Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 22 november 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 september 2011 in zake de nv « Torfs » tegen de Belgische Staat, in de persoon van de minister van Financiën, en (2) de Belgische Staat, verteg(...) « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 / artikel 346 van het Wetboe(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011205759
pub.
22/11/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 20 september 2011 in zake de nv « Torfs » tegen (1) de Belgische Staat, in de persoon van de minister van Financiën, en (2) de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Gewestelijk Directeur te Antwerpen I, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 september 2011, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 / artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op het geding de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie dat het de administratie zou toelaten om lastens een belastingplichtige die wel antwoordde binnen de termijn van een maand na verzending van het bericht van wijziging van aangifte, of met de wijziging van zijn aangifte heeft ingestemd of indien de rechten van de Schatkist in gevaar verkeren wegens een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijn, een aanslag te vestigen na de termijn van een maand na de verzending, maar vóór het verstrijken van de termijn van een maand vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van het bericht van wijziging van aangifte, terwijl dergelijke aanslag niet geldig zou kunnen gevestigd worden ten aanzien van de belastingplichtige die antwoordde na de termijn van een maand na verzending van het bericht van wijziging van aangifte, maar binnen de termijn van een maand ingaand vanaf de derde werkdag volgend op de dag van verzending van het bericht van wijziging van aangifte ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5215 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^