gepubliceerd op 24 september 2013
Uittreksel uit arrest nr. 77/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5436 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 87, 1° en 8°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gesteld do Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
Uittreksel uit arrest nr. 77/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5436 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 87, 1° en 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Neufchâteau.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 19 oktober 2010 in zake de arbeidsauditeur en Sylvie Michelin, burgerlijke partij, en anderen tegen David Trotte en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 juni 2012, heeft de Correctionele Rechtbank te Neufchâteau de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schendt artikel 87, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in zoverre : - dat artikel het voor de rechtsonderhorige, op het ogenblik dat hij een gedrag aanneemt, niet mogelijk maakt te weten of dat gedrag al dan niet strafbaar is ? - de strafrechtelijke sancties die het bepaalt, afhankelijk zijn van een aan de Koning verleende machtiging die Hem de mogelijkheid biedt de inhoud van de strafbaarstellingen te bepalen ? - Schendt artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, in samenhang gelezen met de artikelen 22, 1° en 4°, en 23 van dezelfde wet, de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in zoverre : - dat artikel het voor de rechtsonderhorige, op het ogenblik dat hij een gedrag aanneemt, niet mogelijk maakt te weten of dat gedrag al dan niet strafbaar is ? - de strafrechtelijke sancties die het bepaalt, afhankelijk zijn van een aan de Koning verleende machtiging die Hem de mogelijkheid biedt de inhoud van de strafbaarstellingen te bepalen ? - Schendt artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, de artikelen 6 en 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het algemeen beginsel van het persoonlijke karakter van de straffen, in zoverre het alleen de bouwplaatscoördinator die de hoedanigheid van werkgever heeft, strafbaar stelt, zonder te vereisen dat een door hem begane persoonlijke fout wordt aangetoond, en aldus een strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor andermans daad invoert ? - Schendt artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de bouwplaatscoördinator, rechtspersoon, uitsluit van het voordeel van de strafuitsluitende verschoningsgrond waarin is voorzien in artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen B.1.1. De prejudiciële vragen betreffen artikel 87, 1° en 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (hierna : de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten).
Zoals het was opgesteld op het ogenblik van het ongeval dat aan de oorsprong ligt van het geschil dat voor het verwijzende rechtscollege hangende is en op het ogenblik van de uitspraak van het vonnis waarbij aan het Hof vragen worden gesteld, bepaalde het voormelde artikel 87 : « Met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van 50 tot 2 000 EUR of met één van die straffen alleen worden gestraft : 1° de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, hun lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van de artikelen 15, 20, 21 en 23 en hun uitvoeringsbesluiten hebben overtreden;2° de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, hun lasthebbers of aangestelden die geen of onvoldoende toezicht hebben gehouden op de door de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk na te leven verplichtingen;3° de aannemers, hun lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van de artikelen 15, 20, tweede lid, 23 en 24 en hun uitvoeringsbesluiten hebben overtreden;4° de werkgevers, hun lasthebbers of aangestelden die de bepaling van artikel 31 en zijn uitvoeringsbesluiten hebben overtreden;5° de bouwdirectie belast met de uitvoering, haar lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van de artikelen 25, 28, eerste lid, en 29 en hun uitvoeringsbesluiten hebben overtreden;6° de aannemer, zijn lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van de artikelen 26, 28, eerste lid, en 29 en hun uitvoeringsbesluiten hebben overtreden;7° de onderaannemer, zijn lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van de artikelen 27, 28, eerste lid, en 29 en hun uitvoeringsbesluiten hebben overtreden.8° de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk ongeacht of zij werkgever of zelfstandige zijn en, wanneer zij werknemer zijn, hun werkgevers, wanneer deze coördinatoren de opdrachten die hen in toepassing van deze wet worden toevertrouwd uitoefenen in strijd met de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan of die deze opdrachten niet uitoefenen volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald door deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan ». B.1.2. Artikel 87 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten is opgeheven bij artikel 109, 43°, c, van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek. Het is vervangen door artikel 131 van het Sociaal Strafwetboek, dat in werking is getreden op 1 juli 2011, dat wil zeggen na de uitspraak van het vonnis waarbij aan het Hof vragen worden gesteld.
Artikel 131 van het Sociaal Strafwetboek bepaalt : « Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft : 1° de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, zijn aangestelde of lasthebber, die een inbreuk heeft gepleegd op de artikelen 15, 20, 21 en 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en op de uitvoeringsbesluiten ervan;2° de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, zijn aangestelde of lasthebber, die geen of onvoldoende toezicht heeft uitgeoefend betreffende de verplichtingen die de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van een bouwwerk dienen te respecteren;3° de aannemer, zijn aangestelde of lasthebber die een inbreuk heeft gepleegd op de bepalingen van de artikelen 15, 20, tweede lid, 23 en 24 van voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;4° de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber die een inbreuk heeft gepleegd op artikel 31 van voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;5° de bouwdirectie belast met de uitvoering, zijn aangestelde of lasthebber, die een inbreuk heeft gepleegd op de bepalingen van de artikelen 25, 28, eerste lid en 29 van voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;6° de aannemer, zijn aangestelde of zijn lasthebber, die een inbreuk heeft gepleegd op de bepalingen van de artikelen 26, 28, eerste lid, en 29 van voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;7° de onderaannemer, zijn aangestelde of zijn lasthebber, die een inbreuk heeft gepleegd op de bepalingen van de artikelen 27, 28, eerste lid en 29 van voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;8° de coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van een bouwwerk wanneer hij, als werkgever, zijn aangestelde of lasthebber, de taken waarmee hij belast is volgens voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan, hetzij uitvoert in strijd met de voormelde bepalingen, hetzij niet uitvoert. De inbreuk wordt bestraft met een sanctie van niveau 4 wanneer ze gezondheidsschade of een arbeidsongeval tot gevolg heeft gehad voor een werknemer.
De rechter kan bovendien de straffen bepaald in de artikelen 106 en 107 uitspreken ».
Ten aanzien van de eerste en de tweede prejudiciële vraag B.2.1. In de eerste twee prejudiciële vragen wordt het Hof verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van artikel 87, 1° en 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten met de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
B.2.2. In artikel 131, 1° en 8°, van het Sociaal Strafwetboek worden dezelfde gedragingen, en in dezelfde bewoordingen beschreven, als die welke strafbaar waren gesteld bij artikel 87, 1° en 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten, als misdrijf aangemerkt. De in B.1.2 vermelde wetswijziging heeft dus geen weerslag op het antwoord dat op de eerste twee prejudiciële vragen dient te worden gegeven, aangezien de vraag van de bestaanbaarheid van die bepalingen met het wettigheidsbeginsel in strafzaken zich op identieke wijze voordoet.
B.3.1. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken gaat uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is. Het eist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, diegene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag zal zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
Het wettigheidsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen.
Aan het vereiste dat een misdrijf duidelijk moet worden omschreven in de wet is voldaan wanneer de rechtsonderhorige, op basis van de bewoordingen van de relevante bepaling en, indien nodig, met behulp van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges, kan weten welke handelingen en welke verzuimen zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid meebrengen.
B.3.2. Enkel bij het onderzoek van een specifieke strafbepaling is het mogelijk om, rekening houdend met de elementen eigen aan de misdrijven die zij wil bestraffen, te bepalen of de door de wetgever gehanteerde algemene bewoordingen zo vaag zijn dat ze het wettigheidsbeginsel in strafzaken zouden schenden.
B.3.3. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken, waarvan de draagwijdte in B.3.1 in herinnering is gebracht, gaat niet zover dat het de wetgever ertoe zou verplichten elk aspect van de strafbaarstelling zelf te regelen.
Een delegatie aan de Koning is niet in strijd met het wettigheidsbeginsel in strafzaken voor zover de machtiging voldoende nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen vooraf door de wetgever zijn vastgesteld.
Wat artikel 87, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten (eerste prejudiciële vraag) betreft B.4. De in het geding zijnde bepaling bestraft de overtredingen van de artikelen 15, 20, 21 en 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten en van de uitvoeringsbesluiten ervan.
B.5.1. Artikel 15 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepaalt : « De personen die met toepassing van dit hoofdstuk op enigerlei wijze betrokken zijn bij de verplichtingen in verband met werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats passen de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5 toe ».
B.5.2. Artikel 5 van dezelfde wet bepaalt : « § 1. De werkgever treft de nodige maatregelen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Daartoe past hij de volgende algemene preventiebeginselen toe : a) risico's voorkomen;b) de evaluatie van risico's die niet kunnen worden voorkomen;c) de bestrijding van de risico's bij de bron;d) de vervanging van wat gevaarlijk is door dat wat niet gevaarlijk of minder gevaarlijk is;e) voorrang aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming;f) de aanpassing van het werk aan de mens, met name wat betreft de inrichting van de werkposten, en de keuze van de werkuitrusting en de werk- en produktiemethoden, met name om monotone arbeid en tempogebonden arbeid draaglijker te maken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid te beperken;g) zo veel mogelijk de risico's inperken, rekening houdend met de ontwikkelingen van de techniek;h) de risico's op een ernstig letsel inperken door het nemen van materiële maatregelen met voorrang op iedere andere maatregel;i) de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met het oog op een systeembenadering waarin onder andere volgende elementen worden geïntegreerd : techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk;j) de werknemer voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico's en de maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken : 1° bij zijn indiensttreding;2° telkens wanneer dit in verband met de bescherming van het welzijn noodzakelijk is;k) het verschaffen van passende instructies aan de werknemers en het vaststellen van begeleidingsmaatregelen voor een redelijke garantie op de naleving van deze instructies.l) het voorzien in of het zich vergewissen van het bestaan van de gepaste veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk, wanneer risico's niet kunnen worden voorkomen of niet voldoende kunnen worden beperkt door de collectieve technische beschermingsmiddelen of door maatregelen, methoden of handelswijzen in de sfeer van de werkorganisatie. § 2. De werkgever bepaalt : a) de middelen waarmee en de wijze waarop het in § 1 bedoelde beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk kan worden gevoerd;b) de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de personen belast met het toepassen van het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. De werkgever past zijn welzijnsbeleid aan in het licht van de opgedane ervaring, de ontwikkeling van de werkmethoden of de arbeidsomstandigheden. § 3. De Koning kan de in § 1 bedoelde algemene preventiebeginselen nader omschrijven en nader uitwerken met toepassing van of ter voorkoming van specifieke risicosituaties ».
B.5.3. Artikel 5, § 1, eerste lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten geeft aan « dat de werkgever de nodige maatregelen moet treffen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ». Bijgevolg « wordt benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de arbeid bij de werkgever ligt », die steeds de eindverantwoordelijkheid draagt, « ook wanneer hij beroep doet op deskundigen », vermits hij « de persoon [is] die het gezag uitoefent in de onderneming ». De in het geding zijnde bepaling bevestigt aldus « een principe dat reeds sedert jaren van toepassing is, in deze materie » (Parl. St., Kamer, 1995, nr. 71/1, p. 9).
Wanneer hij de « nodige maatregelen » neemt, moet de werkgever « niet alleen [...] rekening [houden] met preventiebeginselen van technische aard, maar ook met wat haalbaar is voor de onderneming, onder meer op economisch, ethisch en sociaal vlak, zodat er steeds een belangenafweging zal plaatsvinden ». Hij heeft dus een « algemene zorgvuldigheidsplicht die op een redelijke wijze moet geïnterpreteerd worden » (ibid.).
B.5.4. Artikel 5, § 1, tweede lid, bevat « de fundamentele algemene beginselen, zoals die in de Europese kaderrichtlijn 89/691/EEG [lees : 89/391/EEG] van 12 juni 1989 vervat zijn », alsook « een aantal preventiebeginselen [...] die algemeen aanvaard zijn bij vakdeskundigen als valabele uitgangspunten voor het voeren van een preventiebeleid ». De wetgever wenst « deze beginselen te verankeren in de wet om met meer moreel gezag deze principes door te drukken in de praktijk ». Die preventiebeginselen kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld. De eerste « omvat de principes die verband houden met het risicobeheer », de tweede « de beginselen van de ergonomie » en de derde « betreft het globale opzet van het preventiebeleid en de organisatie » (ibid.).
B.5.5. Artikel 4, lid 3, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat de lidstaten alle algemene of bijzondere maatregelen treffen welke geschikt zijn om de nakoming van de uit de Verdragen of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
Luidens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn de lidstaten, ingevolge die bepaling, wanneer de betrokken regeling geen specifieke sanctie stelt op de overtreding van de bepalingen ervan, of daarvoor verwijst naar nationale bepalingen, ertoe gehouden alle passende maatregelen te nemen om de doeltreffende toepassing van het recht van de Europese Unie te verzekeren. Daartoe dienen de lidstaten erop toe te zien dat overtredingen van dat recht onder gelijke materiële en formele voorwaarden worden bestraft als vergelijkbare en even ernstige overtredingen van het nationaal recht.
Zij zijn daarbij weliswaar vrij in hun keuze van de op te leggen sancties, doch deze moeten hoe dan ook doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn (zie o.m. HvJ, 21 september 1989, Commissie t.
Griekenland, 68/88, Jur., 1989, p. 2965; 10 juli 1990, Hansen, C-326/88, Jur., 1990, I, p. 2911; 27 februari 1997, Ebony Maritime, C-177/95, Jur., 1997, I, p. 1111).
De wetgever heeft, wat de maatregelen die hij aanneemt betreft, de keuze om strafsancties te bepalen, maar de omstandigheid dat hij uitvoering geeft aan een Europese richtlijn ontslaat hem niet van de verplichting om het wettigheidsbeginsel in acht te nemen bij de omschrijving van de misdrijven die hij instelt.
B.5.6. Het « welzijn » in de zin van artikel 5, § 1, eerste lid en tweede lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten vormt, volgens artikel 3, § 1, 1°, van die wet, « het geheel van factoren betreffende de omstandigheden waarin arbeid wordt verricht zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid », van dezelfde wet.
Artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepaalt : « Het welzijn wordt nagestreefd door maatregelen die betrekking hebben op : 1° de arbeidsveiligheid;2° de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk;3° de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;4° de ergonomie;5° de arbeidshygiëne;6° de verfraaiing van de arbeidsplaatsen;7° de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu, wat betreft hun invloed op de punten 1° tot 6° ». Volgens de parlementaire voorbereiding is die definitie van het « welzijn » « een functionele definitie die de resultante is van de klassieke en van de nieuwere domeinen die tot de arbeidsbescherming behoren » : « [...] Traditioneel gaat het over : 1° de arbeidsveiligheid namelijk de discipline die tot doel heeft arbeidsongevallen te voorkomen.Daarbij gaat het om de veiligheid van de arbeid wat interacties tussen de technische installatie en de werknemer impliceert; 2° de arbeidsgeneeskunde namelijk de discipline die tot doel heeft beroepsziekten te voorkomen.Daarbij staat vooral de persoon van de werknemer centraal in zijn verhouding tot zijn werkomgeving; 3° de arbeidshygiëne namelijk de discipline die tot doel heeft schadelijke invloeden te weren die verbonden zijn aan de aard van het bedrijf door bijvoorbeeld te voorzien in ventilatiesystemen en sanitaire installaties. Deze drie disciplines hebben de loop der jaren een evolutie gekend waardoor het ook belangrijk is het werk aan te passen aan de mens. Dit gebeurt in de ergonomie. De arbeidsgeneeskunde legt thans meer de nadruk op preventieve maatregelen, zodat het beter leek dit begrip te verlaten en te spreken over de bescherming van de gezondheid van de werknemers op het werk. Bovendien is het ook de bedoeling rekening te houden met de stress op het werk en de invloed van het leefmilieu op de arbeidsomstandigheden. Rekening houdend met deze evoluties was het beter een nieuwe overkoepelende term te bepalen die beter weergeeft wat zowel onder de traditionele als de nieuwere domeinen valt. Daarbij is het begrip welzijn de meest adequate gebleken. Het gebruik van het begrip gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie geeft binnen het kader van de in artikel 4 opgesomde domeinen en disciplines onvoldoende de eigenheid weer van de maatregelen die het voorwerp zijn van deze wet » (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 71/7, pp. 17-18).
B.5.7. Artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, § § 2 en 4, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten geeft aan welke « werknemers » worden beoogd door artikel 5 van de wet. Artikel 2, § 3, machtigt de Koning ertoe het toepassingsgebied van de wet tot andere werknemers uit te breiden.
B.5.8. Krachtens artikel 33 van de voormelde wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten is elke werkgever verplicht een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten. Iedere werkgever moet ten minste over één preventieadviseur beschikken; in de ondernemingen met minder dan twintig werknemers mag de werkgever zelf de functie van preventieadviseur vervullen. De dienst voor preventie en bescherming op het werk staat de werkgever en de werknemers bij in de toepassing van de in de artikelen 4 tot 32 bedoelde maatregelen, in zoverre zij betrekking hebben op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Aanvullend kan een beroep gedaan worden op een erkende dienst voor preventie en bescherming op het werk. De Koning bepaalt de nadere regels betreffende de werking, de vereiste bekwaamheden en de opdrachten van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, wat is gebeurd met het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk sluiten betreffende de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk.
De preventieadviseurs, die aan bepaalde opleidingseisen moeten voldoen, en die gedurende die opleiding vertrouwd worden gemaakt met de eisen vervat in het voormelde artikel 5 van de wet, vervullen hun opdracht in volledige onafhankelijkheid ten opzichte van de werkgever en de werknemers en zij mogen geen nadeel ondervinden van hun activiteiten als preventieadviseur (artikel 43 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten).
Ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen, moeten beschikken over een comité voor preventie en bescherming op het werk, conform het bepaalde in de artikelen 49 en volgende. De bevoegdheid van het comité, dat hoofdzakelijk als opdracht heeft alle middelen op te sporen en voor te stellen en actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen (artikel 65), is nader omschreven in het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 10/07/1999 numac 1999012359 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk sluiten betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk.
B.5.9. De machtiging die het hiervoor aangehaalde artikel 5, § 3, van dezelfde wet aan de Koning verleent, wordt verantwoord door het gegeven dat « de stand van de techniek en de wetenschappen die een invloed uitoefenen op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voortdurend in evolutie zijn ». Door die bepaling worden met name beoogd : « specifieke beginselen die naar aanleiding van de bijzondere Europese richtlijnen, in uitvoering van de kaderrichtlijn, worden aangenomen zoals, bij biologische of carcinogene agentia, manueel hanteren van lasten en beeldschermen », waarbij die « situaties [...] aanleiding [kunnen] geven tot bijzondere risico's » (Parl. St., Kamer, 1995, nr. 71/1, p. 11).
De Koning heeft de eisen gesteld door artikel 5 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten nader gepreciseerd in het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk sluiten betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Artikel 5 moet in dat licht worden gelezen.
B.5.10. Gelet op wat voorafgaat, is het bepaalde in artikel 5 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten niet onbestaanbaar met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, te meer daar die bepaling, in zoverre zij in een strafrechtelijke context wordt toegepast, alleen op strikte wijze kan worden uitgelegd. Hetzelfde geldt bijgevolg voor artikel 15 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten.
De in B.5.8 bedoelde maatregelen zijn van die aard dat normaal zorgvuldige personen die betrokken zijn bij de werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, op voldoende precieze wijze kunnen weten wat van hen wordt verlangd en zij aldus kunnen weten, op het ogenblik dat zij een gedrag aannemen, of dat gedrag al dan niet strafbaar is, zodat, enerzijds, degene die de feiten begaat, vooraf op zekere wijze kan inschatten wat het strafrechtelijk gevolg van zijn daden kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
B.6.1. De artikelen 20 en 21 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepalen : «
Art. 20.De opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering organiseert de coördinatie van de werkzaamheden van de verschillende aannemers en, in voorkomend geval, van de andere betrokkenen, evenals de samenwerking tussen deze verschillende aannemers, en in voorkomend geval, van de andere betrokkenen met het oog op de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats wanneer : 1° zij zich gelijktijdig op de bouwplaats bevinden;2° zij elkaar op de bouwplaats opvolgen. De aannemers en, in voorkomend geval, de andere betrokkenen zijn er toe gehouden hun medewerking te verlenen aan deze coördinatie en samenwerking ». «
Art. 21.De opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering : 1° stelt een coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk aan, voor een bouwplaats waarop verscheidene aannemers werkzaam zullen zijn;2° doet aan de door de Koning aangeduide overheid, voor de aanvang van de werkzaamheden, een voorafgaande kennisgeving voor de opening van de bouwplaats toekomen ». B.6.2. De verplichting om zijn medewerking te verlenen aan de coördinatie met het oog op de veiligheid en gezondheid, waarin is voorzien bij artikel 20 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten, is een omzetting van de verplichting waarin is voorzien bij de artikelen 8, 9 en 10 van de richtlijn van de Raad 92/57/EEG van 24 juni 1992. De draagwijdte ervan is gedetailleerd omschreven in de artikelen 51 en 52 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/01/2001 pub. 07/02/2001 numac 2001012050 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen sluiten betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Die verplichting alsook die om een coördinator inzake veiligheid en gezondheid aan te stellen en vóór de aanvang van de werkzaamheden een voorafgaande kennisgeving te doen toekomen aan de aangeduide overheid, zijn nauwkeurig bepaald en geven geen aanleiding tot dubbelzinnigheid.
De artikelen 20 en 21 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten zijn opgesteld in bewoordingen die de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering in staat stellen te weten, op het ogenblik dat zij een gedrag aannemen, of dat gedrag al dan niet strafbaar is, zodat, enerzijds, degene die de feiten begaat, vooraf op zekere wijze kan inschatten wat het strafrechtelijk gevolg van zijn daden kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
B.6.3. Bovendien bevatten de artikelen 20 en 21 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten geen delegatie aan de Koning.
B.7.1. Artikel 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepaalt : « De Koning bepaalt : 1° de voorwaarden en de nadere regelen voor de toepassing van de artikelen 20 en 21;2° in welke gevallen de verplichtingen bedoeld in de artikelen 20 en 21 rusten op de opdrachtgever, in welke gevallen zij rusten op de bouwdirectie belast met de uitvoering van het bouwwerk en in welke gevallen ze rusten op de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering;3° in welke gevallen de voorafgaande kennisgeving bedoeld in artikel 21, 2°, moet gebeuren, evenals de inhoud ervan;4° de voorwaarden waaraan de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk moeten voldoen om hun functie uit te oefenen, met inbegrip van hun vorming en de voorwaarden en de nadere regels betreffende de organisatie en de eventuele erkenning van deze vorming, evenals hun bevoegdheden en de middelen waarover zij moeten kunnen beschikken;5° de nadere verplichtingen in verband met de verwezenlijking van het bouwwerk die voortvloeien uit de richtlijnen die door de Europese Unie zijn vastgesteld van : a) de opdrachtgever;b) de bouwdirectie belast met de uitvoering;c) de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering;d) de onderaannemers van de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering;e) de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk;f) de aannemers. De Koning kan, bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden, gevallen, verplichtingen en nadere regelen, een onderscheid maken tussen de bouwwerken op grond van hun omvang, hun complexiteit of hun risicograad, met het oog op het bereiken van een gelijkwaardig beschermingsniveau van de werknemers ».
B.7.2. De Koning heeft de in die bepaling beoogde aangelegenheid op gedetailleerde wijze geregeld in het koninklijk besluit van 25 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/01/2001 pub. 07/02/2001 numac 2001012050 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen sluiten betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Daaruit vloeit voort dat de in het voormelde artikel 23 bedoelde personen bij de lezing van die bepaling in samenhang met het voormelde koninklijk besluit kunnen weten of het gedrag dat zij aannemen, al dan niet strafbaar is, zodat, enerzijds, degene die de feiten begaat, vooraf op zekere wijze kan inschatten wat het strafrechtelijk gevolg van zijn daden kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
Bovendien vermocht de wetgever, rekening houdend met de techniciteit van de aangelegenheid, aan de Koning de bevoegdheid te delegeren om de inhoud van de verplichtingen die hij ten laste legde van de in de artikelen 20, 21 en 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bedoelde personen gedetailleerd te omschrijven, aangezien hij de essentiële elementen van die verplichtingen in die wet had vastgelegd.
B.8. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Wat artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten (tweede prejudiciële vraag) betreft B.9.1. Artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten stelt strafsancties in ten laste van de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid die de hun toevertrouwde opdrachten niet uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van die wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan.
In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de bestaanbaarheid te toetsen van die bepaling, in samenhang gelezen met de artikelen 22, 1° en 4°, en 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten, met het wettigheidsbeginsel in strafzaken.
B.9.2. Artikel 22 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepaalt : « De coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk heeft inzonderheid als opdracht : 1° de tenuitvoerlegging te coördineren van de algemene beginselen inzake preventie en veiligheid bij de technische of organisatorische keuzen met het oog op de planning van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar worden uitgevoerd evenals bij de raming van de duur van de uitvoering van deze verschillende werken of werkfasen;2° de tenuitvoerlegging te coördineren van de relevante bepalingen om ervoor te zorgen dat de aannemers : a) de algemene preventiebeginselen en de na te leven beginselen tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk bedoeld in de artikelen 4, 5 en 15 coherent toepassen;b) het veiligheids- en gezondheidsplan bedoeld in artikel 16, 2° toepassen;3° de eventuele aanpassingen aan te brengen in het veiligheids- en gezondheidsplan bedoeld in artikel 16, 2°, en het dossier bedoeld in artikel 18, 3° of deze te laten aanbrengen naar gelang van de voortgang van de werken en de eventueel daarin aangebrachte wijzigingen;4° de samenwerking en de coördinatie te organiseren van de aannemers, ook van die welke elkaar op de bouwplaats opvolgen, met het oog op de bescherming van de werknemers en de preventie van ongevallen en van beroepsmatige gezondheidsrisico's, alsmede de wederzijdse informatie;5° de controle op de juiste toepassing van de werkprocedures te coördineren;6° de nodige maatregelen te treffen opdat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden ». B.9.3. Artikel 23 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten is aangehaald in B.7.1.
B.9.4. De verplichtingen die bij artikel 22, 1° en 4°, en bij artikel 23 ten laste zijn gelegd van de coördinator inzake veiligheid en gezondheid, zijn nauwkeuring en gedetailleerd omschreven in het koninklijk besluit van 25 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/01/2001 pub. 07/02/2001 numac 2001012050 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen sluiten betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Daaruit volgt dat de coördinator bij de lezing van artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten, in samenhang met de artikelen 22, 1° en 4°, en 23 van dezelfde wet, kan weten, op het ogenblik dat hij een gedrag aanneemt, of dat gedrag al dan niet strafbaar is, zodat, enerzijds, degene die de feiten begaat, vooraf op zekere wijze kan inschatten wat het strafrechtelijk gevolg van zijn daden kan zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.
B.9.5. Artikel 22 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bevat geen enkele delegatie aan de Koning. Wat artikel 23 van dezelfde wet betreft, vermocht de wetgever, zoals in B.7.2 is aangegeven, rekening houdend met de techniciteit van de aangelegenheid, aan de Koning de bevoegdheid te delegeren om de inhoud van de verplichtingen die hij ten laste van de coördinatoren legde, gedetailleerd te omschrijven.
B.9.6. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Ten aanzien van de derde en de vierde prejudiciële vraag B.10.1. De derde en de vierde prejudiciële vraag betreffen artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten in zoverre het alleen de bouwplaatscoördinator die de hoedanigheid van werkgever heeft, strafbaar stelt, zonder te vereisen dat een door hem begane persoonlijke fout wordt aangetoond (derde vraag), en in zoverre het de bouwplaatscoördinator, rechtspersoon, zou uitsluiten van het voordeel van de strafuitsluitende verschoningsgrond waarin is voorzien bij artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek (vierde vraag).
B.10.2. Uit het verwijzingsvonnis blijkt dat alleen de werkgever, rechtspersoon, van de coördinator inzake veiligheid en gezondheid wordt vervolgd op grond van artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten.
B.10.3. In de prejudiciële vragen wordt uitgegaan van de hypothese volgens welke, aangezien artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bepaalt dat, wanneer de bouwplaatscoördinator de hoedanigheid van werknemer heeft, alleen zijn werkgever kan worden vervolgd voor de fouten die hij begaat tijdens het vervullen van zijn opdracht, die bepaling, enerzijds, een strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor anderen zou doen ontstaan en, anderzijds, de toepassing, ten voordele van de werkgever, rechtspersoon, van de bouwplaatscoördinator, van de strafuitsluitende verschoningsgrond waarin is voorzien bij artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, in de weg zou staan.
B.10.4. Zoals in B.1.2 is aangegeven, is artikel 87 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten opgeheven bij de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek en vervangen door artikel 131 van het Sociaal Strafwetboek. In tegenstelling tot artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten bestraft artikel 131, 8°, van het Sociaal Strafwetboek « de coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van een bouwwerk [...] als werkgever, zijn aangestelde of lasthebber ». Sinds de uitspraak van het verwijzingsvonnis zijn de regels met betrekking tot de strafrechtelijke verantwoordelijkheid dus in die zin gewijzigd dat de bouwplaatscoördinator die de hoedanigheid van werknemer heeft, eveneens kan worden vervolgd voor de fouten die hij begaat en dat zijn werkgever niet langer automatisch de enige persoon is die strafrechtelijk verantwoordelijk is. De Ministerraad is van mening dat aangezien de nieuwe bepaling voor de werkgever gunstiger is dan de vroegere bepaling, de verwijzende rechter artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten niet langer op de werkgever kan toepassen. Hij besluit daaruit dat de prejudiciële vragen geen antwoord behoeven.
B.10.5. Het komt niet het Hof, maar het verwijzende rechtscollege toe om, rekening houdend met de voormelde wetswijzigingen, alsook met het in artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en in artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten vervatte beginsel van de retroactiviteit van de mildere strafwet, te oordelen of artikel 87, 8°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten nog dient te worden toegepast op de werkgever.
B.10.6. De derde en de vierde prejudiciële vraag dienen te worden teruggezonden naar het verwijzende rechtscollege, opdat dit de zaak opnieuw kan beoordelen in het licht van de nieuwe bepalingen en kan oordelen of het antwoord op die vragen nog nodig is voor de oplossing van het geschil.
Om die redenen, het Hof - zegt voor recht : . Artikel 87, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk schendt niet de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. . Artikel 87, 8°, van dezelfde wet, in samenhang gelezen met de artikelen 22, 1° en 4°, en 23 van dezelfde wet, schendt niet de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. - zendt de derde en de vierde vraag terug naar het verwijzende rechtscollege.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 6 juni 2013.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, R. Henneuse