gepubliceerd op 13 oktober 2006
Uittreksel uit arrest nr. 148/2006 van 28 september 2006 Rolnummer 4039 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen L4112-22, L4125-2, § 7, L4134-1, § 2, L4142-26, § 4, en L4145-17 van het Wetboek van de plaatselij Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)
ARBITRAGEHOF
Uittreksel uit arrest nr. 148/2006 van 28 september 2006 Rolnummer 4039 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen L4112-22, L4125-2, § 7, L4134-1, § 2, L4142-26, § 4, en L4145-17 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervat in boek I van deel IV van dat Wetboek, zoals dat boek I is vervangen bij artikel 2 van het decreet van het Waalse Gewest van 1 juni 2006, ingesteld door A. François en anderen.
Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 augustus 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 augustus 2006, is een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen L4112-22, L4125-2, § 7, L4134-1, § 2, L4142-26, § 4, en L4145-17 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervat in boek I van deel IV van dat Wetboek, zoals dat boek I is vervangen bij artikel 2 van het decreet van het Waalse Gewest van 1 juni 2006 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 juni 2006), door A. François, wonende te 4700 Eupen, Hochstrasse 68, S. Klever-Emonds, wonende te 4701 Kettenis, Feldstrasse 38, M. Zinnen, wonende te 4700 Eupen, Gospertstrasse 98, en de « Partei der deutschsprachigen Belgier », met zetel te 4700 Eupen, Am Weiherhof 5.
Met hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens de vernietiging van dezelfde decretale bepalingen. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de aangevochten bepalingen en de draagwijdte van het beroep tot vernietiging B.1. Artikel L4112-22 van het decreet van het Waalse Gewest van 1 juni 2006 tot wijziging van boek I van deel IV van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie bepaalt : « § 1. Als er bij de verdeling van zetels voor de provincieraden nog mandaten zijn die toegekend moeten worden omdat geen lijst het aantal stemmen dat daartoe wordt vereist, heeft bereikt, wendt het bureau zich tot de techniek van de apparentering. Deze apparentering vindt plaats in het arrondissement en bestaat erin de zetels waarin nog niet wordt voorzien in de districten die dit arrondissement vormen, te verdelen op grond van de saldo's van stemmen waarbij aanverwante lijsten worden opgeteld. § 2. Onder aanverwante lijsten wordt verstaan twee of meer lijsten van kandidaten die zich kandidaat stellen in afzonderlijke kiesdistricten binnen eenzelfde administratief arrondissement en die vóór de verkiezingen in een document, genoemd verklaring van lijstenverbinding, de intentie hebben geuit een lijstenverbinding aan te gaan voor de zetelverdeling van dit arrondissement ».
Artikel L4125-2, § 7, van hetzelfde decreet bepaalt : « Het districtbureau dat in de arrondissementshoofdplaats zetelt wordt aangewezen als centraal arrondissementsbureau en is naast zijn opdrachten van kieskringbureau belast met de aanvullende taken bepaald in de artikelen L4142-34 tot en met 36 betreffende de verklaring van lijstenverbinding en de apparentering.
Het districtbureau dat in de provinciehoofdplaats zetelt wordt aangewezen als provinciaal hoofdbureau en is naast zijn opdrachten van kieskringbureau en/of zijn opdrachten van centraal arrondissementsbureau belast met de aanvullende taken bepaald in de artikelen L4142-26 tot en met 28 betreffende lijstenvereniging en de loting ».
Artikel L4134-1, § 2, van hetzelfde decreet bepaalt : « De kandidaten kunnen in de verklaring van lijstenverbinding bedoeld in artikel L4142-34 voor de verbonden lijsten een getuige en een plaatsvervangend getuige aanwijzen om de verrichtingen van het centrale arrondissementsbureau bij te wonen. De getuigen moeten kiezers zijn in één van de districten van het arrondissement.
De kandidaten die geen verklaring van lijstenverbinding hebben afgegeven in de districten waar andere kandidaten die verklaring hebben afgegeven, hebben het recht om zich bij de verrichtingen van het centrale arrondissementsbureau te laten vertegenwoordigen door de door hen aangewezen getuigen om de vergaderingen van het districtbureau bij te wonen voor die kiesverrichtingen ».
