Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 09 juni 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 250.470 van 29 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële « Schenden artikel 58, tweede lid van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021202601
pub.
09/06/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 250.470 van 29 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 58, tweede lid van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/11/2010 numac 2010000668 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, zoals ingevoegd door artikel 37 van de wet van 10 januari 2010 tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen, en artikel 43/8 van de voormelde wet, zoals ingevoegd bij artikel 25 van de wet van 10 januari 2010, de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en [...] de vrijheid van ondernemen, zoals gewaarborgd in de artikelen II.3 en II.4 van het Wetboek van economisch recht, doordat artikel 58, tweede lid de betaling met kredietkaarten verbiedt voor alle kansspelen die worden geëxploiteerd via informatiemaatschappij-instrumenten en doordat artikel 43/8 de Koning niet machtigt om inzake de wijze van betaling een onderscheid te maken tussen houders van een vergunning klasse A+ en houders van een vergunning klasse B+ en F1+, terwijl volgens het eerste lid van artikel 58 het gebruik van kredietkaarten in kansspelinrichtingen klasse I is toegestaan, waardoor het een houder van een vergunning klasse A die beschikt over een vergunning klasse A+ niet is toegestaan om het gebruik van kredietkaarten toe te laten voor het aanbieden van hun kansspelen in de virtuele wereld ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7575 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^