Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 07 december 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 16 oktober 2018 in zake Alfons Vandoninck tegen de Belgische Staat en inzake de Belgische Staat tegen de nv « Bandit » en Alfons Vandoninck, waarvan d « Schendt art. 219 WIB92 zoals gewijzigd door de programmawet van 19 december 2014, de artikelen 10(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018206035
pub.
07/12/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 16 oktober 2018 in zake Alfons Vandoninck tegen de Belgische Staat en inzake de Belgische Staat tegen de nv « Bandit » en Alfons Vandoninck, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 oktober 2018, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 219 WIB92 zoals gewijzigd door de programmawet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014021137 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet doordat vennootschappen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en die voordelen van alle aard toekennen aan hun bedrijfsleider zonder deze te vermelden op een individuele fiche en een samenvattende opgave verschillend worden behandeld naargelang de verkrijger van de voordelen ondubbelzinnig geïdentificeerd werd binnen de 2 jaar en 6 maanden volgend op 1 januari van het betreffende aanslagjaar zodat in hoofde van deze vennootschappen de aanslag geheime commissielonen van art. 219 WIB92 (100 % ) niet toegepast wordt en de administratie de mogelijkheid heeft de verkrijger van de voordelen vooralsnog tijdig binnen de aanslagtermijn te belasten en naargelang de verkrijger van de voordelen van alle aard ondubbelzinnig geïdentificeerd werd buiten de termijn van de twee jaar en 6 maanden vanaf 1 januari van het betreffende aanslagjaar waardoor in hoofde van deze vennootschappen de aanslag geheime commissielonen van art. 219 WIB92 (100 % ) wel toegepast wordt terwijl de administratie de verkrijger al daadwerkelijk tijdig binnen de aanslagtermijn heeft belast ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7034 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^