gepubliceerd op 09 februari 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 16 december 2011 in zake J.-C. M. tegen het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 jan « Schendt artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellec(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 16 december 2011 in zake J.-C. M. tegen het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 januari 2012, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 9, § 7, vierde lid, van de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij koninklijk besluit van 3 augustus 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de rechtspleging van voorziening in cassatie ingesteld tegen een tuchtbeslissing genomen door een kamer van beroep van een door die wet beheerst beroepsinstituut te onderwerpen aan de regels die van toepassing zijn in burgerlijke zaken, zodat de artikelen 478, eerste lid, en 1080 van het Gerechtelijk Wetboek, die de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie voorschrijven, op die voorziening van toepassing zijn, terwijl een persoon die het voorwerp uitmaakt van een strafrechtelijke veroordeling niet aan die verplichting is onderworpen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5283 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.