Artikel L4142-26, § 4, van hetzelfde decreet bepaalt : « Het voorstel tot lijstenvereniging moet worden ondertekend door ten minste vijf Waalse parlementsleden die tot de politieke partij behoren die dat letterwoord of logo zal gebruiken. Wanneer een politieke partij vertegenwoordigd is door minder dan vijf Waalse parlementsleden wordt het voorstel tot lijstenvereniging ondertekend door alle raadsleden die tot die partij behoren. Een Waals parlementslid mag slechts één enkel voorstel tot lijstenvereniging ondertekenen ».
Artikel L4145-17 van hetzelfde decreet bepaalt : « § 1. In geval van apparentering komt het centraal arrondissementsbureau daags nadien om dertien uur samen om over te gaan tot de aanvullende verdeling van de zetels, alsmede de bepaling van de districten waarin de verschillende lijsten deze zetels behalen en de aanwijzing van de verkozen kandidaten. § 2. Op de apparenteringstabel vastgelegd door de regering vermeldt het bureau voor elke groep en voor elke geïsoleerde lijst bedoeld in artikel L4145-18, § 2, lid 2, de volgende gegevens : 1° de naam van de districten van het arrondissement;2° het stemcijfer van elke lijst die toegelaten wordt in één van de districten met aanvullende verdeling;3° het aantal reeds verworven zetels in elke district van het arrondissement door de groepen en de alleenstaande lijsten overeenkomstig artikel L4145-7, § 2;4° het overschot aan niet vertegenwoordigde stemmen, ingeschreven in de processen-verbaal van de bovenbedoelde districten;5° het aantal aanvullende zetels die in elk district moeten verdeeld worden. § 3. Het gaat onverwijld de apparenteringstabel aanvullen zodra het de opnemingstabel van het eerste districtbureau ontvangt. § 4. Indien het werk opgeschort is ten gevolge van een vertraging in de ontvangst van één of meer processen-verbaal van de districtbureaus, kan de vergadering tijdelijk onderbroken worden. Zij wordt dezelfde dag of zo nodig de volgende dag hervat op het uur waarop de ontbrekende stukken worden verwacht. § 5. De regering kan beslissen dat het invoeren van deze tabel via een software moet gebeuren overeenkomstig artikel L4141-1, § 1 ».
B.2. De verzoekende partijen klagen aan dat de voormelde artikelen van het decreet van het Waalse Gewest van 1 juni 2006 geen rekening houden met de specifieke situatie van het kiesdistrict Eupen in het tweetalige arrondissement Verviers, zowel wat de organisatie van de lijstenverbinding als die van het centrale arrondissementsbureau van Verviers betreft. Die ontstentenis van een specifieke reglementering in verband met de lijstenverbindingen tussen partijen uit kiesdistricten die tot verschillende gemeenschappen behoren, zou een invloed uitoefenen op de waarde van de stem van de Duitstalige kiezers en op de kansen van de Duitstalige kandidaten.
Ten aanzien van het belang B.3. Uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, blijkt niet dat het beroep tot vernietiging - en dus de vordering tot schorsing - onontvankelijk moet worden geacht.
Ten aanzien van de grondvoorwaarden van de vordering tot schorsing B.4. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen.
Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de vordering tot schorsing.
Ten aanzien van de ernst van de middelen Wat artikel L4112-22 betreft B.5.1. De zetelverdeling voor de provincieraadsverkiezingen in het Waalse Gewest geschiedt in beginsel op het niveau van het kiesdistrict. Als er bij de verdeling van de zetels voor de provincieraden evenwel nog mandaten zijn die moeten worden toegekend omdat op het niveau van het kiesdistrict geen lijst het vereiste aantal stemmen heeft bereikt, worden de resterende zetels verdeeld in de districten die een arrondissement vormen, op grond van de techniek van de lijstenverbinding.
B.5.2. De verzoekende partijen verwijten de bestreden bepaling in essentie een lijstenverbinding mogelijk te maken tussen lijsten van kandidaten die zich kandidaat stellen in de twee kiesdistricten die deel uitmaken van het arrondissement Verviers, namelijk het kiesdistrict Eupen, waarvan het grondgebied overeenstemt met dat van het Duitse taalgebied, en het kiesdistrict Verviers.
B.6. Ofschoon de decreetgever, met inachtneming van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, bij het bepalen van een kiesstelsel rekening vermag te houden met de specificiteit van de Duitstalige Gemeenschap, vloeit hieruit niet voort dat hij te dezen verplicht is af te wijken van het systeem van lijstenverbinding zoals het van toepassing is in alle provincies van het Waalse Gewest. De door de verzoekende partijen aangevoerde bepalingen staan er niet aan in de weg dat, voor de verkiezing van de provincieraad van de provincie Luik, een lijstenverbinding tot stand komt tussen een partij uit het kiesdistrict Eupen en een partij uit het kiesdistrict Verviers.
