Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 04 november 2003

Uittreksel uit arrest ****. 103/2003 van 22 juli 2003 **** 2457 In zake : de **** vraag over artikel 16 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen **** **** ****, samengesteld uit de voorzitters ***** en ****. Arts, en de rechters ****. ****(...)

bron
arbitragehof
numac
2003201530
pub.
04/11/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode
<****> ********><****>
Uittreksel uit arrest ****. 103/2003 van 22 juli 2003 **** 2457 In zake : de **** vraag over artikel 16 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, gesteld door de **** van State.****><****>**** ****, samengesteld uit de voorzitters ***** en ****. ****, en de rechters ****. ****, ****. ****, ****. ****, ****. De ****, ****. ****, ****. ****, ****.-****. **** en ****.-****. ****, bijgestaan door de griffier ****. ****, onder voorzitterschap van voorzitter ****. ****, wijst na beraad het volgende arrest : ****. Onderwerp van de **** vraag en rechtspleging **** arrest ****. 107.801 van 13 juni 2002 in zake ***** en ***** tegen de **** Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het **** is ingekomen op 21 juni 2002, heeft de **** van State de volgende **** vraag gesteld : «*****» (...) ****. **** rechte (...) ****.1. Artikel 16 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het ****, bepaalt : «*****» **** artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 kan «*****» de machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden in het Rijk door een vreemdeling worden aangevraagd bij de burgemeester van de plaats waar hij verblijft.****><****>Behoudens dergelijke «*****» kan die machtiging door de vreemdeling slechts worden aangevraagd bij de **** diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats of zijn plaats van oponthoud in het buitenland.****><****>****.2. De **** van State vraagt het Hof of het in het geding zijnde artikel 16 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de ****, eventueel in samenhang gelezen met artikel 191 ervan, in zoverre het een vreemdeling die een **** heeft ingediend op grond van de wet van 22 december 1999 niet toestaat achteraf nieuwe omstandigheden te doen gelden die de toekenning van een **** op grond van artikel 9, derde lid, van de voormelde wet van 15 december 1980 verantwoorden, terwijl een vreemdeling die zich in dezelfde situatie bevindt maar die geen aanvraag heeft ingediend op grond van de voormelde wet van 22 december 1999, zulke elementen wel kan doen gelden.****><****>****.3. Het verschil in behandeling tussen beide categorieën van vreemdelingen berust op een objectief criterium, namelijk het al dan niet hebben ingediend van een **** op grond van de wet van 22 december 1999.****><****>****.4.1. **** aldus gecreëerde onderscheid is pertinent om de door de wetgever nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken. Met de wet van 22 december 1999 beoogde de wetgever immers een tijdelijke en uitzonderlijke campagne voor regularisatie van vreemdelingen te organiseren. **** echter het doel van die procedure, namelijk een **** toe te kennen aan de personen die aan de vereiste voorwaarden voldoen, analoog is met de wijze waarop artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 wordt aangewend, heeft de wetgever willen verbieden dat tegelijkertijd twee **** op grond van de twee bovenvermelde procedures zouden worden ingediend (****. ****. , Kamer, 1999-2000, **** 50 234/001, ****. 4 en 19). **** beginsel was dat bij weigering van de regularisatie de betrokkene het grondgebied diende te verlaten. Met de in het geding zijnde maatregel, die de vreemdeling verplicht tot een keuze uit twee procedures die kunnen leiden tot het verkrijgen van het ****, heeft de wetgever die doelstelling op pertinente wijze verwezenlijkt.****><****>****.4.2. **** artikel 16 van de wet van 22 december 1999 eveneens eraan in de weg staat dat een vreemdeling, na de eventuele verwerping van zijn ****, een nieuwe verblijfsvergunning aanvraagt op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980, is eveneens pertinent om te verhinderen dat «*****» (****. ****. , Senaat, 1999-2000, ****. 2-202/3, ****. 6).****><****>****.5.1. Het Hof dient na te gaan of het uitsluiten van de mogelijkheid op die bepaling een beroep te doen wanneer men een **** heeft ingediend op grond van de wet van 22 december 1999, evenredig is met de doelstellingen van de wetgever.****><****>****.5.2. Het **** stelt vast dat de procedure van regularisatie, die met allerlei waarborgen was omringd, zeer soepele voorwaarden heeft gecreëerd voor de vreemdeling om in ons land een **** te verkrijgen. **** procedure bood meer mogelijkheden dan de procedure waarin artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 voorziet, die onder meer het voorafgaand bewijs vereist van het bestaan van «*****» die de vreemdeling beletten overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet een machtiging tot verblijf in het Rijk van meer dan drie maanden aan te vragen bij de **** diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats of zijn plaats van oponthoud in het buitenland. **** ruimere mogelijkheden van de ****, die - anders dan de procedure waarin artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 voorziet - tijdelijk een feitelijk **** tijdens de duur van de procedure waarborgt (artikel 14), zijn ook de wetgever niet ontgaan. Daarom heeft hij in artikel 15 van de wet van 22 december 1999 bepaald dat **** op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980, waarover nog geen beslissing werd genomen op de dag van de inwerkingtreding van de wet van 1999, zullen worden onderzocht door de **** voor regularisatie, behalve indien de aanvragers binnen 15 dagen na de bekendmaking van de wet van 1999 hun wil te kennen gaven dat zij hun aanvraag behandeld wilden zien op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 1980. **** maatregel waarbij het de vreemdeling onmogelijk wordt gemaakt gelijktijdig de beide procedures te volgen, is niet onevenredig met de in ****.4.1 omschreven doelstelling.****><****>****.5.3. **** is juist dat de vreemdeling wiens **** ingediend op grond van de wet van 22 december 1999 werd verworpen nadien evenmin vermag een nieuwe procedure in te leiden op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980, zelfs wanneer hij meent zich te kunnen beroepen op buitengewone omstandigheden die van die aard zijn dat zij kunnen verantwoorden dat hij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden niet heeft ingediend bij de **** diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats of zijn plaats van oponthoud in het buitenland.****><****>Die onmogelijkheid is evenwel het gevolg van een keuze inzake de te volgen procedure die door de vreemdeling zelf werd gemaakt en waarvan de gevolgen door de wet waren bepaald.****><****>**** in artikel 16 besloten maatregel is van die aard dat hij een einde kan maken aan een voortdurende indiening van nieuwe **** op grond van artikel 9, derde lid.****><****>****.5.4. **** probleem in verband met de evenredigheid rijst in het bijzonder doordat de wetgever het in het geding zijnde verbod om een beroep te doen op artikel 9, derde lid, niet in de tijd heeft beperkt.****><****>**** bepaling kan wat dat betreft evenmin als onevenredig worden beschouwd. Enerzijds, verhindert niets immers de vreemdeling om, met toepassing van artikel 9, tweede lid, van de wet van 15 december 1980, een nieuwe **** in te dienen bij de **** diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats of zijn plaats van oponthoud in het buitenland; anderzijds, indien de vreemdeling onwettig in België verblijft, wordt zijn toestand niet minder onwettig door het feit dat die toestand voortduurt.****><****>****.6. **** **** vraag dient ontkennend te worden beantwoord.****><****>Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 16 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk schendt de artikelen 10 en 11 van de **** niet.****><****>Aldus uitgesproken in het **** en het ****, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het ****, op de openbare terechtzitting van 22 juli 2003.****><****>De griffier, ****. ****.****><****>De voorzitter, ****. ****.
^