Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 28 november 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 3 oktober 2017 in zake Séverine Vandekerkove, schuldbemiddelaar, in aanwezigheid van A.P. en diverse schuldeisers, waarvan de expeditie ter griffie van « 1. Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk de beschikking (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017205969
pub.
28/11/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 3 oktober 2017 in zake Séverine Vandekerkove, schuldbemiddelaar, in aanwezigheid van A.P. en diverse schuldeisers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk de beschikking waarbij de rechter, op verzoek van de schuldbemiddelaar, een bevel tot tenuitvoerlegging geeft voor het voorschot dat hij bepaalt of ten belope van het bedrag van de erelonen, emolumenten en kosten dat hij vaststelt, niet vatbaar is voor verzet of hoger beroep, geen discriminatie in in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, tussen, enerzijds, de schuldbemiddelaar die, overeenkomstig de lering uit het arrest nr. 85/2010 gewezen op 8 juli 2010 door het Grondwettelijk Hof, hoger beroep vermag in te stellen tegen een gecombineerde beschikking waarbij een gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt opgelegd en waarin uitspraak wordt gedaan over het verzoek tot begroting van de erelonen, emolumenten en kosten van de schuldbemiddelaar, en, anderzijds, de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep zou mogen instellen tegen een beschikking die uitsluitend betrekking heeft op de begroting van de erelonen, emolumenten en kosten ? 2. Voert artikel 1675/19, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk de beschikking waarbij de rechter, op verzoek van de schuldbemiddelaar, een bevel tot tenuitvoerlegging geeft voor het voorschot dat hij bepaalt of ten belope van het bedrag van de erelonen, emolumenten en kosten dat hij vaststelt, niet vatbaar is voor verzet of hoger beroep, geen discriminatie in in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, tussen, enerzijds, de bewindvoerder van de beschermde persoon of de gerechtelijk lasthebber - of de voorlopige bewindvoerder - aangesteld in het kader van de continuïteit van de ondernemingen die hoger beroep vermag in te stellen tegen een beschikking waarin uitspraak wordt gedaan over het verzoek tot begroting van zijn erelonen en kosten, en, anderzijds, de schuldbemiddelaar die geen hoger beroep zou mogen instellen tegen een beschikking die uitsluitend betrekking heeft op de begroting van de erelonen, emolumenten en kosten ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6738 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^