gepubliceerd op 15 mei 2024
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 april 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 april 2024, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vr « Zijn de artikelen 12 tot 17, 20 en 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, in die zin g(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 11 april 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 april 2024, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Zijn de artikelen 12 tot 17, 20 en 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, in die zin geïnterpreteerd dat aan de potentiële rechthebbenden van het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval die, wegens de in de artikelen 12 tot 17 van de voormelde wet bedoelde voorrangsregels of wegens de bijkomende voorwaarde die onder meer van toepassing is op de bloedverwanten in de opgaande lijn (die bepaalt dat de laatstgenoemden, overeenkomstig artikel 20 van dezelfde bepaling [lees : wet], alleen een rente ontvangen wanneer zij rechtstreeks voordeel uit het loon van het slachtoffer halen), daadwerkelijk geen enkele door de arbeidsongevallenverzekeraar gestorte vergoeding genieten, de burgerrechtelijke immuniteit waarin het voormelde artikel 46 voorziet ten voordele van de werkgever, kan worden tegengeworpen, waardoor zij zijn uitgesloten van het recht een gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsvordering in te stellen tegen die werkgever, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 8204 van de rol van het Hof.
De griffier, Nicolas Dupont