gepubliceerd op 16 januari 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 3 juli 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 november 2019, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciël « Schenden de artikelen 2244, 2246 en 2247 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 11 en 12 van de (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 3 juli 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 november 2019, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 2244, 2246 en 2247 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 11 en 12 van de Grondwet, geïnterpreteerd in die zin dat een dwangbevel uitgevaardigd met toepassing van artikel 51 van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, dat onregelmatig is doordat het niet werd geviseerd noch uitvoerbaar verklaard, de verjaringstermijn van tien jaar die geldt voor de invordering van de door dat dwangbevel beoogde administratieve boete niet stuit, terwijl een nietige dagvaarding de verjaring wel stuit ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7311 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux