gepubliceerd op 25 november 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 oktober 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 oktober 2022, heeft de Franstalige correctionele rechtbank te Brussel « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 tot bekrachtiging van de koninklijke(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 17 oktober 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 oktober 2022, heeft de Franstalige correctionele rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de schorsing van de verjaring van de strafvordering ingevoerd bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 algemeen van toepassing is, zonder daarvan de rechtsplegingen uit te sluiten waarvan het vonnis vertraging heeft opgelopen om redenen die losstaan van de gezondheidscrisis die de invoering van die schorsing heeft verantwoord ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7880 van de rol van het Hof.
De griffier, P.Y. Dutilleux