gepubliceerd op 04 januari 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 242.982 van 19 november 2018 in zake Joëlle Vossen tegen de Belgische Staat, met als tussenkomende partij Claire Picard, waarvan de expeditie ter griff « Schendt artikel 187ter van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zov(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 242.982 van 19 november 2018 in zake Joëlle Vossen tegen de Belgische Staat, met als tussenkomende partij Claire Picard, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 187ter van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt de magistraten die zijn geslaagd voor het bekwaamheidsexamen en de magistraten die van dat examen zijn vrijgesteld op grond van de artikelen 187bis, 191bis en 194bis van het Gerechtelijk Wetboek verschillend te behandelen, daar de magistraten van beide categorieën worden geacht over de voor de uitoefening van het ambt van magistraat noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid te beschikken en zich derhalve in een identieke situatie bevinden, aangezien zij de maturiteits- en bekwaamheidscontrole die een voorwaarde vormt om tot de magistratuur toe te treden, met succes hebben doorstaan ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7060 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux