gepubliceerd op 26 augustus 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 247.273 van 10 maart 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juli 2020, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële « Schendt artikel 92, § 3, derde lid, van de Vlaamse Wooncode, zoals ingevoegd door artikel 2 (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest nr. 247.273 van 10 maart 2020, waarvan de expeditie ter    griffie van het Hof is ingekomen op 15 juli 2020, heeft de Raad van    State de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 92, § 3, derde lid, van de Vlaamse Wooncode, zoals    ingevoegd door artikel 2 van het 
decreet van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					10/03/2017
				
				
					pub. 
					11/04/2017
				
				
					numac 
					2017020311
				
			
		
			
				
					
						bron
						vlaamse overheid
					
				
				
					Decreet tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode  
				
			
		
	sluiten tot    wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15    juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode ',    artikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang    gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de    mens,    door erin te voorzien dat de huurder die over beperkte cognitieve    vaardigheden beschikt wordt vrijgesteld van de verplichting in artikel    92, § 1, eerste lid, 6° en 7°, van de Vlaamse Wooncode en door niet    zelf te bepalen aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, en op welk    tijdstip, om de vrijstelling te verkrijgen, maar de bepaling daarvan    aan de Vlaamse regering over te laten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7420 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut