gepubliceerd op 15 mei 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 19 maart 2015 in zake N.W. tegen M.-J. D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2015, heeft het Hof van Cassatie de vol « Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 22 en 22bis van de Grond(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 19 maart 2015 in zake N.W. tegen M.-J. D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, wanneer het vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde Wetboek vaststaat, een kind verbiedt zijn biologische vader te zoeken en diens vaderschap bij vonnis te laten erkennen zonder het vaderschap van de echtgenoot van zijn moeder vooraf te hebben betwist, tenzij het zich in een van de in artikel 320 van dat Wetboek bedoelde gevallen van een vaag vermoeden van vaderschap bevindt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6182 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux