Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 februari 2012

Uittreksel uit arrest nr. 185/2011 van 8 december 2011 Rolnummer 5064 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9, tweede lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieamb Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011206588
pub.
08/02/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 185/2011 van 8 december 2011 Rolnummer 5064 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9, tweede lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, vóór de wijziging ervan bij het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 10/03/2009 numac 2009029098 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs type decreet prom. 23/01/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029122 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot invoeging van een artikel 14, 3° in het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter sluiten, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechters A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 23 november 2010 in zake Nadine Michiels tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 november 2010, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Was artikel 9, tweede lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, waarnaar in artikel 35 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten tot vaststelling van het statuut van de directeurs wordt verwezen, vóór de wijziging ervan bij het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 10/03/2009 numac 2009029098 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs type decreet prom. 23/01/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029122 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot invoeging van een artikel 14, 3° in het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter sluiten, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de toegang tot de benoeming als directeur van een lagere school in het onderwijs van de Franse Gemeenschap voorbehield aan de personeelsleden die ' houder zijn van het diploma van onderwijzer ', terwijl de personeelsleden van de andere onderwijsnetten, om als directeur in die andere netten te worden benoemd, zich ofwel op het bezit van een diploma van onderwijzer, ofwel op het bezit van een aggregatie voor het lager secundair onderwijs konden beroepen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Artikel 9, tweede lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten bepaalde aanvankelijk : « Om benoemd te worden in het bevorderingsambt van directeur van een lagere school in het onderwijs van de Franse Gemeenschap, moeten de personeelsleden benoemd zijn in het wervingsambt van onderwijzer, leermeester zedenleer, leermeester bijzondere vakken of leermeester tweede taal en houder zijn van het diploma van onderwijzer ».

Die bepaling was alleen van toepassing op de leden van het onderwijspersoneel die hun ambt uitoefenden in de inrichtingen voor lager onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap (artikel 1).

B.1.2. Artikel 92, b), van het decreet van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2009 « houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs » heeft artikel 9, tweede lid, van het decreet van 4 januari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999029087 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten sluiten als volgt vervangen : « Om benoemd te worden tot het bevorderingsambt van directeur van de lagere school in het onderwijs van de Franse Gemeenschap moeten de personeelsleden : 1° Benoemd worden tot het wervingsambt van leraar lager onderwijs of leraar lager onderwijs belast met onderdompeling, van meester zedenleer, van meeste[r] bijzondere vakken of van meester tweede taal;2° Houder zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor de uitoefening van een wervingsambt bedoeld in 1° ». Artikel 92, b), van het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 10/03/2009 numac 2009029098 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs type decreet prom. 23/01/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029122 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot invoeging van een artikel 14, 3° in het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter sluiten is in werking getreden op 1 februari 2009 (artikel 111 van dat decreet).

B.2.1. Uit artikel 33 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs, in samenhang gelezen met de artikelen 1 en 2, § 1, 1°, van hetzelfde decreet, blijkt dat, zowel in het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs als in het door die Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, een persoon in principe pas na een « stage van directeur » in vast verband kan worden benoemd of aangeworven in het bevorderingsambt van directeur van een lagere school.

B.2.2. Artikel 57, eerste lid, 3°, van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten bepaalt : « Niemand kan tot de stage worden toegelaten in het bevorderingsambt van directeur, als hij, op het ogenblik van de toelating tot de stage, niet voldoet aan de volgende voorwaarden : [...] 3° in vast verband één of meer ambten uitoefenen die toegang geven tot het toe te kennen ambt van directeur en houder zijn van een bekwaamheidsbewijs overeenkomstig artikel 102 van dit decreet; [...] ».

Artikel 80, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet bepaalt : « Niemand kan tot de stage worden toegelaten in het bevorderingsambt van directeur indien hij niet op het ogenblik van de toelating tot de stage aan de volgende voorwaarden voldoet : [...] 3° één of meer ambten, in vast verband, uitoefenen die toegang geven tot het toe te kennen ambt van directeur en houder zijn van een bekwaamheidsbewijs overeenkomstig artikel 102 van dit decreet; [...] ».

Beide bepalingen maken respectievelijk deel uit van hoofdstuk II (« Het gesubsidieerd officieel onderwijs ») en van hoofdstuk III (« Het gesubsidieerd vrij onderwijs ») van titel III (« Bepalingen die specifiek zijn voor elk net ») van dat decreet. Zij zijn in werking getreden op 1 september 2007 (artikel 141 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten).

B.2.3. Artikel 102 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten bepaalt : « De bekwaamheidsbewijzen en de ambten bedoeld in artikel 57, eerste lid, 3°, [...] van het voornoemde decreet [...], voor het bevorderingsambt opgenomen in kolom 1 van de hiernavolgende tabel (zie tabel II) zijn deze die opgenomen zijn naast het bovenvermelde ambt in de kolommen 2 en 3 van dezelfde tabel.

De bekwaamheidsbewijzen en de ambten bedoeld in artikel 80, eerste lid, 3°, [...] van het voornoemde decreet [...], voor het bevorderingsambt opgenomen in kolom 1 van de hiernavolgende tabel (zie tabel II), zijn deze die opgenomen zijn naast het bovenvermelde ambt in de kolommen 2 en 3 in dezelfde tabel ».

In verband met het ambt van directeur van een lagere school zag die tabel II, vóór de wijziging ervan bij artikel 107 van het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 10/03/2009 numac 2009029098 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs type decreet prom. 23/01/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029122 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot invoeging van een artikel 14, 3° in het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter sluiten, eruit als volgt :

1. Bevorderingsambt

2.Uitgeoefend(e) ambt(en)

3. Bekwaamheidsbewijs (zen)

[...]

[...]

[...]

Directeur van een lagere school

a) Onderwijzer b) Leermeester bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding, tweede taal, zedenleer, godsdienst)

a) Diploma van onderwijzer of GLSO b) Diploma van onderwijzer of GLSO Voor zover het gaat om een vereist bekwaamheidsbewijs of een voldoend bekwaamheidsbewijs van groep A voor één van de ambten bedoeld in kolom 2

[...]

[...]

[...]


Het voormelde artikel 102 en de hiervoor weergegeven tabel zijn in werking getreden op 1 september 2007 (artikel 141 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten).

Artikel 107 van het decreet van 23 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2009 pub. 10/03/2009 numac 2009029098 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties vereist voor de uitoefening van ambten in de inrichtingen voor gewoon en gespecialiseerd voorschools, lager en secundair onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze inrichtingen afhangen, en in de psycho-medisch-sociale centra, betreffende het verlof voor sportactiviteiten en houdende diverse dringende maatregelen inzake onderwijs type decreet prom. 23/01/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029122 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot invoeging van een artikel 14, 3° in het decreet van 24 november 2006 betreffende de toekenning van de vergunning van sportschutter sluiten, dat die tabel wijzigt, is in werking getreden op 1 februari 2009 (artikel 111 van dat decreet).

Uit artikel 100 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten kan worden afgeleid dat de in die tabel gebruikte afkorting « GLSO » ofwel de titel van « bachelor - geaggregeerde van het lager secundair onderwijs », ofwel het « diploma van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs » beoogt.

B.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing, gelezen in het licht van de voormelde decreetsbepalingen, blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 9, tweede lid, van het decreet van 4 januari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999029087 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten sluiten, in zoverre het tussen 1 september 2007 en 31 januari 2009 een verschil in behandeling tot stand bracht tussen twee categorieën van leden van het onderwijzend personeel die in het bezit waren van een aggregatie van het lager secundair onderwijs (GLSO) zonder houder te zijn van een diploma van lager onderwijzer : enerzijds, diegenen die lid zijn van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en, anderzijds, diegenen die lid zijn van het gesubsidieerd officieel onderwijs of van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

De in het geding zijnde bepaling ontzegde de eerstgenoemden het recht om in vast verband te worden benoemd in het ambt van directeur van een lagere school, terwijl de laatstgenoemden in een dergelijk ambt in vast verband konden worden benoemd of aangeworven.

B.4. De in het geding zijnde bepaling neemt een regel over uit een eerdere verordenende bepaling (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 1998-1999, nr. 274/1, pp. 3-6), namelijk artikel 1, B, van het koninklijk besluit van 31 juli 1969 « tot vaststelling van de wervings- en selectieambten waarvan de personeelsleden van het rijksonderwijs titularis moeten zijn om benoemd te kunnen worden in een bevorderingsambt in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel der rijksonderwijsinrichtingen », zoals het was vervangen bij artikel 6, 1°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 24 oktober 1996 « tot wijziging van diverse besluiten betreffende de rangschikking en de bepaling van diverse ambten in het basisonderwijs ».

B.5.1. De rol van de directeur van een lagere school is dezelfde in alle scholen, ongeacht het onderwijsnet waaronder die school ressorteert (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2006-2007, nr. 339/1, p. 8; ibid., nr. 339/3, p. 7).

De basisopleiding van een lid van het onderwijzend personeel dat directeur van een dergelijke school wordt, heeft hem niet voorbereid op de uitoefening van dat ambt, dat een « nieuw beroep » vormt (ibid., nr. 339/1, pp. 7 en 9; ibid., nr. 339/3, pp. 6 en 8) dat « volledig verschilt van dat van onderwijzer » (ibid., nr. 339/1, p. 20). Het is met name om die reden dat het decreet van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2007 pub. 05/04/2007 numac 2007035475 bron vlaamse overheid Decreet houdende het statuut van de reisbureaus type decreet prom. 02/03/2007 pub. 30/03/2007 numac 2007035457 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de vereniging zonder winstoogmerk Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel type decreet prom. 02/03/2007 pub. 26/03/2007 numac 2007035421 bron vlaamse overheid Decreet houdende opheffing van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera en tot regeling van de rechtsopvolging sluiten bepaalt dat het personeelslid, alvorens in vast verband te worden benoemd of aangeworven in dat ambt, in principe een « eerste opleiding » - waarvan het niveau identiek is voor elk onderwijsnet - moet volgen en een « stage van directeur » moet doen (ibid., nr. 339/1, pp. 7-9; ibid., nr. 339/3, p. 7). Die opleiding strekt ertoe « de directeur [...] de mogelijkheid te verschaffen om de bevoegdheden te verwerven die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van [zijn] opdrachten » (artikel 12 van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten) en hem in dat verband de beste troeven in handen te geven (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2006-2007, nr. 339/1, p. 17; ibid., nr. 339/3, p. 8), terwijl de stage de Franse Gemeenschapsregering of de inrichtende macht toelaat « zich ervan te vergewissen dat de aangewezen persoon volkomen beantwoordt aan het profiel van het ambt » (ibid., nr. 339/1, p. 10). B.5.2.1. Het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten strekt eveneens ertoe « de voorwaarden inzake de toegang tot het ambt van directeur tussen de netten uniform te maken » (ibid., nr. 339/1, pp. 8 en 11; ibid., nr. 339/3, p. 7).

Titel IV ervan (« De toegang tot de selectieambten en de bevorderingsambten in het gesubsidieerd onderwijs »), waarvan het in B.2.3 aangehaalde artikel 102 deel uitmaakt, beoogt de invoering van « een duidelijke regeling inzake de voorwaarden voor de toegang tot de [...] bevorderingsambten in het gesubsidieerd onderwijs, volgens een mechanisme dat vergelijkbaar is met hetwelk bestaat in het onderwijs van de Gemeenschap » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2006-2007, nr. 339/1, p. 14).

B.5.2.2. De afdeling wetgeving van de Raad van State, die verzocht werd advies uit te brengen over het voorontwerp van decreet dat aan de oorsprong ligt van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten, merkte in verband met die titel IV op dat de in het geding zijnde bepaling alleen van toepassing bleef op het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs, zodat een verschil in behandeling bestond tussen, enerzijds, de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en, anderzijds, de personeelsleden van het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs (ibid., p. 159).

Zij voegde eraan toe : « Immers, zoals de Raad van State herhaaldelijk eraan heeft herinnerd, strekt de vaststelling ' op uniforme wijze voor alle onderwijsnetten en voor alle personeelsleden die door de Staat worden bezoldigd of gesubsidieerd, (van) de bekwaamheidsbewijzen die vereist zijn voor de uitoefening van de verschillende ambten en, bij gebrek aan houders van de vereiste bekwaamheidsbewijzen, (van) de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen (bedoeld in artikel 12bis, § 2, eerste lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973), ertoe de gelijkheid onder de personeelsleden te waarborgen zoals bedoeld in artikel 24, § 4, van de Grondwet '.

Om een einde te maken aan elke discriminatie onder de personeelsleden volgens het net waartoe zij behoren, dient het toepassingsgebied van titel IV van het voorontwerp van decreet te worden uitgebreid tot de selectie- en bevorderingsambten in het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs » (ibid., pp. 159-160).

B.5.2.3. In de memorie van toelichting van het ontwerpdecreet dat aan de oorsprong ligt van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten reageerde de Regering op die opmerking als volgt : « [...] er dient te worden herinnerd aan de thans bestaande verschillen tussen de onderwijsnetten, met name op het vlak van de bekwaamheidsbewijzen. De voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen zijn immers niet van toepassing in het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs. De opmerking van de Raad van State zal derhalve pas opnieuw kunnen worden behandeld in het kader van de volgende hervorming van de bekwaamheidsbewijzen en ambten. In de huidige tekst is niettemin een vooruitgang gemaakt, met hetzelfde doel als hetwelk de Raad van State heeft opgemerkt : voor het net ' Franse Gemeenschap ' wordt het bekwaamheidsbewijs dat is vereist om toegang te hebben tot een bevorderings- of selectieambt uitgebreid tot het bekwaamheidsbewijs dat vereist is voor één van de aanwervingsambten die toegang verlenen tot het ambt in kwestie, hetgeen in het algemeen overeenstemt met de 'voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen A' van het gesubsidieerd onderwijs » (ibid., p. 14).

De afschaffing van het door de afdeling wetgeving van de Raad van State bekritiseerde verschil in behandeling werd uitgesteld tot later, teneinde het mogelijk te maken dat het « debat over de bekwaamheidsbewijzen en ambten [...] zich losmaakt van die verschillen geërfd uit het verleden » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2006-2007, nr. 339/3, p. 15).

B.5.3. Artikel 12bis, § 2, van de wet van 29 mei 1959 « tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving », ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 11 juli 1973 « houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 betreffende het bewaarschoolonderwijs, het lager, middelbaar, normaal-, technisch, kunst- en buitengewoon onderwijs », vervolgens gewijzigd bij artikel 20 van het decreet van 27 oktober 1994 « tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs », bepaalt : « Door een in Ministerraad overlegd besluit na raadpleging van de algemene raad opgericht bij decreet van 27 oktober 1994 voor het secundair onderwijs bepaalt de Koning op eenvormige wijze voor alle onderwijsnetten en voor alle personeelsleden die door het Rijk bezoldigd of gesubsidieerd worden, de voor de verschillende ambten vereiste bekwaamheidsvereisten en, bij gebrek aan houders van de vereiste bekwaamheidsbewijzen, de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen alsmede, voor elk type van vrij onderwijs, de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen.

In geval van tekort, bewezen op de wijze bepaald door de Koning, aan kandidaten houder van de vereiste, voldoende geachte of gelijkwaardig geachte bekwaamheidsbewijzen, mag een kandidaat die andere bekwaamheidsbewijzen bezit tijdelijk aangeworven worden. Deze aanwerving wordt beperkt tot de duur van het lopend schooljaar. Indien het tekort voortduurt, kan de aanwerving jaarlijks hernieuwd worden, zonder tot een vaste benoeming te kunnen leiden ».

Artikel 24, § 4, van de Grondwet bepaalt : « Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet en het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een aangepaste behandeling verantwoorden ».

Die bepaling bevestigt op het gebied van het onderwijs opnieuw het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie dat vervat is in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.5.4. In haar reactie op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State betwist de Franse Gemeenschapsregering niet de noodzaak om een einde te maken aan het verschil in behandeling dat wegens het discriminerende karakter ervan in de prejudiciële vraag wordt bekritiseerd.

Bovendien voorziet artikel 12bis, § 2, van de wet van 29 mei 1959 in de « toepassing » van de « voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen » voor alle « onderwijsnetten ». De verwijzing die de Regering maakt naar de « vooruitgang », blijkt overigens te bevestigen dat een dergelijk bekwaamheidsbewijs zou kunnen worden « toegepast » in het door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijs.

Ongeacht de draagwijdte van die « vooruitgang » maakte die het een lid van het onderwijzend personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap dat in het bezit was van een aggregatie voor het lager secundair onderwijs (GLSO) zonder houder te zijn van een diploma van lager onderwijzer, niet mogelijk om in vast verband te worden benoemd in het ambt van directeur van een lagere school.

B.5.5. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het in B.3 omschreven verschil in behandeling niet redelijk verantwoord is.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 9, tweede lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, zoals het van toepassing was tussen 1 september 2007 en 31 januari 2009, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 8 december 2011.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De Voorzitter, R. Henneuse.

^