Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 31 mei 2006

Uittreksel uit arrest nr. 82/2006 van 17 mei 2006 Rolnummer 3928 In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het o Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)

bron
arbitragehof
numac
2006201736
pub.
31/05/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 82/2006 van 17 mei 2006 Rolnummer 3928 In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit, ingesteld door M. Wauthy.

Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 februari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 februari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2005) door M. Wauthy, wonende te 5060 Falisolle, rue MĂ©hagnoul 29.

Op 16 maart 2006 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij vastgesteld wordt dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van de onderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit, die is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2005 (tweede editie).

Ten aanzien van het belang van de verzoeker om in rechte te treden B.2.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang.

Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

B.2.2. De verzoeker toont niet aan op welke wijze de aangevochten wet een rechtstreekse en ongunstige weerslag op zijn situatie zou kunnen hebben, zodat hij zou doen blijken van een belang om de vernietiging ervan te vorderen.

Ten aanzien van het onderwerp van het beroep B.3.1. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

B.3.2. De verzoeker geeft in zijn verzoekschrift niet voldoende aan welke bepalingen van de aangevochten wet het onderwerp van het beroep vormen, welke grondwettelijke regels zouden zijn geschonden en in welk opzicht de eerstvermelde bepalingen de grondwettelijke regels zouden hebben geschonden.

B.4. Daaruit volgt dat het beroep klaarblijkelijk onontvankelijk is.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verklaart het beroep onontvankelijk.

Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 mei 2006.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^