Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 01 oktober 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 242.152 van 27 juli 2018 inzake Jan Cox tegen de Vlaamse Regulator voor de Media, met als tussenkomende partij de nv van publiek recht « Vlaamse Radio- « Schendt artikel 220, § 2, van het decreet van 27 maart 2009 ' betreffende radio-omroep en te(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018205010
pub.
01/10/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 242.152 van 27 juli 2018 inzake Jan Cox tegen de Vlaamse Regulator voor de Media, met als tussenkomende partij de nv van publiek recht « Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 augustus 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 220, § 2, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten ' betreffende radio-omroep en televisie ' de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen van de Vlaamse Regulator voor de Media enkel uitspraak mag doen over de naleving van artikel 39 van voormeld decreet met betrekking tot een vermeende discriminatie in het programma-aanbod op verzoek van de Vlaamse regering en niet naar aanleiding van een klacht die wordt aangebracht door natuurlijke personen of rechtspersonen, terwijl laatstgenoemde personen wel een klacht mogen indienen naar aanleiding van de uitzending van een specifiek programma ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6996 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^