gepubliceerd op 14 november 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 19 september 2014 in zake de bvba « Bouldou », in vereffening, tegen het Fonds voor Arbeidsongevallen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is 1. « Schendt artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de p(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 19 september 2014 in zake de bvba « Bouldou », in vereffening, tegen het Fonds voor Arbeidsongevallen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 september 2014, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 8 van de
wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/06/1964
pub.
27/11/2009
numac
2009000776
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het niet van toepassing is op feiten die het voorwerp uitmaken van administratieve sancties van strafrechtelijke aard in de zin van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, doordat het tot gevolg heeft dat, zonder redelijke verantwoording ten aanzien van het met de genoemde wet nagestreefde doel, een verschil in behandeling wordt ingevoerd tussen de twee volgende categorieën van werkgevers waarvan wordt vastgesteld dat zij allebei op dezelfde wijze hun werknemer(s) niet verzekeren tegen het risico van een arbeidsongeval : enerzijds, de werkgever die het voorwerp uitmaakt van een administratieve sanctie in de vorm van een bij dwangbevel ingevorderde bijdrage voor ambtshalve aansluiting waartegen het hem vrijstaat beroep in te stellen voor de arbeidsgerechten, zonder evenwel aanspraak erop te kunnen maken dat die sanctie van strafrechtelijke aard het voorwerp van een eventueel gedeeltelijk uitstel uitmaakt; anderzijds, de werkgever die wegens dezelfde feiten wordt vervolgd voor de correctionele rechtbanken en zijnerzijds de toekenning van een uitstel van de tenuitvoerlegging van zijn veroordeling zal kunnen vragen ? »; 2. « Schendt artikel 59quater van de
wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/04/1971
pub.
11/06/1998
numac
1998000213
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Arbeidsongevallenwet - Duitse vertaling
type
wet
prom.
10/04/1971
pub.
23/03/2018
numac
2018030615
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Arbeidsongevallenwet
type
wet
prom.
10/04/1971
pub.
17/10/2014
numac
2014000710
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Arbeidsongevallenwet
sluiten, door in de aan de Koning verleende wettelijke machtiging om de wijze van berekening, inning en invordering te bepalen van de bijdrage voor ambtshalve aansluiting die verschuldigd is door de werkgevers die, in de zin van artikel 59, 4°, van de genoemde wet, ' verzuimen een verzekeringscontract af te sluiten ' tegen het risico van een arbeidsongeval, niet te voorzien in de bevoegdheid om bij koninklijk besluit de voorwaarden vast te leggen waaronder die sanctie van strafrechtelijke aard in voorkomend geval gepaard zou kunnen gaan met een uitstel, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, zonder redelijke verantwoording ten aanzien van de met de genoemde wet nagestreefde doelstellingen, tot gevolg heeft dat werkgevers die zich ten aanzien van de naleving van hun verplichtingen ter zake in verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld : enerzijds, de werkgever die bewust afziet van het afsluiten van een verzekeringspolis bij een wetsverzekeraar teneinde zijn loontrekkend personeel tegen het risico van een arbeidsongeval te dekken; en, anderzijds, de werkgever die, hoewel hij oorspronkelijk een dergelijke polis heeft afgesloten toen hij zijn activiteit heeft aangevangen, op een bepaald ogenblik niet is verzekerd omdat hij, bijvoorbeeld wegens tijdelijke liquiditeitsproblemen, de ter uitvoering van die polis aan de wetsverzekeraar verschuldigde premies niet op de vervaldag ervan heeft betaald, en van wie daarenboven wordt vastgesteld dat hij zijn situatie intussen heeft geregulariseerd en zijn activiteit met loontrekkend personeel heeft voortgezet door zijn verplichtingen ter zake inmiddels na te leven ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6043 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux