gepubliceerd op 03 maart 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 209.859 van 20 december 2010 in zake Patrick Van Alphen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 janu « - Schendt artikel 17 van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 209.859 van 20 december 2010 in zake Patrick Van Alphen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2011, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schendt artikel 17 van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de Krijgsmacht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd en samen gelezen met de artikelen 182 en 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet, doordat het artikel slechts bepaalt dat een beroepsofficier tijdelijk van zijn ambt ontheven kan worden en de overheid aanwijst die de maatregel kan opleggen, zonder een nadere regeling te bevatten van de gevallen waarin de tijdelijke ambtsontheffing kan opgelegd worden en van de rechten van de verdediging van de betrokken beroepsofficier, en het aldus voor de beroepsofficieren een regeling invoert die hen op discriminerende wijze de waarborgen ontneemt die door artikel 182 van de Grondwet op algemene wijze aan de militairen worden gegarandeerd; - Schendt artikel 17 van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de Krijgsmacht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een beroepsofficier die tijdelijk uit zijn ambt ontheven wordt niet dezelfde waarborgen geniet als deze welke door artikel 18 van dezelfde wet worden toegekend aan de beroepsofficier die het voorwerp uitmaakt van een preventieve schorsing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5080 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.