gepubliceerd op 10 september 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten van 26 juni 2012 respectievelijk in zake Geert Asman en Bianca Booms tegen de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, met als tuss « Schenden de artikelen 29bis en 29quater van de wet van 29 april 1999 tot organisatie van de elekt(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arresten van 26 juni 2012 respectievelijk in zake Geert Asman en Bianca Booms tegen de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, met als tussenkomende partijen de opdrachthoudende vereniging voor energiebedeling « Interenerga » en de opdrachthoudende vereniging « Intercommunale voor Energie », en in zake Tom De Meester en anderen tegen de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, met als tussenkomende partijen de opdrachthoudende verenigingen « Imewo », « Intergem », « Iveka » en « Iverlek », de cvba « Gaselwest », de cvba « Sibelgas » en de opdrachthoudende vereniging « Imea », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 10 juli 2012, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 29bis en 29quater van de wet van 29 april 1999 tot organisatie van de elektriciteitsmarkt het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat die bepalingen niet de bevoegdheid verlenen aan het Hof van Beroep te Brussel, of althans indien ze aldus moeten worden geïnterpreteerd dat zij de bevoegdheid niet verlenen, om gevolgen van een administratieve beslissing van de CREG die het vernietigt, tijdelijk te handhaven, en zodoende aan procespartijen de mogelijkheid wordt onthouden op dergelijke bevoegdheid een beroep te doen, terwijl in het geval een beroep tegen die beslissingen diende gebracht te worden voor de Raad van State, de partijen die bevoegdheid wel kunnen aanvoeren en dit rechtscollege zou kunnen aangeven welk gevolg tijdelijk dient te worden gehandhaafd ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5452 en 5453 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, F. Meersschaut