gepubliceerd op 31 maart 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 21 februari 2017 in zake de Belgische Staat tegen D.T. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2017, heeft « Schendt artikel 1675/15, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 21 februari 2017 in zake de Belgische Staat tegen D.T. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2017, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1675/15, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1675/7, § 1, derde lid, en § 4, en artikel 1675/15, § 2/1, van het Gerechtelijk Wetboek, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat het de rechter verplicht het beginsel van gelijkheid van de schuldeisers in acht te nemen, zonder rekening te houden met de wettelijke of conventionele redenen van voorrang, wanneer het erom gaat over te gaan tot de verdeling van het saldo van de rekening van de bemiddeling in geval van herroeping of wanneer een einde wordt gemaakt aan een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling ? Schendt artikel 1675/15, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1675/7, § 1, derde lid, en § 4, en artikel 1675/15, § 2/1, van het Gerechtelijk Wetboek, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat het de rechter verplicht rekening te houden met de wettelijke of conventionele redenen van voorrang, wanneer het erom gaat over te gaan tot verdeling van het saldo van de rekening van de bemiddeling in geval van herroeping of wanneer een einde wordt gemaakt aan een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6627 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux