gepubliceerd op 05 maart 2010
Uittreksel uit arrest nr. 2/2010 van 20 januari 2010 Rolnummer 4616 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, zoals gewi Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 2/2010 van 20 januari 2010 Rolnummer 4616 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 157 van de
wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
13/07/2007
numac
2007009524
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de
wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202687
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202688
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
sluiten houdende diverse bepalingen (II), ingesteld door M.S. en J.R. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters M. Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 januari 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 januari 2009, hebben M.S. en J.R., die keuze van woonplaats doen te 2200 Herentals, Lierseweg 102-104, beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel 157 van de
wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
13/07/2007
numac
2007009524
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de
wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202687
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202688
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
sluiten houdende diverse bepalingen (II) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008). (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 7 van de
wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202687
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
type
wet
prom.
24/07/2008
pub.
07/08/2008
numac
2008202688
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen (1)
sluiten houdende diverse bepalingen (II), dat luidt : « In artikel 157 van de
wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
13/07/2007
numac
2007009524
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis worden de woorden ', en uiterlijk op de eerste dag van de achttiende maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ' vervangen door de woorden ' en uiterlijk op de eerste dag van de vierenvijftigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ' ».
B.2.1. Aldus gewijzigd, bepaalt artikel 157 van de voormelde wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten : « Met uitzondering van dit artikel, dat in werking treedt de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, treedt deze wet in werking op de dag die de Koning voor elk artikel van de wet bepaalt, en uiterlijk op de eerste dag van de vierenvijftigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ».
B.2.2. De verzoekende partijen zijn personen die, na hun veroordeling tot vrijheidsberovende straffen, het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot internering die werd genomen op grond van artikel 21 van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten. Hun belang bij de vernietiging van artikel 7 van de wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/2008 pub. 07/08/2008 numac 2008202687 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 24/07/2008 pub. 07/08/2008 numac 2008202688 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten is dus enkel verantwoord doordat die bepaling tot gevolg heeft dat de inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten die van toepassing zijn op de personen die tot een vrijheidsberovende straf zijn veroordeeld en die vervolgens het voorwerp uitmaken van een beslissing tot internering, namelijk de artikelen 82 tot 114 en 138 tot 144 van de genoemde wet, wordt verschoven van 1 januari 2009 naar 1 februari 2012.
B.2.3. De artikelen 82 tot 114 en 138 tot 144 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten voorzien in de mogelijkheid van internering van een persoon die in hechtenis wordt gehouden, op grond van een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank (artikel 82) die is genomen na een debat op tegenspraak (artikel 86) en die bepaalt in welke door de federale overheid georganiseerde inrichting of afdeling tot bescherming van de maatschappij de internering ten uitvoer dient te worden gelegd (artikel 89). Zij bepalen onder meer de modaliteiten voor het beheer van de internering en voor de opheffing ervan (artikelen 90 tot 113).
Na het verstrijken van de straf wordt de veroordeelde in vrijheid gesteld (artikel 112, § 3) of, indien de strafuitvoeringsrechtbank van oordeel is dat zijn geestesstoornis een bedreiging vormt voor de maatschappij, opgenomen in een inrichting die de vrederechter, die daartoe door het openbaar ministerie is aangezocht, aanwijst (artikelen 112, § 2, en 140, waarbij een artikel 22bis wordt ingevoegd in de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke).
