Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 10 april 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 27 februari 2013 in zake Jean-Marie Wellin tegen de nv « Belfius », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 maart 2013, heeft h « Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen beta(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013202055
pub.
10/04/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 27 februari 2013 in zake Jean-Marie Wellin tegen de nv « Belfius », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 maart 2013, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen ' moet worden gelijkgesteld met de schulden van termijnen van renten, huren en interesten van geleende sommen, zonder dat daarom de toepassing van die bepaling op een vordering die andere elementen dan interesten of inkomsten omvat, zou zijn uitgesloten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder de schuldenaars van periodieke schulden, meer specifiek die met betrekking tot de maandelijkse afbetalingen van een lening op afbetaling, ongeacht of zij al dan niet zijn vervallen vóór de opzegging van het krediet, in die zin geïnterpreteerd dat het uitsluitend van toepassing zou zijn op het gedeelte van de maandelijkse afbetalingen dat met de interesten overeenstemt ? Zo ja, bestaat er een andere interpretatie die de in het geding zijnde norm met die artikelen bestaanbaar zou maken ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5607 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^