B.7. Overigens vormde de in het geding zijnde bepaling geen beletsel voor de verzoekende partijen, en inzonderheid de vierde verzoekende partij, om in het district Verviers een lijst neer te leggen waarmee dan een lijstenverbinding kon worden aangegaan, of om een lijstenverbinding aan te gaan met een andere lijst in dat arrondissement. Wanneer zij hebben beslist dat niet te doen, en de lijst van de betrokkenen alleen maar in één district van het arrondissement kandidaten heeft voorgedragen, worden zij tot de aanvullende zetelverdeling toegelaten, ook al is het totaal aantal stemmen dat ze hebben verkregen lager dan 66 pct. van de kiesdeler (artikel L4145-18, § 2, tweede lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie).
Wat de artikelen L4125-2, § 7, L4134-1 en L4145-17 betreft B.8. Volgens de verzoekende partijen zouden de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, schenden, in zoverre die artikelen niet bepalen dat de leden van het centrale arrondissementsbureau van het arrondissement Verviers en de getuigen die de verrichtingen van die instantie bijwonen, kennis moeten hebben van de Duitse taal, noch dat de processen-verbaal van het centrale arrondissementsbureau ook in het Duits moeten worden opgemaakt.
B.9. Zonder dat het nodig is het argument van onbevoegdheid aangevoerd door de Waalse Regering te onderzoeken, is het voldoende vast te stellen dat het ontbreken van een specifieke regeling betreffende de kennis van de Duitse taal door de leden van het centrale arrondissementsbureau van Verviers of door de getuigen en betreffende de door dat bureau opgestelde processen-verbaal, geen afbreuk doet aan het recht van de verzoekende partijen om in hun hoedanigheid van kandidaat of kiezer zich van de Duitse taal te bedienen.
Die bepalingen verhinderen immers niet dat de kandidaten die hun woonplaats in het Duitse taalgebied hebben, een verklaring van lijstenverbinding in het Duits indienen. Wanneer zij het niet eens zijn met de door het centrale arrondissementsbureau uitgevoerde aanvullende zetelverdeling, vermogen zij in diezelfde taal bij het provinciecollege van de provincie Luik een bezwaar in te dienen.
Wat artikel L4142-26, § 4, betreft B.10. Volgens de verzoekende partijen zou het bestreden artikel L4142-26, § 4, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, in zoverre een voorstel tot lijstenvereniging moet worden ondertekend door ten minste vijf Waalse parlementsleden die tot de politieke partij behoren die het in het voorstel vermelde letterwoord of logo zal gebruiken. Zij verwijten de bestreden bepaling dat aldus parlementsleden die niet woonachtig zijn in het Duitse taalgebied een invloed hebben op een lijstenvereniging die ook betrekking heeft op de verkiezingen in dat taalgebied.
B.11. Artikel L4142-26 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreft de mogelijkheid voor een in het Waals Parlement vertegenwoordigde politieke partij om voor de komende verkiezingen een gemeenschappelijk volgnummer te verkrijgen. Vermits de partij in kwestie bij de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen in het gehele Waalse Gewest, met inbegrip van het grondgebied dat overeenstemt met het Duitse taalgebied, datzelfde nummer mag voeren, is het niet kennelijk onredelijk dat het voorstel tot lijstenvereniging door vijf leden van het Waals Parlement dient te worden ondertekend, zonder dat daarbij een onderscheid wordt gemaakt naar gelang van hun woonplaats of de taal waarin zij de eed het eerst hebben afgelegd.
B.12. Bovendien dient te worden opgemerkt dat, in voorkomend geval, een lid van het Waals Parlement dat zou worden verkozen in het Duitse taalgebied op een lijst die elders geen vertegenwoordigers heeft, niet zou worden uitgesloten van het voordeel dat de bestreden bepaling verleent. Wanneer een politieke partij vertegenwoordigd is door minder dan vijf Waalse parlementsleden, is het immers voldoende dat het voorstel van lijstenvereniging wordt ondertekend door alle raadsleden die tot die partij behoren (artikel L4142-26, § 4, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie).
B.13. Aangezien de eerste van de bij artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereiste voorwaarden niet is vervuld, dient de vordering tot schorsing te worden verworpen.
Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 september 2006.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.