Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 28 maart 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 18 februari 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen Gilbert De Jonckheere, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2014 « Schenden de artikelen 24 tot en met 44 van het Decr. Vl. R. d.d. 22.12.1995 houdende de bepalinge(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014201940
pub.
28/03/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 18 februari 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen Gilbert De Jonckheere, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2014, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 24 tot en met 44 van het Decr. Vl. R. d.d. 22.12.1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (zijnde afdeling 2 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen), in de versie van toepassing vóór de inwerkingtreding van artikel 40bis Decr. Vl. R. d.d. 22.12.1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals ingevoegd bij het artikel 19 van het Decr. Vl. R. dd. 21.11.2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2008, de artikelen 10, 11 en 172 Grondwet/1994 in zoverre zij niet voorzien in een specifieke verjaringstermijn van vijf jaar voor de invordering van de bedoelde heffing maar de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van 10 jaar van toepassing is, terwijl dergelijke vijfjarige verjaringstermijn wel voorzien is voor de invordering van de heffing van het Vlaamse Gewest ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, en dit meer bepaald bij het artikel 33 van het Decr.

Vl. R. dd. 19.4.1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5868 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^