gepubliceerd op 11 september 2013
Uittreksel uit arrest nr. 75/2013 van 30 mei 2013 Rolnummer : 5423 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 75/2013 van 30 mei 2013 Rolnummer : 5423 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 204 van de
wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/03/1991
pub.
09/01/2013
numac
2012000673
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits
type
wet
prom.
21/03/1991
pub.
18/01/2016
numac
2015000792
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 29 mei 2012 in zake de nv van publiek recht « Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » tegen de provincie Oost-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 204 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten (ingevoegd bij art. 5 van het K.B. 14 juni 2004) en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 (zoals gewijzigd door het K.B. van 10 oktober 2004) al dan niet gelezen in samenhang met het Belastingreglement van de provincie Oost-Vlaanderen, vastgesteld bij provincieraadsbesluit van 3 december 2008, het grondwettelijke gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat de bestreden artikelen de NMBS Holding en Infrabel vrijstellen van alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten, terwijl de NMBS niet wordt vrijgesteld van deze belastingen, heffingen en rechten ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. De eerste in het geding zijnde bepaling, namelijk artikel 204 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (hierna : de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten), ingevoegd bij koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, bekrachtigd bij artikel 312 van de programmawet van 27 december 2004 (hierna : het koninklijk besluit van 14 juni 2004) luidt : « In artikel 180 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een 12° toegevoegd, luidende : ' 12° de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel '.
Infrabel is vrijgesteld van alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten ».
B.1.2. De tweede in het geding zijnde bepaling, te weten artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen (hierna : de wet van 23 juli 1926), gewijzigd bij artikel 8, § 7, 1°, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014211 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014210 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel sluiten houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna : het koninklijk besluit van 18 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014211 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014210 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel sluiten), bekrachtigd bij artikel 313 van de programmawet van 27 december 2004, luidt : « Onverminderd de bepalingen van de Wetboeken der registratie-, hypotheek- en griffierechten, der successierechten, der zegelrechten en der met het zegel gelijkgestelde taxen, wordt N.M.B.S. Holding met de Staat gelijkgesteld voor de toepassing der wetten inzake directe of indirecte belastingen. Zij is vrijgesteld van alle belastingen en taxen ten bate van provinciën en gemeenten, met uitzondering echter van heffingen ter vergoeding van op haar verzoek verstrekte diensten ».
De wijziging van die bepaling bij artikel 8, § 7, 1°, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014211 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014210 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel sluiten bestond erin dat de woorden « de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » werden vervangen door « N.M.B.S. Holding ».
B.2. De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat die bepalingen « de N.M.B.S. Holding en Infrabel vrijstellen van alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten, terwijl de N.M.B.S. niet wordt vrijgesteld van deze belastingen, heffingen en rechten ».
B.3. De Ministerraad betwist de pertinentie van de prejudiciële vraag, ervan uitgaande dat de vestigingen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna : N.M.B.S.) moeten worden vrijgesteld van de provinciebelasting op basis van het door het Hof van Cassatie erkende algemene beginsel dat de goederen die worden aangewend voor de openbare dienst, dienen te worden vrijgesteld van belastingen.
In beginsel komt het de verwijzende rechter toe na te gaan of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is om het hem voorgelegde geschil te beslechten. Slechts wanneer dat klaarblijkelijk niet het geval is, vermag het Hof te beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft.
In zijn verwijzingsvonnis heeft de verwijzende rechter geoordeeld « dat een algemeen principe van belastingvrijdom van het openbaar domein niet bestaat. Voor zover het al zou bestaan, moet vastgesteld worden dat volgens de recente rechtspraak dit principe maar geldt voor zover de betrokken instantie inzake belastingen uitdrukkelijk gelijkgesteld is met de Staat. De [N.M.B.S.] is op het gebied van belastingen niet gelijkgesteld met de Belgische Staat en er is evenmin een uitdrukkelijke vrijstelling voorzien van provinciale belastingen ».
Aangezien, onder meer rekening houdend met de omvorming van de N.M.B.S., in 2004, tot een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht, niet blijkt dat de verwijzende rechter uitgaat van een kennelijk verkeerd uitgangspunt, is de exceptie niet gegrond.
B.4. De verwijzende rechter, die uitspraak dient te doen over de vordering van de N.M.B.S. tot vernietiging van een reeks aanslagen die de provincie Oost-Vlaanderen voor het aanslagjaar 2009 heeft gevestigd op het beheer van haar treinstations in Oost-Vlaanderen, vraagt de in het geding zijnde bepalingen te toetsen aan de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, « al dan niet gelezen in samenhang met het Belastingreglement van de provincie Oost-Vlaanderen, vastgesteld bij provincieraadsbesluit van 3 december 2008 ».
Het Hof kan evenwel een belastingreglement niet in zijn toetsing betrekken.
B.5. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172 van de Grondwet is een bijzondere toepassing van dat beginsel in fiscale aangelegenheden.
B.6. Bij de reorganisatie van de N.M.B.S. tot een groep met een N.M.B.S. Holding en twee dochtervennootschappen, de N.M.B.S. en Infrabel, heeft de wetgever, enerzijds, de principiële belastingvrijstelling ten aanzien van lokale belastingen die de vroegere N.M.B.S. genoot krachtens artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 « tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » toegekend aan de N.M.B.S. Holding door in dat artikel de vermelding « de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » te vervangen door « N.M.B.S. Holding » (artikel 8, § 7, 1°, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014211 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type koninklijk besluit prom. 18/10/2004 pub. 20/10/2004 numac 2004014210 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel sluiten), en, anderzijds, een vergelijkbare vrijstelling ingevoerd ten aanzien van Infrabel (artikel 5 van het koninklijk besluit van 14 juni 2004).
Nu die vrijstellingen, vervat in de in het geding zijnde bepalingen, zijn ingegeven door de wil om het beheer van de goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de openbare dienst op het gebied van personen- en goederenverkeer per trein niet te laten bezwaren door lokale belastingen, is er geen redelijke verantwoording om geen vrijstelling te verlenen aan de N.M.B.S. terwijl die wel is verleend aan zowel de N.M.B.S. Holding als aan Infrabel en alle drie entiteiten van de N.M.B.S.-groep zich, inzonderheid wat het uitvoeren van de betrokken openbare dienstverplichtingen betreft, in een vergelijkbare situatie bevinden.
B.7. Aangezien artikel 172, tweede lid, van de Grondwet bepaalt dat geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd dan door een wet, kan enkel de wetgever een einde maken aan de vastgestelde discriminatie, met inachtneming van het recht van de Europese Unie.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 204 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen schenden de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. - De ontstentenis van een wetsbepaling die de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen op dezelfde wijze behandelt als de N.M.B.S. Holding en Infrabel inzake lokale belastingen op de goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de openbare dienst, schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 mei 2013.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, M. Bossuyt