gepubliceerd op 14 juni 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 april 2013 in zake het openbaar ministerie tegen D.T.W. M., met als burgerlijke partijen Y. D.L. en A.C., waarvan de expeditie ter griffie van het « Schendt artikel 324ter, § 1, Strafwetboek het gelijkheidsbeginsel verankerd in artikel 10 en(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 30 april 2013 in zake het openbaar ministerie tegen D.T.W. M., met als burgerlijke partijen Y. D.L. en A.C., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 mei 2013, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 324ter, § 1, Strafwetboek het gelijkheidsbeginsel verankerd in artikel 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat iedere persoon die wetens en willens betrokken is bij een criminele organisatie, wanneer deze criminele organisatie gebruikmaakt van intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of corruptie, of commerciële of andere structuren aanwendt om het plegen van de misdrijven te verbergen of te vergemakkelijken, wordt gestraft met een gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en met een geldboete van honderd euro tot vijfduizend euro of met een van die straffen alleen, ook al heeft hij niet de bedoeling een misdrijf in het raam van die organisatie te plegen of daaraan deel te nemen op één van de in de artikelen 66 tot 69 Strafwetboek bedoelde wijzen, terwijl dergelijke vorm van betrokkenheid niet strafbaar wordt gesteld in de artikelen 139 tot 141ter Strafwetboek, noch in de artikelen 322 tot 324 Strafwetboek ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5636 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut