gepubliceerd op 14 september 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 205.505 van 21 juni 2010 in zake Claude Fievez tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2010, he « Schendt artikel 53, § 2, tweede en derde lid, van het decreet betreffende de ruimtelijke ord(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest nr. 205.505 van 21 juni 2010 in zake Claude Fievez tegen    het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 30 juni 2010, heeft de Raad van State volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 53, § 2, tweede en derde lid, van het decreet    betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996,    in die zin geïnterpreteerd dat de nieuwe regeling die het bevat met    betrekking tot de vormvereisten voor het instellen van een    administratief beroep door de gemachtigde ambtenaar en het college van    burgemeester en schepenen ook van toepassing is op administratieve    beroepen waarover opnieuw wordt beslist na een vernietigingsarrest van    de Raad van State dat dateert van na de inwerkingtreding van deze    nieuwe regeling en waarin een schending van de voordien geldende    vormvereisten voor het instellen van een administratief beroep werd    vastgesteld, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gecombineerd met    het rechtszekerheidsbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag    tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele    Vrijheden en met artikel 1 van het Eerste Protocol bij dat Verdrag,    doordat een onderscheid wordt gemaakt tussen hen die het voordeel van    een dergelijke rechterlijke beslissing ingevolge die regeling niet    kunnen inroepen en hen die het voordeel van een andere rechterlijke    beslissing kunnen inroepen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4985 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.