B.3. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste en tweede onderdeel), in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (tweede onderdeel), doordat de bestreden bepaling van januari 2009 tot februari 2012 een onverantwoord verschil in behandeling zou handhaven tussen de personen met een geestesstoornis naargelang zij onderworpen zijn aan de voormelde wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij, of aan de voormelde wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten : terwijl de laatstgenoemden in een psychiatrische instelling worden opgenomen op grond van een beslissing van de vrederechter, die is genomen op grond van artikel 1, § 2, van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten, blijven de eerstgenoemden, die zijn veroordeeld tot een vrijheidsberovende straf en die gedurende hun hechtenis zijn geïnterneerd krachtens een beslissing van de minister van Justitie op grond van artikel 21 van de wet van 1 juli 1964, geïnterneerd na het verstrijken van hun straf, kunnen zij de strafinrichting slechts verlaten onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de commissie tot bescherming van de maatschappij, en kunnen zij niet in een psychiatrische instelling worden opgenomen zolang de door de bestreden wet beoogde bepalingen van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten niet in werking zijn gesteld. Er zou op die manier afbreuk worden gedaan aan de vrijheid die is gewaarborgd bij artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
B.4. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten wordt aangegeven dat, vanaf de aanneming ervan, de inwerkingtreding van de bepalingen ervan werd onderzocht rekening houdend met de mate waarin de strafuitvoeringsrechtbanken, die toen pas waren opgericht, zich van hun opdrachten zouden kunnen kwijten : « [De voorzitter van de commissie voor de Justitie] stipt aan dat tijdens de hoorzittingen de heer Henri Heimans (voorzitter van de commissie tot bescherming van de maatschappij van Gent) reserves heeft geuit ten aanzien van de inwerkingtreding van dit wetsontwerp. De strafuitvoeringsrechtbanken zijn begin februari 2007 van start gegaan.
Het is volgens hem niet aangewezen om ook deze complexe materie van geïnterneerden te incorporeren in de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken vooraleer zij het hoofd hebben kunnen bieden aan de kinderziektes en de mogelijke dysfuncties van de eerste jaren. [De vice-eerste minister en minister van Justitie] antwoordt dat een begeleidingscommissie in het leven zal worden geroepen met het oog op een soepele toepassing van deze wet. De wet zal in werking treden wanneer mogelijk. De inwerkingtreding ervan mag de werking van de strafuitvoeringsrechtbanken niet in gedrang brengen » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2841/004, p. 101).
B.5. In de parlementaire voorbereiding van de bestreden wet wordt aangegeven dat de inwerkingtreding van de wet van 2007 opnieuw het voorwerp van discussie was. In artikel 6 voorzag het aan de Raad van State voorgelegde voorontwerp van wet in een inwerkingtreding « op de eerste dag van de zesenzestigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-1201/001, p. 15), maar de Raad van State had kritiek op die bepaling : « De bepalingen van titel II van het onderzochte voorontwerp van wet strekken ertoe dat de uiterste datum van inwerkingtreding van verscheidene wetten uitgesteld wordt tot een latere datum, die door de Koning zal worden bepaald.
Enkele van deze uiterste data liggen ver in de toekomst. Zo schrijven de artikelen 4 tot 7 het jaar 2013 als uiterste datum voor.
Uit het oogpunt van de werkwijze voor het uitwerken van rechtsregels getuigt het van een weinig gelukkige keuze dat de datum van inwerkingtreding van die regels dermate ver in de toekomst ligt. Het is weliswaar begrijpelijk dat wanneer de wetgever een tekst aanneemt, de inwerkingtreding ervan kan worden uitgesteld in een ten aanzien van het bepaalde in het gemeenrecht redelijke mate, zulks vanwege de noodzaak om aanpassingen aan te brengen om redenen van technische, bestuurlijke of andere aard, maar het is verontrustend dat tussen de datum waarop deze tekst is aangenomen, normalerwijs kort daarop gevolgd door de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad , en de inwerkingtreding ervan een buitensporige tijdspanne ligt. De feitelijke omstandigheden, of zelfs de opvattingen die heersten toen een tekst is aangenomen, kunnen immers veranderen tussen deze twee tijdstippen, in die mate dat de wijziging ervan zelfs vóór de inwerkingtreding ervan noodzakelijk kan blijken, wat uiteindelijk ertoe kan leiden dat teksten worden uitgewerkt die nooit in werking treden.
Deze opmerkingen zijn des te relevanter in de gevallen dat, zoals steeds vaker vastgesteld wordt, de uiterste data van inwerkingtreding achtereenvolgens de een na de ander gewijzigd worden.
Deze handelwijze kan eveneens meebrengen dat degenen voor wie de aangenomen regels bestemd zijn, zich onmogelijk naar behoren kunnen voorbereiden op de inwerkingtreding ervan.
Wanneer het bovendien een gedeeltelijke inwerkingtreding betreft, schaadt zulks de leesbaarheid van de teksten, en bijgevolg ook de rechtszekerheid » (ibid., pp. 18 en 19).
Het ontwerp, dat naar aanleiding van die opmerking werd herzien, werd als volgt toegelicht : « De minister verduidelijkt dat dit wetsontwerp de uitvoering is van wat in de beleidsnota werd aangekondigd.
Het wetsontwerp beoogt de verschuiving van de datum van inwerkingtreding van een aantal wetten. Verwijzend naar de bemerkingen van de Raad van State hieromtrent, beaamt de minister dat het inderdaad niet aanbevelenswaardig is dat een inwerkingtreding van regels zo ver in de toekomst ligt.
Er moet over gewaakt worden dat gestemde wetten binnen een redelijke termijn effectief hun uitvoering kennen. Echter met betrekking tot de hier onder opgesomde wetten moet vastgesteld worden dat de technische randvoorwaarden om de wetten in uitvoering te doen treden, nog niet vervuld zijn. Er werd dan ook voorzien in een ruimere datum van inwerkingtreding teneinde deze noodzakelijke randvoorwaarden te vervullen.
Het ligt in de betrachting van de minister om deze wetten vroeger in werking te doen treden dan de uiterst nieuwe voorziene datum. De minister van Justitie zal het Parlement jaarlijks over de vooruitgang van de vervulling van deze randvoorwaarden informeren zodat er op kan worden toegezien dat de wetten desgevallend vroeger in werking kunnen treden dan de uiterst voorziene datum en de initiële wil van de wetgever hierin dan toch gerespecteerd wordt.
In het bijzonder betreft het de volgende wetten : [...] - de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009457 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken sluiten houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken De bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken inzake de straffen van drie jaar of minder wordt uitgesteld tot uiterlijk 1 september 2012. Deze uiterste datum sluit aan bij de planning bepaald in het masterplan.Dit uitstel laat enerzijds toe om de strafuitvoeringsrechtbanken beter uit te rusten voor hun taak en geeft anderzijds de tijd om het nodige overleg tussen de verscheidene betrokken actoren terdege te organiseren. Wat dit laatste aspect betreft, zal de minister ook nog een amendement indienen. - de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis De minister acht het ook hier aangewezen om eerst de randvoorwaarden te creëren die toelaten deze wet op een behoorlijke manier toe te passen alvorens de wet in werking te laten treden. Er moeten niet alleen een aantal evaluaties van de wet gebeuren, daarenboven dient de capaciteit voor de opvang van geïnterneerden behoorlijk uitgebreid te worden. Er zijn onderhandelingen hierover lopende. - de wet van 26 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009525 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank sluiten betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbanken Het is de bedoeling van de minister om diegenen die ter beschikking van de regering werden gesteld zo snel mogelijk onder het toepassingsgebied van de strafuitvoeringsrechtbanken te brengen. Goede afspraken en een kwaliteitsvolle toepassing van de wet ter zake zijn vereist. [...] De voorgestelde aanpassing is een gevolg van het voorgenomen uitstel van de artikelen 2 tot 15 van de wet van 5 augustus tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de elektronische procesvoering » (ibid., DOC 52-1201/004, pp. 3 tot 5; in dezelfde zin, DOC 52-1201/001, p. 7, en Senaat, 2007-2008, nr. 4-846/2, pp. 2 tot 4).
B.6. Het in B.3 vermelde verschil in behandeling tussen personen met een geestesstoornis naargelang zij zijn onderworpen aan de regeling van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij of aan die van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, is niet kennelijk onredelijk vermits de eerstgenoemden zich in een situatie bevinden die verschilt van die van de laatstgenoemden omdat zij krachtens een veroordeling tot een vrijheidsberovende straf in hechtenis worden gehouden.
B.7. Indien de wetgever een beleidswijziging noodzakelijk acht, vermag hij te oordelen dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet worden doorgevoerd en is hij in beginsel niet ertoe gehouden in een overgangsregeling te voorzien. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. Dat laatste is het geval wanneer de rechtmatige verwachtingen van een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen worden miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang voorhanden is die het ontbreken van een overgangsregeling kan verantwoorden.
B.8.1. De wetgever kon oordelen dat het noodzakelijk was de inwerkingtreding van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten uit te stellen om, zoals aangegeven in de in B.5 geciteerde parlementaire voorbereiding, een grotere capaciteit voor de opvang van geïnterneerden, alsook een goede werking van de strafuitvoeringsrechtbanken te waarborgen. Aan die rechtscolleges, die pas bij de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009457 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken sluiten waren opgericht, werden verschillende opdrachten toegekend, onder andere bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten, wat de personen met een geestesstoornis betreft, en bij de wet van 26 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009525 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank sluiten betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank; het is aannemelijk dat de organisatie van die rechtscolleges en de tenuitvoerlegging van hun bevoegdheden niet alleen veronderstellen dat uitvoeringsmaatregelen worden genomen, maar ook dat die maatregelen worden gecoördineerd rekening houdend met de verschillende wetgevingen die voortaan die rechtscolleges beheersen.
Het door de verzoekende partijen bekritiseerde uitstel past in een geheel van maatregelen waarmee werd beoogd een coherente tenuitvoerlegging van nieuwe en complexe bepalingen te waarborgen, en komt dus niet voor als een kennelijk onredelijke maatregel.
B.8.2. Zulk een maatregel is niet van die aard dat hij op buitensporige wijze afbreuk doet aan het vertrouwensbeginsel vermits de rechtzoekenden, zoals in B.4 wordt aangegeven, reeds vanaf de aanneming van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten wisten dat de inwerkingtreding ervan zou afhangen van de mate waarin de strafuitvoeringsrechtbanken hun bevoegdheden zouden kunnen uitoefenen.
B.8.3. De bestreden bepaling tast de rechten van de betrokkenen niet op onevenredige wijze aan, onder meer ermee rekening houdend dat hun vrijheidsberoving aan het einde van hun straf wordt gecontroleerd door de commissie tot bescherming van de maatschappij.
B.9.1. De verzoekende partijen verwijzen eveneens naar artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.9.2. Artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « 1. Eenieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid.
Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende gevallen en langs wettelijke weg : a) indien hij op rechtmatige wijze wordt gevangen gehouden na veroordeling door een daartoe bevoegde rechter; [...] e) in het geval van rechtmatige gevangenhouding van personen die een besmettelijke ziekte zouden kunnen verspreiden, van geesteszieken, van verslaafden aan alcohol of verdovende middelen of van landlopers; [...] 4. Eenieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter opdat deze op korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de gevangenhouding onrechtmatig is. [...] ».
B.9.3. In afwachting van de inwerkingtreding van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis sluiten, doet de commissie tot bescherming van de maatschappij, overeenkomstig de artikelen 18 tot 20 van de wet tot bescherming van de maatschappij, uitspraak over de verzoeken om invrijheidstelling van geïnterneerden. Vermits zij dat doet als rechtscollege, dat zijn beslissing naar recht dient te verantwoorden en met redenen dient te omkleden, is aan de vereisten van artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens voldaan.
B.10. Het middel is niet gegrond.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, op de openbare terechtzitting van 20 januari 2010.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Bossuyt.