gepubliceerd op 25 februari 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 10 januari 2013 in zake de nv « Agrimat » tegen Jean-Claude Clementz, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2013, « Schenden de artikelen 2, c, d en e, 35, § 2, en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffend(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 10 januari 2013 in zake de nv « Agrimat » tegen    Jean-Claude Clementz, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 18 januari 2013, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schenden de artikelen 2, c, d en e, 35, § 2, en 57 van de wet van 31    januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen de    artikelen 10 en 11 van de Grondwet en voeren zij een discriminatie in    :    doordat ten aanzien van de werknemer die wordt ontslagen vóór de    opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie zijn    compenserende opzeggingsvergoeding een schuldvordering in de    opschorting vormt die is onderworpen aan de uitvoering van het    reorganisatieplan met mogelijke verminderingen en    betalingsmodaliteiten die in de tijd zijn gespreid,    terwijl ten aanzien van de werknemer die wordt ontslagen in de loop    van de procedure van gerechtelijke reorganisatie zijn compenserende    opzeggingsvergoeding ontsnapt aan de kwalificatie van schuldvordering    in de opschorting en aan de uitvoeringsmodaliteiten van het    reorganisatieplan, zodat die vergoeding integraal zal worden betaald    en zonder enige betalingstermijn ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5555 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux