gepubliceerd op 12 juni 2009
Uittreksel uit arrest nr. 78/2009 van 5 mei 2009 Rolnummer 4636 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 18 tot 22 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen , ingesteld door Marc Jodrillat. Het Grondwetteli(...) samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J. Spreutels en E. De Groot, b(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 78/2009 van 5 mei 2009 Rolnummer 4636 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 18 tot 22 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), ingesteld door Marc Jodrillat.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J. Spreutels en E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 februari 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 februari 2009, is beroep tot vernietiging van de artikelen 18 tot 22 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008) ingesteld door Marc Jodrillat, wonende te 6010 Couillet, rue de Gilly 332.
Op 12 februari 2009 hebben de rechters-verslaggevers J. Spreutels en E. De Groot, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdend in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.
B.2. De verzoekende partij geeft noch in haar verzoekschrift, noch in haar memorie met verantwoording aan hoe de bepalingen van de bestreden wet de in dat verzoekschrift bedoelde grondwetsbepalingen zouden hebben geschonden. Aldus is het niet mogelijk met de vereiste nauwkeurigheid en zonder risico van een vergissing het onderwerp van de grieven te omschrijven.
B.3. Daaruit volgt dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het beroep tot vernietiging niet ontvankelijk is.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 5 mei 2009.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.