gepubliceerd op 14 maart 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 252.979 van 14 februari 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2022, heeft de Raad van State de volgende preju « Schendt artikel 2.3 van de wet van 13 mei 2020 ' tot schorsing van bepaalde verval- en procedurel(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 252.979 van 14 februari 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2022, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2.3 van de
wet van 13 mei 2020Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/05/2020
pub.
15/05/2020
numac
2020020875
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot schorsing van bepaalde verval- en procedurele termijnen bepaald bij of in uitvoering van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
sluiten ' tot schorsing van bepaalde verval- en procedurele termijnen bepaald bij of in uitvoering van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid ' de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de in de artikelen 38quater en 38sexies van de voormelde wet van 13 mei 1999 bedoelde termijnen schorst, die van toepassing zijn op de vervolging van personeelsleden wanneer zij voor de hogere tuchtoverheid worden vervolgd, en niet de in de artikelen 35 en 37 van diezelfde wet bedoelde termijnen, die van toepassing zijn op dezelfde personeelsleden wanneer zij voor de gewone tuchtoverheid worden vervolgd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7754 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux