Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 februari 2016

Uittreksel uit arrest nr. 176/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6143 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging en artikel 8quinquies van het koninklijk besl Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015205913
pub.
08/02/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 176/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6143 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1 van de wet van 15 april 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1958 pub. 28/09/2011 numac 2011000596 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de publiciteit inzake tandverzorging. - Duitse vertaling sluiten betreffende de publiciteit inzake tandverzorging en artikel 8quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934 houdende reglement op de beoefening der tandheelkunde, gesteld door de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Namen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij beschikking van 24 november 2008 in zake het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen, de vzw « Chambres syndicales dentaires » en anderen, tegen S.A., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 januari 2015, heeft de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 1 van de wet van 15 april 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1958 pub. 28/09/2011 numac 2011000596 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de publiciteit inzake tandverzorging. - Duitse vertaling sluiten en artikel 8quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934, in zoverre zij de beoefenaars van de tandheelkunde elke vorm van reclame en het aanbrengen van een niet-lichtgevend uithangbord verbieden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een onverantwoorde discriminatie in te voeren ten opzichte van de andere beoefenaars van de geneeskunst (met name geneesheren en apothekers) en de leden van andere vrije beroepen van wie de praktijk wordt geregeld bij de wet van 5 augustus 1991, die van 2 augustus 2002 en de artikelen 10 EG, 81 EG, 43 EG en 49 EG ? ». (...) II. In rechte 1. De raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Namen heeft aan het Hof een prejudiciële vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 1 van de wet van 15 april 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1958 pub. 28/09/2011 numac 2011000596 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de publiciteit inzake tandverzorging. - Duitse vertaling sluiten betreffende de publiciteit inzake tandverzorging en van artikel 8quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934 houdende reglement op de beoefening der tandheelkunde, in zoverre zij de beoefenaars van de tandheelkunde elke vorm van reclame en het aanbrengen van een niet-lichtgevend uithangbord verbieden, waardoor te hunnen aanzien een verschil in behandeling wordt ingevoerd dat discriminerend zou zijn ten opzichte van de andere beoefenaars van de geneeskunst, met name de geneesheren en de apothekers, en de leden van andere vrije beroepen. 2. Bij een schrijven van 10 april 2015 is het Hof ingelicht over het overlijden, op 8 maart 2015, van S.A., enige inverdenkinggestelde in de zaak a quo. 3. Gelet op de uitdoving van de strafvordering dient de rechtspleging derhalve te worden geschorst en dient de zaak te worden verwezen naar het verwijzende rechtscollege opdat dat laatste die opnieuw kan onderzoeken en oordelen of een prejudiciële vraag nog noodzakelijk is. Om die redenen, het Hof verwijst de zaak naar het verwijzende rechtscollege.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 3 december 2015.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels

^