gepubliceerd op 07 december 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 7 november 2018 in zake A. E., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende p « 1. Schendt artikel 20, §§ 2, 3 en 4, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Eu(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 7 november 2018 in zake A. E., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 20, §§ 2, 3 en 4, van de
wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
19/12/2003
pub.
22/12/2003
numac
2003009950
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende het Europees aanhoudingsbevel
sluiten betreffende het Europees aanhoudingsbevel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen aan de personen die krachtens een uitvoerbaar verklaard Europees aanhoudingsbevel in hechtenis worden gehouden en wier overlevering aan de uitvaardigende Staat wordt uitgesteld om een in de artikelen 23 en 24 van de wet bedoelde reden, niet de mogelijkheid bieden om te verzoeken om hun voorwaardelijke invrijheidstelling of om hun invrijheidstelling tegen borgstelling, terwijl de personen die in hechtenis worden gehouden krachtens een beschikking van de onderzoeksrechter tot inhechtenisneming op grond van een Europees aanhoudingsbevel dat nog niet uitvoerbaar is verklaard, een dergelijk verzoek kunnen indienen ? 2. Schendt artikel 20, §§ 2, 3 en 4, van de
wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
19/12/2003
pub.
22/12/2003
numac
2003009950
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende het Europees aanhoudingsbevel
sluiten betreffende het Europees aanhoudingsbevel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen aan de personen die krachtens een uitvoerbaar verklaard Europees aanhoudingsbevel in hechtenis worden gehouden en wier overlevering aan de uitvaardigende Staat wordt uitgesteld om een in de artikelen 23 en 24 van de wet bedoelde reden, niet de mogelijkheid bieden om te verzoeken om hun voorwaardelijke invrijheidstelling of om hun invrijheidstelling tegen borgstelling, noch om te verzoeken om de hechtenis onder elektronisch toezicht uit te voeren, terwijl de in verdenking gestelde personen die onder aanhoudingsbevel worden geplaatst in het kader van een in België geopend gerechtelijk onderzoek, de onderzoeksgerechten die zich uitspreken over de handhaving van de voorlopige hechtenis of over de regeling van de rechtspleging, kunnen verzoeken om voorwaardelijk of tegen borgstelling in vrijheid te worden gesteld, of om het aanhoudingsbevel onder elektronisch toezicht ten uitvoer te leggen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7047 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux