Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 12 juli 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 256.790 van 15 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële v « Schenden de artikelen D.VIII.22 tot D.VIII.27 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (WRO),(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023043558
pub.
12/07/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 256.790 van 15 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen D.VIII.22 tot D.VIII.27 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (WRO), die deel uitmaken van hoofdstuk V `Bekendmaking betreffende de beslissing' van titel I `Inspraak' van boek VIII `Inspraak en evaluatie van de gevolgen van de plannen en programma's', in zoverre zij niet voorzien in de kennisgeving van de beslissing tot toekenning of tot weigering van een stedenbouwkundige vergunning aan diegenen die in het kader van een openbaar onderzoek of de aankondiging van een project bezwaar hebben ingediend, terwijl artikel 343 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (WWROSP) het gemeentebestuur verplichtte tot een dergelijke kennisgeving - zodat, wanneer in de akte of de kennisgeving ervan het bestaan van de beroepen en de beroepstermijnen, alsook de in acht te nemen vormvoorschriften niet waren vermeld, de geadresseerde, met toepassing van artikel 19, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, een uitstel genoot, met vier maanden, van de aanvang van de beroepstermijn -, artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet en de daarin vervatte standstill-verplichting, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 9 van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 8038 van de rol van het Hof.

De griffier, N. Dupont

^