gepubliceerd op 09 december 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 14 oktober 2015 in zake de Belgische Staat tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingeko « Houdt de niet-vrijstelling van de gebouwen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers die noodzakel(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij twee arresten van 14 oktober 2015 in zake de Belgische Staat tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 27 oktober 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Houdt de niet-vrijstelling van de gebouwen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers die noodzakelijk zijn voor of inherent verbonden zijn met de werkzaamheden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, een schending in van het gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, daar waar de Kamer van Volksvertegenwoordigers niet en andere openbare diensten wél op grond van artikel 4, § 3, van de ordonnantie [van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest] van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, zijn vrijgesteld ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6271 en 6272 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, F. Meersschaut