Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 28 januari 2011

Uittreksel uit arrest nr. 137/2010 van 9 december 2010 Rolnummer 4909 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145bis van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, ge Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter E. De Groot, waarnemend voorzitter, en, overeen(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011200276
pub.
28/01/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 137/2010 van 9 december 2010 Rolnummer 4909 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145bis van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gesteld door de Raad van State.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter E. De Groot, waarnemend voorzitter, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Melchior, en de rechters J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 202.012 van 17 maart 2010 in zake Dina Notte tegen de deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2010, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 145bis van het decreet d.d. 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening artikel 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat het, door als voorwaarde voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor de uitbreiding van een gebouw dat gelegen is buiten een geëigende bestemmingszone, oplegt dat deze uitbreiding een volumevermeerdering met 100 % niet mag overschrijden, waardoor verbouwingen van enige omvang onmogelijk worden voor eigenaars van kleinere woningen, en dit in tegenstelling tot eigenaars van grotere woningen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 145bis van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (hierna : decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/09/1999 numac 1999036051 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten) met het beginsel van de gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Uit de gegevens van de zaak voor de Raad van State blijkt dat inzonderheid de bepaling van artikel 145bis, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/09/1999 numac 1999036051 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, in de versie zoals ingevoegd bij decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 03/08/2001 numac 2001035849 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 type decreet prom. 13/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001035864 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van aflvalstoffen type decreet prom. 13/07/2001 pub. 07/08/2001 numac 2001035847 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van artikel 257 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de onroerende voorheffing betreft type decreet prom. 13/07/2001 pub. 22/08/2001 numac 2001035895 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 juli 2000 houdende dringende maatregelen betreffende het lerarenambt sluiten en gewijzigd bij decreet van 21 november 2003, in het geding is, waaruit voortvloeit dat een stedenbouwkundige vergunning kan worden verleend, niettegenstaande de geldende bestemmingsvoorschriften van de gewestplannen en algemene plannen van aanleg, voor de uitbreiding - te dezen in agrarisch gebied - van een woning, mits « deze uitbreiding [...] een volumevermeerdering met 100 % echter niet [overschrijdt] ».

De door de verzoekende partij voor de Raad van State gesuggereerde vraag is of het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden omdat daardoor « verbouwingen van enige omvang onmogelijk worden voor eigenaars van kleinere woningen, en dit in tegenstelling tot eigenaars van grotere woningen ».

B.2. Artikel 145bis, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/09/1999 numac 1999036051 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, in de versie van toepassing in het bodemgeschil, stelt zowel een relatieve (100 pct. vermeerdering) als een absolute (1 000 m3) grens aan het volume bij de eventuele uitbreiding van een zonevreemde woning.

In tegenstelling tot wat de Vlaamse Regering stelt, vloeit uit de in het geding zijnde bepaling wel degelijk een verschil in behandeling voort tussen personen die een vergunning aanvragen voor een uitbreiding van een zonevreemde woning al naargelang het om een kleine dan wel grote woning gaat. Een aanvrager met een woning van per hypothese 100 m3 heeft verhoudingsgewijs immers minder mogelijkheden tot uitbreiding dan een aanvrager met een woning van 500 m3.

B.3.1. Het staat aan de decreetgever om een evenwicht te zoeken tussen een goede ruimtelijke ordening en het bij artikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet gewaarborgde recht op behoorlijke huisvesting. De in het geding zijnde bepaling beantwoordt aan de zorg van de decreetgever om, niettegenstaande een regelgeving inzake ruimtelijke ordening die in beginsel berust op ruimtelijke plannen en bestemmingsvoorschriften, in bepaalde gevallen het uitreiken van bouwvergunningen in afwijking van die plannen en voorschriften toe te staan.

Dat beleid van de decreetgever is in de loop der jaren vaak gewijzigd.

Het staat niet aan het Hof de opeenvolgende keuzes van de decreetgever te beoordelen maar enkel om na te gaan of er te dezen een redelijke verantwoording is voor het aangeklaagde verschil in behandeling, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de maatregel.

B.3.2. Wat betreft het doel van de maatregel blijkt uit de parlementaire voorbereiding van met name artikel 166 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening - waarop het bij artikel 9 van het decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 03/08/2001 numac 2001035849 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 type decreet prom. 13/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001035864 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van aflvalstoffen type decreet prom. 13/07/2001 pub. 07/08/2001 numac 2001035847 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van artikel 257 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de onroerende voorheffing betreft type decreet prom. 13/07/2001 pub. 22/08/2001 numac 2001035895 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 juli 2000 houdende dringende maatregelen betreffende het lerarenambt sluiten ingevoegde artikel 145bis van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/09/1999 numac 1999036051 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten is geïnspireerd - dat een zekere versoepeling wenselijk werd geacht ten aanzien van de vroegere bepaling die de uitbreidingsmogelijkheid beperkte tot 20 pct. van het volume van een bestaande woning : « De uitgewerkte regeling komt er op neer dat een aantal beperkingen van de bestaande regeling komen te vervallen.

Voor woningen vervalt het vroegere maximum van 20 % volumevermeerdering, iets wat voor zeer kleine woningen weinig soelaas bracht, en wordt vervangen door 100 %. De 700 m3-grens blijft wel behouden. De toegelaten werken blijven in principe beperkt tot verbouwen en uitbreiden. Herbouwen kan wél indien de onder punt 2° beschreven voorwaarden vervuld zijn » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1998-1999, nr. 1332/1, memorie van toelichting, p. 75). « De minister belicht vervolgens de regels van de zonevreemde gebouwen. Voor deze gebouwen worden de huidige ' mini-decreet '-regels bijgestuurd. Zo vervalt voor woningen de 20 % -regel : ook de kleine woningen zullen tot 700 [m3] kunnen uitbreiden, echter zonder de 100 % volumevermeerdering te overschrijden. [...]. [...] Het is niet de bedoeling met dit ontwerpdecreet het herbouwen van hoevetjes in agrarisch gebied ' uit te lokken ', aan te moedigen.

De aanmerkelijke versoepeling ten aanzien van de huidige wetgeving is ingegeven door overwegingen van menselijke en sociale aard : om tegemoet te komen aan de behoefte om 19de eeuwse oncomfortabele woonsituaties te saneren en de bewoners de mogelijkheid te geven om hun woning aan te passen aan de comfortbehoeftes van deze tijd » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1998-1999, nr. 1332/8, verslag, p. 13).

De absolute bovengrens van 700 m3 in het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/09/1999 numac 1999036051 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten is bij decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 03/08/2001 numac 2001035849 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 type decreet prom. 13/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001035864 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van aflvalstoffen type decreet prom. 13/07/2001 pub. 07/08/2001 numac 2001035847 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van artikel 257 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de onroerende voorheffing betreft type decreet prom. 13/07/2001 pub. 22/08/2001 numac 2001035895 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 juli 2000 houdende dringende maatregelen betreffende het lerarenambt sluiten op 850 m3 gebracht, waarbij dan wel de kelder- en zolderruimten in het volume werden meegerekend, en bij decreet van 21 november 2003 op 1 000 m3. Naar aanleiding van die wijzigingen zijn de relatieve beperking en de hiervoor uiteengezette motieven die haar verantwoordden niet meer ter discussie gesteld.

Daaruit kan worden opgemaakt dat de decreetgever het naast een absolute bovengrens nodig achtte om voor de uitbreiding van zonevreemde woningen een beperking in te voeren waarbij verhoudingsgewijze rekening werd gehouden met de bestaande situatie, weliswaar ook met een zekere versoepeling om een aan de huidige noden meer aangepast wooncomfort mogelijk te maken.

B.3.3. Wat de gevolgen van de in het geding zijnde bepaling betreft, dient ermee rekening te worden gehouden dat de maatregel betrekking heeft op zonevreemde woningen, waarvoor derhalve reeds wordt afgeweken van de normaal geldende regels. Het is in die context niet zonder verantwoording de afwijking te beperken tot uitbreidingen die toch een verdubbeling van het bestaande volume mogen uitmaken, nadat het uitbreiden voordien tot 20 pct. was beperkt.

Weliswaar heeft de Vlaamse decreetgever inmiddels de relatieve beperking van de afwijkingsmogelijkheden voor vergunning van zonevreemde woningen afgeschaft en enkel een absolute bovengrens van 1 000 m3 volume gehandhaafd, maar uit die wijziging volgt niet dat de vorige regeling zonder verantwoording was.

B.4. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

B.5. Het Hof, dat is ondervraagd over de in het geding zijnde bepaling zoals van toepassing voor de verwijzende rechter, heeft zich niet uit te spreken over de houding die de bestendige deputatie dient aan te nemen in het licht van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 15/05/2009 numac 2009035409 bron vlaamse overheid Decreet tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid sluiten tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid. Er kan niet worden ingegaan op het verzoek om de rechtspleging om die redenen te schorsen.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 145bis, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, in de versie zoals ingevoegd bij decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 03/08/2001 numac 2001035849 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 type decreet prom. 13/07/2001 pub. 08/08/2001 numac 2001035864 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van aflvalstoffen type decreet prom. 13/07/2001 pub. 07/08/2001 numac 2001035847 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van artikel 257 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de onroerende voorheffing betreft type decreet prom. 13/07/2001 pub. 22/08/2001 numac 2001035895 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 juli 2000 houdende dringende maatregelen betreffende het lerarenambt sluiten en gewijzigd bij decreet van 21 november 2003, schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, als voorwaarde voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor de uitbreiding van een gebouw dat gelegen is buiten een geëigende bestemmingszone, oplegt dat die uitbreiding een volumevermeerdering met 100 pct. niet mag overschrijden.

Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 9 december 2010.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De wnd. voorzitter, E. De Groot.

^