gepubliceerd op 31 mei 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest van 24 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 april 2023, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag « Schendt artikel 275/5 WIB 92, zoals van toepassing op het geding, wanneer het aldus wordt uitgele(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten a. Bij 
arrest van 24 maart 2023Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					arrest
				
				
					prom.
					24/03/2023
				
				
					pub. 
					25/04/2023
				
				
					numac 
					2023041600
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst sociale zekerheid
					
				
				
					Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 2023 
				
			
		
	sluiten, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 11 april 2023, heeft het Hof van Cassatie de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 275/5 WIB 92, zoals van toepassing op het geding,    wanneer het aldus wordt uitgelegd dat voor de toepassing van de    vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wegens    ploegenarbeid vereist is dat de omvang van het werk hetzelfde is op    het niveau van de opeenvolgende ploegen, en niet van de individuele    werknemers, het door de gecoördineerde Grondwet in de artikelen 10 en    11 gewaarborgde gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel, doordat    een ongerechtvaardigd verschil in behandeling in het leven wordt    geroepen tussen ondernemingen waarin de verschillende ploegen volgens    bandwerk steeds dezelfde omvang van werk verrichten, die wel van de    vrijstelling genieten, en ondernemingen waarin de omvang van het werk    van de ploegen varieert volgens piek- en daluren, die uitgesloten    worden van de vrijstelling, in het licht van het door de maatregel    nagestreefde doel om tegemoet te komen aan de extra kosten voor de    werkgever die met een ploegenstelsel werkt en van het antwoord van de    Europese Commissie dat de vrijstellingsmaatregel geen verboden    staatssteun uitmaakt in de mate dat zij zich uitstrekt tot vrijwel    alle economische sectoren ? ».b. Bij 
arrest van 31 maart 2023Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					arrest
				
				
					prom.
					31/03/2023
				
				
					pub. 
					05/05/2023
				
				
					numac 
					2023030915
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst sociale zekerheid
					
				
				
					Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering 
				
			
		
	sluiten, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 20 april 2023, heeft het Hof van Cassatie, de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 275/5, § 2, 1°, WIB 92, in de versie zoals van    toepassing voor aanslagjaar 2012, de artikelen 10, 11 en 172 van de    Grondwet, doordat ondernemingen waar het werk wordt verricht in    minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk    doen zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de    dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende    ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van    hun dagtaak kunnen worden beschouwd als ` ondernemingen waar    ploegenarbeid wordt verricht ' in de zin van voormeld artikel en    bijgevolg kunnen genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van de    doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, terwijl ondernemingen waarvan    de ploegen vergelijkbaar werk qua omvang doen en voor het overige    voldoen aan dezelfde voorwaarden niet kunnen worden beschouwd als `    ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht ' in de zin van dat    artikel en bijgevolg niet kunnen genieten van een gedeeltelijke    vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing ? ».   Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7973 en 7980 van de rol van    het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, F. Meersschaut