gepubliceerd op 29 oktober 2009
Uittreksel uit arrest nr. 155/2009 van 13 oktober 2009 Rolnummer 4750 In zake : het beroep tot vernietiging van de motie van het Waals Parlement van 14 januari 2009 « betreffende een belangenconflict naar aanleiding van het onderzoek, door Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en de verslaggeve(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 155/2009 van 13 oktober 2009 Rolnummer 4750 In zake : het beroep tot vernietiging van de motie van het Waals Parlement van 14 januari 2009 « betreffende een belangenconflict naar aanleiding van het onderzoek, door de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de wetsvoorstellen tot wijziging van de kieswetten met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde », ingesteld door Bruno Valkeniers en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en de verslaggevers, rechter T. Merckx-Van Goey en voorzitter P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 juli 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 juli 2009, is beroep tot vernietiging ingesteld van de motie van het Waals Parlement van 14 januari 2009 « betreffende een belangenconflict naar aanleiding van het onderzoek, door de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de wetsvoorstellen tot wijziging van de kieswetten met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » door Bruno Valkeniers, wonende te 2020 Antwerpen, Dennenlaan 15, Bart Laeremans, wonende te 1850 Grimbergen, Nieuwe Schapenweg 2, Jurgen Ceder, wonende te 1700 Dilbeek, Prieeldreef 1 A, Erik Arckens, wonende te 1000 Brussel, Louizalaan 131, en Dominiek Lootens-Stael, wonende te 1090 Brussel, Swartenbroucklaan 13.
Op 15 juli 2009 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en P. Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de « motie betreffende een belangenconflict aangenomen door het Waals Parlement, tijdens zijn zitting van 14 januari 2009 », wegens schending van de bevoegdheidverdelende regels, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het evenredigheidsbeginsel en van het verbod van rechtsmisbruik.
B.2. Die motie werd aangenomen naar aanleiding van de wetsvoorstellen tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
In de bestreden motie vraagt het Waals Parlement dat, « zodra het belangenconflict in werking is getreden, de procedure in verband met de voormelde wetsvoorstellen wordt geschorst in het Federaal Parlement, met het oog op overleg » (Parl. St., Waals Parlement, 2008-2009, nr. 907/4, p. 3; zie ook Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-0037/017, p. 10).
B.3.1. Het Hof vermag zich enkel uit te spreken over de schending van de bevoegdheidverdelende regels of van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, als die schending aan een wetgevende norm kan worden toegeschreven.
Noch artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, noch enige grondwets- of wetsbepaling verleent het Hof de bevoegdheid om uitspraak te doen over een beroep tot vernietiging gericht tegen een door een wetgevende vergadering aangenomen motie die geen wetgevende norm is.
B.3.2. Voor het overige past de bestreden motie in het kader van een procedure tot regeling van belangenconflicten, waarvoor het Hof, krachtens artikel 142 van de Grondwet, onbevoegd is.
B.4. Het beroep tot vernietiging behoort klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het beroep tot vernietiging niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2009.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Bossuyt.