gepubliceerd op 18 juni 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari Bij arrest van 9 april 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen de nv « Braco Immobiliën », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2014, heeft het « Schendt artikel 2, 1°, tweede zin, van het decreet van de Vlaamse Raad van 19 april 1995 houdende(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari Bij arrest van 9 april 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen de nv « Braco Immobiliën », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2, 1°, tweede zin, van het decreet van de Vlaamse Raad van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate dat bedrijfsruimten eigendom van rechtspersonen niet kunnen genieten van de uitsluiting van het decreet op grond van de aanwezigheid in de bedrijfsruimte van de niet-afsplitsbare woning van de eigenaar, die nog effectief als verblijfplaats wordt benut ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5899 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut