Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 23 juni 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 256.497 van 11 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 mei 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vra « Schendt artikel 56, § 3 van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visser(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023042840
pub.
23/06/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 256.497 van 11 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 mei 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 56, § 3 van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid de artikelen 12 en 14 van de Grondwet alleen of in samenhang met artikel 7 EVRM, doordat deze bepaling de mogelijkheid creëert aan de overheid om bij elke mogelijke overtreding op een uitvoeringsbepaling een exclusieve bestuurlijke geldboete op te leggen, terwijl het helemaal niet duidelijk is voor de rechtsonderhorige over welke uitvoeringsbepalingen het hier dan concreet gaat ? Schendt artikel 56, § 3 van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid aldus geïnterpreteerd dat deze een afdoende wettelijke basis vormt om een sanctie op te leggen met een strafkarakter, zoals de sancties waarvan hier in het geding sprake is, het wettigheidsbeginsel en het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel zoals deze voortvloeit uit artikel 14 van de Grondwet en artikel 7 van het EVRM ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7997 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^