtentwintig jaar. De Raad van State drukt in zijn advies (nr. 21) inderdaad de vrees uit dat het minieme verschil (2 jaar) van de duur van de maximale vrijheidsbenemende straf waarin is voorzien vóór en na correctionalisering ertoe zal leiden dat de verzachtende omstandigheden op oneigenlijke wijze in aanmerking worden genomen.

Hieronder wordt tegemoetgekomen aan die vrees door te wijzen op de draagwijdte van de verplichting tot motivering van die beslissing (cf. infra, bespreking van de voorgestelde wijziging van artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/10/1867 pub. 11/12/2009 numac 2009000816 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de verzachtende omstandigheden sluiten).

De bovengrens van de gevangenisstraf in geval van correctionalisering van een misdaad strafbaar met de (nieuwe) straf van opsluiting of hechtenis van dertig tot veertig jaar wordt op achtendertig jaar [gebracht]. [...] Bijgevolg kunnen de correctionele rechtbanken voortaan gevangenisstraffen tot veertig jaar uitspreken, in plaats van 20 jaar zoals thans het geval is.

De dubbele aanleg - waarvan het ontbreken bij assisen vaak wordt bekritiseerd, maar moeilijk verenigbaar lijkt met het systeem van de volksjury - en het gegeven dat de correctionele kamers collegiaal zetelen, in ieder geval van het hof van beroep, lijken in dat opzicht voldoende garanties te bieden ' (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, pp. 5-6). [...] B.15.2. Aangezien de artikelen 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 122, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten onlosmakelijk verbonden zijn met de artikelen 6 en 121 van dezelfde wet, dienen zij eveneens te worden vernietigd. [...] B.17. Teneinde rechtsonzekerheid te vermijden, dienen, met toepassing van artikel 8, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, de gevolgen van de vernietigde bepalingen te worden gehandhaafd zoals aangegeven in het dictum. [...] Om die redenen, het Hof 1. vernietigt in de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie : - de artikelen 6 en 121 tot 123, alsmede de artikelen 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 151, 155 en 170, 2°; [...] 2. handhaaft de gevolgen van : - de artikelen 6, 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 121 tot 123, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad; [...] ».

B.5. De handhaving van de gevolgen waartoe werd beslist met toepassing van artikel 8, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof strekt ertoe, luidens het voormelde B.17 van het arrest nr. 148/2017, rechtsonzekerheid te vermijden.

Overeenkomstig het voormelde dictum geldt de handhaving van de gevolgen van de vernietigde artikelen 6, 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 121 tot 123, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten « ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad », dus met inbegrip van de op grond van de vernietigde bepalingen genomen beslissingen van de onderzoeksgerechten en van het openbaar ministerie tot aanhangigmaking van de zaak bij de correctionele rechtbank met aanname van verzachtende omstandigheden.

B.6.1. Die handhaving van de gevolgen heeft tot gevolg dat de correctionele rechtbanken die vóór 12 januari 2018 werden geadieerd krachtens dergelijke op grond van de vernietigde bepalingen genomen beslissingen, vanaf die datum bevoegd blijven om in die zaken uitspraak te doen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de rechtscolleges die in beroep of in cassatie uitspraak dienen te doen in die zaken.

Het onderscheid dat de verzoekende partijen in de zaak nr. 6497 inzake de handhaving van de gevolgen maken tussen, enerzijds, de aanhangigmaking van de zaak bij de correctionele rechtbanken en, anderzijds, de bevoegdheid van die geadieerde rechtscolleges, kan dus niet worden aangenomen.

B.6.2. Die handhaving van de gevolgen heeft ook tot gevolg dat de voormelde rechtscolleges, bij het behandelen van de zaken die aldus aanhangig zijn gemaakt, toepassing kunnen maken van de zwaardere straffen zoals ingevoerd bij de vernietigde bepalingen. In B.6.1 van het arrest nr. 148/2017 heeft het Hof immers vastgesteld dat de artikelen 6, 121 en 122 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten onlosmakelijk verbonden zijn omdat de veralgemening van de correctionaliseerbaarheid van misdaden, in de geest van de wetgever, verbonden is aan een verhoging van de straffen. Het zou bijgevolg niet coherent zijn de gevolgen van de vernietigde bepalingen die de correctionaliseerbaarheid van misdaden veralgemenen te handhaven zonder de mogelijkheid te behouden, voor de rechtscolleges die op grond van die correctionalisering zijn geadieerd, om de zwaardere straffen waarin de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten voorziet, uit te spreken.

Zoals de verzoekende partijen in de zaak nr. 6497 in hun memorie met verantwoording overigens opmerken, dienen de correctionele rechtbanken die vóór 12 januari 2018 werden geadieerd krachtens op grond van de vernietigde bepalingen genomen verwijzingsbeslissingen, alsmede de rechtscolleges die in beroep of in cassatie uitspraak dienen te doen in die zaken, bij de bepaling van de straf evenwel erover te waken, met toepassing van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, dat zij niet veroordelen tot een vrijheidsberovende straf waarvan de duur de maximumtermijn van de vrijheidsberovende straf die door het hof van assisen dat verzachtende omstandigheden in aanmerking neemt, zou kunnen worden opgelegd, te boven gaat. Die maximumtermijn bedraagt twintig jaar voor misdaden bestraft met twintig tot dertig jaar opsluiting en dertig jaar voor misdaden bestraft met levenslange opsluiting.

B.7.1. In hun memorie met verantwoording vragen de verzoekende partijen in de zaak nr. 6497 het Hof nog uitspraak te doen over artikel 2 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten, dat artikel 9 van het Strafwetboek heeft gewijzigd en dat niet door het Hof werd vernietigd.

B.7.2. Die vordering valt niet onder de beperkte saisine van het Hof, zoals die voortvloeit uit de in B.1 en B.2 vermelde inhoud van de verzoekschriften tot uitlegging van de Ministerraad.

Die vordering betreft overigens de interpretatie van artikel 2 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten, dat niet werd bestreden in de zaken die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 148/2017, en niet over de interpretatie van dat arrest.

B.7.3. Bijgevolg dient niet op de vordering van de verzoekende partijen in de zaak nr. 6497 te worden ingegaan.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De handhaving, bij het arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017, van « de gevolgen van de artikelen 6, 15, 17, 1° en 2°, 18, 1° en 2°, 19, 2°, 36, 121 tot 123, 151, 155 en 170, 2°, van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten ten aanzien van de beslissingen die op grond van die bepalingen zijn genomen vóór de datum van bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad » dient aldus te worden uitgelegd dat de rechtscolleges die vóór 12 januari 2018 werden geadieerd krachtens beslissingen die op grond van die vernietigde bepalingen zijn genomen, alsook de rechtscolleges die in beroep of in cassatie uitspraak dienen te doen in diezelfde zaken, bevoegd blijven om die zaken te behandelen en daarbij de straffen kunnen uitspreken zoals ingevoerd bij de vernietigde bepalingen, zonder dat de duur van de vrijheidsberovende straf meer kan bedragen dan twintig jaar voor misdaden bestraft met twintig tot dertig jaar opsluiting en dertig jaar voor misdaden bestraft met levenslange opsluiting.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 9 maart 2018.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, E. De Groot

^