gepubliceerd op 27 februari 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 12 januari 2012 in zake het openbaar ministerie en de NV « INBEV Belgium », burgerlijke partij, tegen Patrick Migliorini, waarvan de expeditie ter gri « Schendt artikel 2, § 6 [lees : artikel 2, 2°], van de wet van 13 augustus 2011 - tot wijzigi(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 12 januari 2012 in zake het openbaar ministerie en de    NV « INBEV Belgium », burgerlijke partij, tegen Patrick Migliorini,    waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19    januari 2012, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 2, § 6 [lees : artikel 2, 2°], van de wet van 13    augustus 2011 - tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en    van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om    aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt    benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te    raadplegen en door hem te worden bijgestaan -, dat een artikel 47bis,    § 6, invoert in het Wetboek van strafvordering, in die zin    geïnterpreteerd dat het onmiddellijk van toepassing is op het hangende    geschil en in zoverre de zelfincriminerende verklaringen kunnen worden    gebruikt als gegeven dat andere bewijselementen versterkt, de    artikelen 12, tweede lid, en 13 van de Grondwet, al dan niet in    samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag    voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal    Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5291 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.