Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 16 september 2016

Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6383 In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenb Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-v(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016203714
pub.
16/09/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6383 In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingesteld door Charles Rieter en Maria Ploegmakers.

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 maart 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 maart 2016, hebben Charles Rieter en Maria Ploegmakers, bijgestaan en vertegenwoordigd door G. Keulers, belasting- en juridisch adviseur te Wijnandsrade, Nederland, beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingesteld.

Op 19 april 2016 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en F. Daoût, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort en bijgevolg niet ontvankelijk is.

De verzoekende partijen hebben een memorie met verantwoording ingediend. (...) II. In rechte (...) B.1. In het verzoekschrift wordt aangeklaagd dat de zesde kamer van het Hof van Beroep te Antwerpen bij haar arrest van 2 juni 2009 in de zaak nr. 2008/AR/1446 oordeelde dat de uitkering, in het jaar 2002, van een pensioen gevormd door middel van een levensverzekering ten voordele van M. Rieter-Ploegmakers in België belastbaar is en niet in aanmerking komt voor een vrijstelling krachtens artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), terwijl datzelfde rechtscollege in de zaak nr. 2008/AR/2432 oordeelde dat een volgens de verzoekende partijen vergelijkbare pensioenuitkering wel in aanmerking kwam voor de vrijstelling krachtens artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992.

B.2. Krachtens artikel 142 van de Grondwet en de artikelen 1 en 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof doet het Hof uitspraak over beroepen tot vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties of over prejudiciële vragen dienaangaande, gesteld door rechtscolleges.

De hiervoor vermelde bepalingen verlenen het Hof niet de bevoegdheid om te oordelen over het beroep tegen een rechterlijke beslissing vanwege de interpretatie die daarin wordt gegeven aan een wetsbepaling of om die wetsbepaling van toepassing te verklaren in een geding tussen de verzoekende partijen en de belastingadministratie.

B.3. Bovendien, in zoverre het Hof, volgens de memorie met verantwoording van de verzoekende partijen, wordt verzocht « prejudicieel » te oordelen over artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992, dient te worden opgemerkt dat prejudiciële vragen krachtens artikel 142, derde lid, van de Grondwet enkel door rechtscolleges bij het Hof aanhangig kunnen worden gemaakt.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het verzoek.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 30 juni 2016.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, E. De Groot

^