gepubliceerd op 08 februari 2016
Uittreksel uit arrest nr. 173/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6112 In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, gesteld door de Franstalige Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 173/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6112 In zake : de prejudiciële vraag over de
wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
02/08/2002
pub.
07/08/2002
numac
2002009716
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties
type
wet
prom.
02/08/2002
pub.
04/09/2002
numac
2002003391
bron
ministerie van financien
Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen
type
wet
prom.
02/08/2002
pub.
30/08/2002
numac
2002011274
bron
ministerie van economische zaken
Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst
sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, gesteld door de Franstalige Rechtbank van Koophandel te Brussel.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 oktober 2014 in zake de nv « Allianz Benelux » tegen de nv « Etablissements A. Alvin et Co », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 december 2014, heeft de Franstalige Rechtbank van Koophandel te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Bestaat er, ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, een onverantwoorde discriminatie tussen een verzekeringsmaatschappij en elke andere handelsvennootschap in het geval waarin de rentevoet die met toepassing van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties is berekend, niet van toepassing zou zijn op de vergoedingen betaald door de verzekeringsmaatschappijen, terwijl die laatstgenoemden eveneens handelaars zijn en de vergoeding van het schadegeval moet worden beschouwd als de tegenprestatie van de verplichting tot betaling van de premies door de verzekerde ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties beoogt de omzetting van de richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (Publicatieblad, 8 augustus 2000, L 200, p. 35). De ratio legis van de richtlijn is dat betalingsachterstand bij handelstransacties en in het bijzonder de verschillende wijze waarop de gevolgen ervan worden geregeld in de lidstaten van de Europese Unie, een ernstige belemmering vormen voor het goede functioneren van de interne markt en vooral de kmo's treffen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1827/001, p. 4).
Volgens artikel 3, eerste lid, van die wet, is zij van toepassing op alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties die, naar luid van artikel 2.1 van dezelfde wet, transacties zijn « tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en aanbestedende overheden of aanbestedende diensten, die [leiden] tot het leveren van goederen of het verrichten van diensten tegen vergoeding ».
Artikel 4 van die wet bepaalt de termijn waarbinnen de betaling tot vergoeding van een handelstransactie in principe dient te gebeuren.
Artikel 6 van dezelfde wet staat de schuldeiser onder bepaalde voorwaarden en beperkingen toe van de schuldenaar een redelijke schadeloosstelling te vorderen voor alle relevante invorderingskosten ontstaan door de betalingsachterstand (eerste lid). Die invorderingskosten moeten voldoen aan de beginselen van transparantie en in verhouding staan tot de schuld in kwestie (tweede lid). Aan de Koning wordt opgedragen het maximumbedrag van die redelijke schadeloosstelling voor invorderingskosten voor verschillende schuldniveaus vast te stellen (derde lid).
B.2. Uit de elementen van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak en uit de motivering van het vonnis vloeit voort dat de verwijzende rechter wenst te weten of artikel 2.1 van de voormelde wet het gelijkheidsbeginsel schendt in zoverre het « niet van toepassing zou zijn op de vergoedingen betaald door de verzekeringsmaatschappijen, terwijl die laatstgenoemden eveneens handelaars zijn en de vergoeding van het schadegeval moet worden beschouwd als de tegenprestatie van de verplichting tot betaling van de premies door de verzekerde ».
B.3. Artikel 2.1 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten, vóór de wijziging ervan bij de wet van 22 november 2013, bepaalde : « Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1. ' handelstransactie ' : een transactie tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en aanbestedende overheden of aanbestedende diensten die leidt tot het leveren van goederen of het verrichten van diensten tegen vergoeding ». B.4. Overweging nr. 13 van de voormelde richtlijn 2000/35/EG vermeldt : « Deze richtlijn heeft enkel betrekking op betalingen tot vergoeding van handelstransacties en strekt niet tot regulering van transacties met consumenten, interest betreffende andere betalingen zoals betalingen uit hoofde van de wetgeving inzake cheques en wissels, of betalingen bij wijze van schadeloosstelling met inbegrip van betalingen uit hoofde van verzekeringspolissen ».
In de parlementaire voorbereiding van de wet wordt uitdrukkelijk naar die overweging verwezen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1827/001, p. 8). B.5. De in de voormelde wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten bedoelde betalingsachterstanden omvatten niet de betalingen die door de verzekeringsmaatschappijen moeten worden verricht.
Er bestaat aldus een verschil in behandeling tussen twee categorieën van schuldeisers.
B.6.1. Dat verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk de verschillende aard van beide categorieën van transacties.
De in de in het geding zijnde wet bedoelde schuldvorderingen zijn schuldvorderingen inzake geldsommen waarvan het bedrag bij het begin van de transactie is bepaald. Schuldvorderingen zoals de door een verzekeringsmaatschappij verschuldigde vergoedingen zijn daarentegen waardeschuldvorderingen die bestemd zijn om schade te dekken die voortvloeit uit een fout of uit een andere aansprakelijkheidsgrond. In tegenstelling tot verschuldigde geldsommen waarvan het bedrag vaststaat aangezien het met een factuur overeenstemt, komt het bedrag van de schuldvorderingen inzake vergoedingen, zoals die welke door een verzekeringsmaatschappij verschuldigd zijn, pas vast te staan op het ogenblik waarop een rechterlijke beslissing wordt gewezen of een akkoord wordt bereikt om dat bedrag vast te stellen.
B.6.2. Zoals in B.4 is vermeld, heeft de wetgever de beginselen van de voormelde Europese richtlijn omgezet in het interne recht. Aldus was het de bedoeling de negatieve gevolgen van betalingsachterstanden, terwijl de goederen waren geleverd of de diensten verricht, zowel voor de liquiditeit van de handelsondernemingen als voor het concurrentievermogen ervan, tegen te gaan.
Het is vanuit dat oogpunt dat in de inleidende uiteenzetting van de minister van Justitie in de Kamercommissie belast met de problemen inzake handels- en economisch recht wordt gepreciseerd : « Ook materieel is het toepassingsgebied van de wet begrensd. Het wetsontwerp is enkel van toepassing op betalingen tot vergoeding van handelstransacties en is derhalve, net als de richtlijn, niet van toepassing op betalingen bij wijze van schadeloosstelling, hierbij inbegrepen de schadeloosstellingen betaald door verzekeringsmaatschappijen. Het is dus niet van toepassing op andere geldelijke verplichtingen die hun oorsprong zouden kunnen vinden in de handelstransactie, zoals de betaling van schadevergoeding wegens verborgen gebreken of wegens laattijdige levering. De vergoedende intrest, die op deze schadevergoeding kan worden toegekend door de rechter, blijft onderworpen aan de op dit ogenblik geldende principes ter zake » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1827/005, p. 6).
B.6.3. Hoewel de schuldeisers van een verzekeringsvergoeding niet de bijzondere rentevoet genieten die de bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten gedekte schuldeisers genieten, zijn de schuldvorderingen inzake vergoedingen zoals die welke door de verzekeringsmaatschappijen verschuldigd zijn, onderworpen aan het gemeen recht dat eveneens de bij niet-tijdige betalingen van toepassing zijnde rentevoet regelt.
Het in het geding zijnde verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording.
B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 2.1 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 30/08/2002 numac 2002011274 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en tot wijziging van de artikelen 29 en 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 3 december 2015.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels